Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Toets in de toetsweek
Het wordt een google docs toets.
Slide 2 - Diapositive
HW voor vandaag
mk. 26, 27a luisteren op de site, 29a mk
afgelopen les: mk. bron H: ex 30, bron F: 23 tm 24 op blz. 123 (23b,c, 24bc niet).
lr. ww. wl F + bez. vnw. herhalen (opzeggen in ritme: mon ma mes ton ta tes enzovoort)
Slide 3 - Diapositive
Deze les
- eerst gaan we alles nakijken: 23, 24, 26, 27, 29, 30
- daarna gaan we maken: 32, 33
- dan is het hoofdstuk af
- tot slot gaan we nog een quizje doen
Slide 4 - Diapositive
Nakijken 23
23c: tekening 1
Slide 5 - Diapositive
24a
Slide 6 - Diapositive
24b Kies een vraag uit die je hebt geschreven en typ die hier
Slide 7 - Question ouverte
24b, bijv.
- Tu t'appelles comment?
- Magali, tu habites où?
- Tu aimes le français?
- Quelle est ta matière préférée?
- Tu es en quelle classe?
- Tu aimes la biologie?
- Tu aimes les maths?
- C'est qui ton prof de maths?
- Ton prof de maths est sévère?
Kijk de zinnen goed na. Letter voor letter. Zinnen zijn belangrijk op je toets.
Slide 8 - Diapositive
24e:
Bonjour / Salut Magali,
.......................... (je kunt zinnen halen uit de antwoorden van de andere kinderen die op jou van toepassing zijn.
Met je naam eronder
Slide 9 - Diapositive
Let op...
We gaan de oefeningen nakijken. Daarna komt er een quizje over.
Ik blijf niet heel lang stilstaan bij het nakijken, werk dus door. Ben je klaar? Dan ga je de zinnetjes op blz. 132 even een keer doorlezen.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
26a Wat is je antwoord bij 26a, zin 1 in je boek? Ik houd van Frans, dat is mijn favoriete vak.
Slide 12 - Question ouverte
26a Wat is je antwoord bij 26a, zin 2 in je boek? Ik vind wiskunde leuk.
Slide 13 - Question ouverte
26a Wat is je antwoord bij 26a, zin 3 in je boek? Mijn docent wiskunde is aardig.
Slide 14 - Question ouverte
26a Wat is je antwoord bij 26a, zin 4 in je boek? Spaans? hadden we die gehad? Mijn docent Spaans is meneer Lopez
Slide 15 - Question ouverte
26b
Hier gaan we ook de oefening nakijken. Misschien heb je iets anders opgeschreven. Dan ga je de zin overschrijven die ik je zo laat zien.
Slide 16 - Diapositive
26b
1. Ma matière préférée, c'est le dessin.
2. Oui, j'aime le français. OF Non, je n'aime pas le français.
3. Oui, mon prof de français est sympa. OF Non, mon prof de français n'est pas sympa.
4. C'est madame van der Velde.
Slide 17 - Diapositive
26b: Wat is het antwoord op 1. Quelle est ta matière préférée?
Slide 18 - Question ouverte
26b: Wat is het antwoord op 2. Tu aimes le français?
Slide 19 - Question ouverte
26b: Wat is het antwoord op 3. Ton prof de français est sympa?
Slide 20 - Question ouverte
26b: Wat is het antwoord op 4. Qui est ton prof de français?
Slide 21 - Question ouverte
29a
Prénom: je voornaam
Nom: je achternaam
Age: douze/ treize ans
Numéro de tél: 06.....
Classe: cinquième
J'aime: een schoolvak met lidwoord, bijv. l'anglais
Je n'aime pas: een schoolvak dat je niet leuk vindt: bijv. les maths
Slide 22 - Diapositive
29b (schrijf de zinnen op lege stukje op blz. 129 op).
1. Tu t'appelles comment?
2. Tu as quel âge?
3. Quel est ton numéro de téléphone?
4. Tu es en quelle classe?
5. Tu aimes les maths?
6. Quelle est ta matière préférée?
Slide 23 - Diapositive
Oef. 29b Welke vraag uit 29a zou je kunnen stellen aan je klasgenoot?
Slide 24 - Question ouverte
29b Kun je nog een vraag bedenken?
Slide 25 - Question ouverte
Nakijken 30d
30d:
1. mijn
2. zijn
3. mijn
4. jouw
5. onze
6. jullie / uw
Slide 26 - Diapositive
ex. 32
Neem het schema van de bez. vnw. voor je en ex. 32
Even herhalen: hoe zit het ook alweer met de bez. vnw?
Slide 27 - Diapositive
Van boven naar beneden
Eerste rij van boven naar beneden =
mannelijk: mon, ton, son , son, notre, votre, leur
Tweede rij =
vrouwelijk (enkv. vr. lijkt op la): ma, ta, sa, sa, notre, votre, leur
Derde rij =
meervoud: (mv. lijkt op les): mes, tes, ses, ses, nos, vos, leurs
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
ex. 32a: gebruik son, sa of ses in iedere zin!
Titel: Le sac de Dylan
Dans ...... (zijn) sac à dos, il y a .....
Slide 30 - Diapositive
ex. 32b: gebruik son, sa of ses in iedere zin!
Titel: Mon sac à dos.
Dans ...... (mijn) sac à dos, il y a .....
Slide 31 - Diapositive
33a
Zet een hartje in de kolom als je het vak of klas of school leuk vindt. 1 minuut de tijd.
Slide 32 - Diapositive
33b en 33c: voorbeeld nadoen
Slide 33 - Diapositive
Voorbereiden op toets
Kijk goed in classroom. Daar staat een document met alle stof, zodat je niets vergeet te leren. Ook staan er genoeg tips! Zo weet je hoe je zou kunnen leren. Schrijven schrijven schrijven.... weet je nog?