poëzie les 11

Poëzie
Doel: ik kan een gedicht analyseren

Doel: ik weet kenmerken van poëzie van 1880 tot nu
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Poëzie
Doel: ik kan een gedicht analyseren

Doel: ik weet kenmerken van poëzie van 1880 tot nu

Slide 1 - Diapositive

Opzet
  • Gedicht zelf analyseren
  • Quiz

Slide 2 - Diapositive

Opdracht
  • Schrijf op wat je allemaal opvalt aan de Idioot in het bad. Denk daarbij aan alle theorie die we tot nu toe gehad hebben ( rijmschema’s, strofevormen, interpretatie, beeldspraak, stijlfiguren)

Tip: heb je je bundel niet? Zie volgende pagina voor het gedicht.



Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Plak hier de analyse van het gedicht

Slide 5 - Question ouverte

Idioot in het bad
Een patiënt die elke week in bad wordt gedaan. Hij is bang voor het water zolang hij niet in bad zit. Zijn bewegingen zijn angstig, voeten haken in de mat. Bij het bad wordt hij kalmer: de damp die van het water opstijgt stelt hem gerust en als hij wordt uitgekleed droomt hij van vroeger. Als de zuster hem voorzichtig in het water zet, begint hij te lachen en voelt zich weer een baby. Hij zit te genieten van de warmte, de kalme bewegingen en het lijkt alsof hij weer ervaart hoe het was in de moederschoot in het warme vruchtwater. Maar dan moet hij weer uit bad. Hij moet worden aangekleed en in droge harde kleren worden gehesen. Dit gebeurt elke week, elke week is zijn lot gelukkig te zijn als een kind en dan weer angstig als een onvolwaardige volwassene.

Slide 6 - Diapositive

Idioot in het bad
Een idioot is een zwakzinnige in de hoogste graad. Hij moet met alles geholpen worden en heeft nauwelijks verstandelijk vermogen, maar wel gevoel. Hij heeft verdriet, is bang, blij of gelukkig, maar omdat hij de wereld niet begrijpt overheersen gevoelens van onzekerheid en angst. In het water bevangt hem een 'oud vertrouwde droom'. In het water is hij veilig en warm, hij vouwt zijn armen op de borst. Het is een onbewust gebaar, een houding die een ongeboren baby in de moederschoot aanneemt. Je ziet het ook bij baby's die in bad worden gedaan.

Slide 7 - Diapositive

Idioot in het bad
In de vierde strofe wordt hij in bad zittend beschreven. Via de bleke benen in het groenige water komt zij op het plantaardige beeld wat mooi aansluit bij zijn niet-rationele hoedanigheid. Zijn verstandelijke vermogens zullen nooit een volwassen staat bereiken. Hij huilt dan ook als een baby. Elke week wordt daarom duidelijk dat hij niet uitgegroeid is tot een zelfstandig mens. 

Thema: een zwakzinnige die het in bad gaan beleeft, het niet ontwikkelen tot zelfstandigheid

Slide 8 - Diapositive

Idioot in het bad
rijmschema wisselend gekruist en omarmend.
zeven kwatrijnen, in de strofe waarin hij zijn armen op de borst vouwt is er omarmende rijm.
Overwegend jambisch, eerste regel wel, twee ontspoort, net als de idioot zelf.
veel assonantie (strofe 1 a, strofe 2 a, ou, etc.)
alliteratie = zijn zorgelijk gezicht, bleke bloemen etc.)
witte stoom = pleonasme

Slide 9 - Diapositive

Idioot in het bad
gloren = metafoor (komt op, als de zon)
leeg = metafoor (geen gedachten in zijn hoofd)
zorgelijk gezicht = metafoor (zorgelijk hoe hij zich voelt)
voeten rechtop als bleke bloemen = vergelijking
benen die verdorden = metafoor (hij werd ouder)
benen komen als berkenstammen = vergelijking
door het groen opdoemen = metafoor (groen van berk, is water in het bad)

Slide 10 - Diapositive

Idioot in het bad
hij is als ongeboren = vergelijking (Hij is als een baby)
vruchten nimmer rijpen = metafoor (sommige mensen worden nooit volledig ontwikkeld, blijven 'idioot')
vrucht doet ook denken aan ongeboren baby
wijsheid van het lichaam = metafoor/personificatie (het lichaam weet wat hij moet doen)
opnieuw geboren = elke week gebeurt dit opnieuw
wreed- veilig = tegenstellling              laatste zin enjambement

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Evaluatie
Wat vind je nog lastig? Wat gaat al goed?

Slide 13 - Diapositive