herhaling formule snelheid

snelheid 
herhaling werken met een formule 
plannen van het proefwerk 

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

snelheid 
herhaling werken met een formule 
plannen van het proefwerk 

Slide 1 - Diapositive

Proefwerk Beweging 
2 februari

Slide 2 - Diapositive

Wanneer is het proefwerk over bewegen?
A
2 februari
B
de dag na 1 februari
C
de tweede dag in februari
D
over 2 weken.

Slide 3 - Quiz

Ik ga
A
super goed leren
B
een dikke voldoende halen
C
veel vragen als ik iets niet begrijp
D
veel oefenen

Slide 4 - Quiz

komende lessen 
  • herhaling werken met de formule 
  • oefenen met begrippen 
  • maken van een oefentoets
  • vragen stellen/herhalen 

Slide 5 - Diapositive

grootheid 
eenheid
afstand 
seconde
snelheid
meter per seconde
tijd 
meter

Slide 6 - Question de remorquage

wat is de eenheid van snelheid
A
m
B
s
C
m/s
D
t/r

Slide 7 - Quiz

Wat is de afkorting of symbool voor snelheid
A
a
B
s
C
t
D
v

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

formule voor snelheid
v=ts
s=vt
t=vs

Slide 10 - Diapositive

De formule is:
Snelheid = afstand : tijd
Snelheid
Tijd
Afstand

Slide 11 - Question de remorquage

Afstand =
A
Snelheid x tijd
B
Tijd : Snelheid
C
Snelheid : Tijd

Slide 12 - Quiz

versnelde beweging
constante snelheid

Slide 13 - Question de remorquage

WAAR
NIET WAAR
De gemiddelde snelheid kun je uitreken met de formule: Gemiddelde snelheid is afgelegde weg gedeeld door tijd

Slide 14 - Question de remorquage

=
_____________
Zet de woorden op de juiste plek in de formule
snelheid (v)
afstand (s)
tijd (t)

Slide 15 - Question de remorquage

beantwoorden van een vraag 3 onderdelen belangrijk 

  • formule 
  • berekening 
  • antwoord + eenheid  

Slide 16 - Diapositive

Een voertuig rijdt gemiddeld 500 m/s en moet 30000 m af leggen. Bereken hoeveel s het hiervoor nodig heeft.
  • tijd = afstand/snelheid
  • tijd = 30000/500  
  • tijd = 60 s

Slide 17 - Diapositive

Hoeveel s moet een voertuig gemiddeld rijden om 100000 m af te leggen als het gemiddeld 200 m/s rijdt?

Slide 18 - Question ouverte

Hoeveel s moet een voertuig gemiddeld rijden om 100.000 m af te leggen als het gemiddeld 200 m/s rijdt?
t = s / v
t = 100000 / 200
t = 500 s

Slide 19 - Diapositive

Hoeveel m/s heeft een voertuig gemiddeld gereden als het in 400 s, 4000 m heeft afgelegd?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Een voertuig rijdt 600 m/s. Dit doet het 300 s lang. Hoeveel m heeft dit voertuig afgelegd?

Slide 22 - Question ouverte

stel het vorige antwoord wordt gevraagd in km/h
Dan moet je het antwoord omrekenen.

Slide 23 - Diapositive

reken om: 34m/s = ... km/h
A
122,4 km/h
B
9,44 km/h
C
34000 km/h
D
34 km/h

Slide 24 - Quiz

80 km/h = ..... m/s
rond af op 1 cijfer achter de komma

Slide 25 - Question ouverte

is dit lastig?

ga naar de omrekenaar op inask 

Slide 26 - Diapositive

Moeite met de formule van snelheid?
...
rekenvragenmaker 

Slide 27 - Diapositive

kun je verder met oefenen?
A
ja
B
nee, ik wil meer hulp

Slide 28 - Quiz

geef een tip en een top voor deze les.

Slide 29 - Question ouverte

Huiswerk 
oefen met de rekenvragenmaker en omrekenen

Slide 30 - Diapositive