Reading: signaalwoorden

                                  Signaalwoorden (linking words)
Om een tekst beter te kunnen begrijpen, kun je letten op signaalwoorden. Signaalwoorden geven verbanden tussen onderdelen van een tekst aan. 
Met signaalwoorden kun je ook vaak bepalen wat het doel van de schrijver is:
een voorbeeld geven: for example, such as, like
extra informatie geven: also, moreover, on top of that, besides, and, what’s more, furthermore
iets tegenspreken: however, but, instead, although, except
een reden geven: that’s why, because, obviously
een voorwaarde geven: if, whether, unless
een volgorde aangeven: first, secondly, finally
een conclusie trekken: so, therefore
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

                                  Signaalwoorden (linking words)
Om een tekst beter te kunnen begrijpen, kun je letten op signaalwoorden. Signaalwoorden geven verbanden tussen onderdelen van een tekst aan. 
Met signaalwoorden kun je ook vaak bepalen wat het doel van de schrijver is:
een voorbeeld geven: for example, such as, like
extra informatie geven: also, moreover, on top of that, besides, and, what’s more, furthermore
iets tegenspreken: however, but, instead, although, except
een reden geven: that’s why, because, obviously
een voorwaarde geven: if, whether, unless
een volgorde aangeven: first, secondly, finally
een conclusie trekken: so, therefore

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Welk signaalwoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
As well as
In short
Therefore
However
For instance
Uitbreiding/Opsomming
Conclusie
Gevolg
Tegenstelling
Voorbeelden

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Vidéo

Welk signaalwoord in de tekst geeft een tegenstelling aan?

Slide 5 - Question ouverte

They were angry ....... their plans had been discovered.
A
moreover
B
because
C
therefore
D
however

Slide 6 - Quiz

He never works ..... he failed his exam.
A
in addition
B
conversely
C
that's why
D
in fact

Slide 7 - Quiz

......... I’m here early, I can help you make dinner.
A
since
B
as well as
C
consequently
D
instead

Slide 8 - Quiz

...... you were not there, I left a message
A
thus
B
as
C
hence
D
therefore

Slide 9 - Quiz

Good luck!

Slide 10 - Diapositive

'like' wordt gebruikt om een voorbeeld te geven. Het betekent zoals. Wat zijn de voorbeelden die er gegeven worden voor het gebruik van social media?

Slide 11 - Diapositive