Orgaandonatie

Wat weet je van
orgaandonatie?
1 / 23
suivant
Slide 1: Carte mentale
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat weet je van
orgaandonatie?

Slide 1 - Carte mentale

Orgaandonatie 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
- je weet wat organen zijn
- je weet hoe doneren werkt
- je weet waarom mensen kiezen voor wel/niet doneren
-je weet wat orgaanhandel is

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Je kunt je al vanaf je 12e aanmelden voor orgaandonatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

1 donor kan maximaal 2 levens redden
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet

Slide 6 - Quiz

Er zijn in Nederland genoeg organen beschikbaar om te transplanteren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Als je oud of ziek bent kun je geen donor worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Als je geen donor wilt worden, hoef je je niet te registreren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Een arts kiest zelf een ontvanger voor een orgaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

De wachttijd voor een nieuwe nier is 3,5 jaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Alle organen zijn geschikt om te doneren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Een harttransplantatie moet snel gebeuren, want een hart blijft buiten het lichaam maximaal 6 uur goed
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Lien

Welke organen kunnen
er worden getransplanteerd?

Slide 15 - Carte mentale

Je kunt doneren:

het hart
de longen
de lever
de nier
de alvleesklier
dunne darm 

Slide 16 - Diapositive

Weefsels kun je ook doneren.
- spierweefsel
- botweefsel
- zenuwweefsel

Slide 17 - Diapositive

Sommige mensen zijn tegen orgaandonatie
Hier hebben ze meerdere redenen voor 

Slide 18 - Diapositive

Reden 1. 
Ben je wel echt dood als je je organen afstaat aan iemand anders?

Slide 19 - Diapositive

Reden 2. 
Mag het van je geloof? 

Slide 20 - Diapositive

Reden 3. 
Doet een arts er wel alles aan om jou te redden, als je bijvoorbeeld een ongeluk hebt gehad? Of kiest hij voor je organen om iemand anders te redden?

Slide 21 - Diapositive

Wat is orgaanhandel?

Slide 22 - Question ouverte

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 23 - Question ouverte