Quiz

Voor welke dienst heb je geen verwijzing nodig?
A
Tandarts
B
Kaakchirurg
C
Cardioloog
D
Fysiotherapeut
1 / 18
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Voor welke dienst heb je geen verwijzing nodig?
A
Tandarts
B
Kaakchirurg
C
Cardioloog
D
Fysiotherapeut

Slide 1 - Quiz

Wat is eerstelijnszorg?

Slide 2 - Question ouverte

Bij de GGZ kun je niet terecht voor...
A
Psychoses
B
Verslaving
C
Huidallergie
D
Eetstoornis

Slide 3 - Quiz

Wie kan een persoon verplicht laten opnemen?
A
Psycholoog
B
Huisarts
C
Psychiater
D
Rechter

Slide 4 - Quiz

Wat staat er centraal in de gehandicaptenzorg?

Slide 5 - Question ouverte

Een ander woord voor
nuldelijnszorg is...
A
Primaire zorg
B
Palliatieve zorg
C
Preventieve zorg
D
Praktische zorg

Slide 6 - Quiz

Bij welke zorg ligt de nadruk op diagnostiek, behandeling en verpleging?
A
Nuldelijnszorg
B
Eerstelijnzorg
C
Tweedelijnszorg
D
Derdelijnszorg

Slide 7 - Quiz

Waar staat AGZ voor?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe heet de zorg die wordt gegeven terwijl een persoon in zijn eigen woonomgeving verblijft?
A
Extramurale zorg
B
Intramurale zorg

Slide 9 - Quiz

Wat is een ander woord voor ketenzorg?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de functie van
een paramedici?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is een voorbeeld van een paramedisch beroep?
A
Logopedist
B
Diëtist
C
Ergotherapeut
D
Fysiotherapeut

Slide 12 - Quiz

Waar staat de Wet BIG voor?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen
de Wet BIG en
het kwaliteitsregister paramedici?
A
register is gratis
B
register is verplicht
C
register is vrijwillig

Slide 14 - Quiz

Wat is de poortwachtersfunctie?

Slide 15 - Question ouverte

Een arts die is gespecialiseerd op éen vakgebied noemen we een ...
A
cardioloog
B
medisch specialist
C
chirurg
D
medicus

Slide 16 - Quiz

Wat is het verschil tussen een psycholoog en psychiater?

Slide 17 - Question ouverte

Een revalidatiearts werkt vaak samen met een ...
A
psycholoog
B
ergotherapeut
C
fysiotherapeut

Slide 18 - Quiz