Hoofdstuk 10 - bij de fietsenmaker

• NT2
• WO
• Studiejaar 6

■ zeggen dat je iemand niet verstaat / begrijpt

■ vragen hoe je iets zegt in het Nederlands 

■ bedoelen en betekenen

■ fietsonderdelen 

■ imperfectum (+ modale werkwoorden)

■ perfectum of imperfectum

■ uitspraak: ui - eu 

dialoog

Ik hoor u niet goed.

Wat zegt u?

Dat ding is stuk.

Over welk ding heb je het?

Ik heb je niet goed gehoord.

 Wat bedoelt u precies met...

Wat betekent het?

Wat bedoel je?

Ik hoor / versta je niet.

...wilt u dat nog eens herhalen?

...kun je het nog een keer zeggen?

...wat betekent dat?

...hoe zeg je dat in het Nederlands?

...zeg je dat zo in het Nederlands?

Sorry, maar ...

Ik begrijp het niet.

Hoe zeg je dat in het Nederlands?

Wat zei je?

Bedoelen/bedoeling

intentie

Betekenen/betekenis

woordenboek 

Wat betekent (het woord) 'gezellig'?

Een rood verkeerslicht betekent 

dat je moet stoppen.

  Ik heb geen idee wat hij bedoelt.

  Je zegt veel, maar wat bedoel je?

Wat is de bedoeling van de vergadering?

What means the word 'gezellig'?

A red traffic light means you have to stop.

I have no idea what he means.

  You say a lot, but what do you mean?

What is the purpose of the meeting?

Ik weet niet wat dat woord betekent.

Welk woord bedoel je?

woordenboek

intentie

Iedereen is geslaagd.
Dat ... dat ik ook een voldoende heb.

Ik weet niet wat dat woord betekent.

Welk woord bedoel je?

1. betekent
2. bedoelt

Niemand luistert naar mij.
Wat ... je daar precies mee?

Ik weet niet wat dat woord betekent.

Welk woord bedoel je?

1. beteken
2. bedoel

Eén van jullie mag mee.
Wie ... je?

1. beteken
2. bedoel

Het is inderdaad raar dat de telefoon nu al stuk is.
... u dat ik mijn geld terugkrijg?

1. Betekent
2. Bedoelt

Er staat rond die tijd altijd veel file.
Dat ... dat we op tijd moeten vertrekken.

1. betekent
2. bedoelt

Ik snap niet helemaal wat je daarmee wilt zeggen.
Ik ... dat je gezonder moet eten.

1. beteken
2. bedoel

bagagedrager

band

bel

trapper

stuur

wiel

zadel

remmen

fietsen in het donker

Fietsen in het donker.

Waar gaat het filmpje over?

Wat vind je van de tips?

Hoe doe jij het?

Bedenk een probleem met je fiets,

de fietenmaker reageert.

Naar de fietsenmaker

zijn

spelen

ge + speel + d

werken

ge + werk + t

werkwoorden met 

ge-, be-, her-, ver- of ont- 

geen extra 'ge'

onregelmatige werkwoorden 

uit je hoofd leren

regelmatige werkwoorden -> ge + stam + t/d

gebeuren 

betreden herinneren

verwennen onthouden

blz. 281 en 285

Perfectum

of

ex soft ketchup 

of

hebben

+

■ klachten beschrijven

■ reageren op vragen van de dokter 

■ lichaamsdelen

■ dagdelen 

■ perfectum 

■ uitspraak: eind -n

dialoog

stam +te(n)

stam + de(n)

fietsen

fiets

s

+te(n)

fietste(n)

onregelmatige werkwoorden 

uit je hoofd leren

regelmatige werkwoorden

blz. 281 en 285

Imperfectum

of

ex soft ketchup 

mankeren

manker

r

+de(n)

mankeerde(n)

vrezen

vrez

z

+de(n)

vreesde(n)

leven

lev

v

+de(n)

leefde(n)

+ klinker

+ klinker

+ klinker

v->f

z->s

Maak een zin met het werkwoord in de (im)perfectum.

blz. 281 en 285

onregelmatige werkwoorden

 ij

perfectum => afgesloten

Ik ben bij de fietsenmaker geweest.

Hij zei dat hij de fiets weer zou opknappen. Het was een aardige man. Hij had veel verstand van fietsen.

completed present time

---

unfinished past time 

perfectum of imperfectum

imperfectum => beschrijvingen

Vorige week heb ik 'The Cirkel' gelezen. Het is een mooi boek. Ik herkende veel van de Google-strategie, die werd in het boek overdreven. 

zon, plotseling, fiets, schitterend, meid, naam, zomerseizoen, groen, rijd, lacht

fiets

luisterbingo

stond 

was 

kropen 

zat

zag

hadden

bleek

sliep

liep

kwam

werd

nam

ui - ou/au

uitspraak ui - eu

Om your way to A2

__________

Start januari 2024

20 lessons of 2 hours

Follow-up cours €600,-

__________

group lessons

on location in Alkmaar

A2 - You can have conversations 

about everyday matters and are familiar with commonly used 

words and expressions.

0651663338

[e-mail]

huiswerk

blz. 153, opdracht 13 (bij tekst 10.8)

blz. 154, In de praktijk

Vertel in de volgende les over het huren van een fiets.

blz. 156, Taalbiografie

Gebruik de antwoorden voor je tekst.