hst 3

Noem een kredietvorm.
1 / 20
suivant
Slide 1: Question ouverte
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Noem een kredietvorm.

Slide 1 - Question ouverte

Welke redenen zijn er om te lenen?

Slide 2 - Question ouverte



Bereken het nieuwe saldo.
A
156,05 euro
B
112,15 euro
C
113,15 euro
D
43,95 euro

Slide 3 - Quiz

Je hebt chartaal geld en giraal geld. Wat is chartaal geld?
A
Geld in je zak
B
Geld op je rekening
C
geld in het buitenland
D
alle geld in Nederland

Slide 4 - Quiz

Wat is geen elektronisch betalen ?
A
Betalen via Internet
B
Betalen via de smartphone
C
Betalen met een bankbiljet
D
Betalen met je pinpas

Slide 5 - Quiz

Wat is geen kredietvorm?
A
Salariskrediet
B
Creditsaldo
C
Persoonlijke lening
D
Doorlopend krediet

Slide 6 - Quiz

Zonnepanelen kosten €4000. Je kunt de panelen ook op afbetaling kopen. De kredietkosten zijn voor 3 jaar dan € 250. Bereken de maandelijkse termijn voor dit krediet.
A
€ 118,06
B
€ 1416,67
C
€ 4250,-
D
€ 125,67

Slide 7 - Quiz

Welke rente is hoger?
A
de spaarrente
B
de kredietrente

Slide 8 - Quiz

Waarom is de rente op een hypothecaire lening relatief laag?

Slide 9 - Question ouverte

Je leent €1.000 met een looptijd van twee jaar en betaalt in maandtermijnen van €100,-. Wat zijn de kredietkosten?
A
€1000
B
€1200
C
€1300
D
€1400

Slide 10 - Quiz

Welke redenen kun je hebben om geld te lenen?

Slide 11 - Question ouverte

Wat voor soorten leningen zijn er?

Slide 12 - Question ouverte

Wij hebben 325 Turkse Lira. Hoeveel euro's krijg je terug?
A
€ 115,00
B
€ 115,20
C
€ 115,22
D
€ 115,25

Slide 13 - Quiz

Ik heb €200 en wil Deense kronen kopen. Hoeveel kronen krijg ik? terug?

A
1478,00
B
1478,02
C
1478,05
D
1478,08

Slide 14 - Quiz

Ik wil 125 Britse ponden. Hoeveel euro's heb ik daarvoor nodig?
A
€ 157,10
B
€ 158,20
C
€ 158, 22
D
€ 158,23

Slide 15 - Quiz

Met beleggen kun je geld verliezen
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Bij Mediamarkt kun je een televisie op afbetaling kopen. De normale prijs is € 399. Bij koop op afbetaling betaal je 36 maanden een bedrag van € 14,55 per maand. Bereken de kredietkosten.

Slide 17 - Question ouverte

In 2012 kocht Joachim 500 aandelen ASML voor € 33 per stuk. Begin 2017 verkoopt hij de aandelen weer voor € 114 per stuk. Reken uit hoeveel euro hij aan zijn aandelen verdiend heeft.

Slide 18 - Question ouverte

Directe ruil is:
A
Ruil waarbij je geld als ruilmiddel gebruikt
B
Je ruilt een goed of dienst tegen iets anders zonder geld te gebruiken

Slide 19 - Quiz

Lotte gaat met haar vriendinnen een lang weekend naar Kopenhagen. Voor vertrek wisselt ze € 300 om in Deense kroon. Bij terugkomst heeft ze nog 50 kroon over. Ze wisselt die bij de bank in tegen een verkoopkoers van 7,48 voor 1 euro. Bereken hoeveel euro het uitje Lotte in totaal heeft gekost.

Slide 20 - Question ouverte