Schoonmaken

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Regie Wonen & Huishouden

Tweede deel van deze periode:

Wonen & Huishouden

Huishouden

Week 1: Schoonmaken

Week 2: Textielverzorging

Week 3: Omgaan met geld

Leerdoelen

• Je kent het begrip hygiënisch schoon en weet waarom schoonmaken belangrijk is
• Je kent verschillende schoonmaakmiddelen en hun functie
• Je weet hoe je een werkplanning kunt maken

Waarom deze onderwerpen?

Waarom deze onderwerpen

Leren signaleren van problemen binnen huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen = HDL

Voornamelijk in: 

• Ouderenzorg
• Thuiszorg
• Revalidatie
• Psychiatrie 
• Zorggebruik bij verstandelijke beperking

Lesinhoud

Belang van schoonmaken

Soorten schoonmaakmiddelen

Veiligheid, milieu- en kostenbewust en arbo

Opdracht Werkplanning

Hoe ziet jouw kamer er eigenlijk uit?

1. 
2. 
3. 
4. 

Handig huishouden:

je denkt na over de beste manier om de zorgtaken te doen

Je kunt daarbij rekening houden met:

– de planning van het werk

– de hygiëne 

Verzorgen 

Opruimen: alle spullen op hun plek leggen

Schoonmaken: weghalen van stof en (onzichtbaar) vuil.

Opruimen

• Je kunt alles sneller vinden
• Veel mensen vinden het fijner/rustiger/gezelliger

Schoonhouden

• Het is hygiënischer. Je hebt een kleinere kans op ziekten

Denk aan: huisstofmijt allergie

Wat is vies?

• losliggend vuil
  
• licht gehecht vuil ('verse vlekken')
  
• sterk gehecht vuil (ingedrongen vuil, oude vlekken, aanslag)
  
• onzichtbaar vuil (micro-organismen)!!
  

Hygiënisch werken is niet alleen een kwestie van goede persoonlijke hygiëne, handen wassen en gebruik van handschoenen, maar ook van goede schoonmaak van ruimtes en materialen. Hier geldt dat de regels wat strenger zijn bij cliënten thuis of in een instelling dan bij jou thuis.

Moet je dit eens zien...!

Hygiënisch schoon is, op die manier schoon dat micro-organismen* zover mogelijk zijn gedood en/of onschadelijk worden gemaakt. Zodat de kans op ziekten wordt verkleind.

*micro-organismen zijn bacteriën, gisten, schimmels en virussen.

Schoonmaakmiddelen

Soorten schoonmaakmiddel

Basisschoonmaakmiddelen:

Allesreiniger, groene zeep, schoonmaakazijn 

Speciale schoonmaakmiddelen 

Oven, glas

Onderhoudsmiddelen 

hout, leer, zilver

Oplosmiddelen 

Spiritus, ammonia – deze mag je niet mengen met een andere stof. Ontploffingsgevaar/ giftige dampen

Zuur - ontkalkt

Alkalisch - ontvet

Gebruiksvoorschrift

Hoe te gebruiken staat op het etiket

- juiste temperatuur van het water

- inweken of niet

Dosering

Hoeveel gebruik je van het schoonmaakmiddel?

Op het etiket staat de hoeveelheid.

Bijv. 2 eetlepels op 5 liter water

of een doseerdop

Opruimen en bewaren

• Spoel na gebruik alle emmers, borstels e.d. goed met heet water uit en droog ze goed. Was doekjes, dweilen e.d. op 60°C.
• Ruim gebruikte middelen en materialen schoon en droog op.
• Droog emmers en trekkers (voorkomt schimmelvorming)
  
• Zet alles direct terug op de juiste plek.
  
• Schoonmaakmiddelen in originele verpakking in afgesloten kastje of hoog opbergen
  

Onveiligheid door menselijk gedrag

Afname gehoor/zicht

Verminderd evenwicht

Beperkte bewegingsmogelijkheden

Minder snel reageren

Risico’s niet zien of niet kennen

Vergeetachtigheid

Vaste schoonmaakregels

Werk van schoon naar vuil

Werk van zijkant  naar het midden

Werk van hoog naar laag

Werk in een logische volgorde

Begin op een vast punt

Combineer gelijke werkzaamheden

Opdracht 

werkplanning huishouden

Zie in blackboard bij inleveropdrachten huishouden - werkplanning.

Ga hiermee aan de slag

Succes!