Vragend + aanwijzend vnw


Goedemorgen allemaal!

Start je laptop.
Open de methode

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Goedemorgen allemaal!

Start je laptop.
Open de methode

Slide 1 - Diapositive

Afspraken

Slide 2 - Diapositive

Woordsoortbenoeming

Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
-------------------------------------------------------
Vragend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord


Slide 3 - Diapositive

7. Extra oefenen
Grammatica

Maken:
- Vragend vnw 1 t/m 8
- Aanwijzend vnw 1 t/m 8 

Klaar? Blok 5: Spelling
- Maken: Opdr 5.8

Slide 4 - Diapositive

Planning aankomende weken:

Week 1 (11-03-24) Grammatica Zinsontleding
Week 2 (18-03-24) Nederlands Examentraining
Week 3 (25-03-24) Grammatica Woordsoorten
Week 4 (01-04-24) Vrij
Week 5 (08-04-24) Spelling Werkwoorden
Week 6 (15-04-24) Spelling Meervoud
Week 7 (22-04-24) Lezen Oefenexamen leesvaardigheid
Week 8 (29-04-24) Vakantie
Week 9 (06-05-24) Vakantie
Week 10 (13-05-24) Schrijven Oefenexamen schrijfopdracht

Slide 5 - Diapositive

Wat gaan we doen?

1. LessonUp grammatica: woordsoorten
2. Oefenen woordsoorten in methode Nederlands
3. Tijd over? Oefenexamen oefenen op Facet


Lidwoorden, werkwoorden,
Zelfstandige naamwoorden,
Bijvoeglijk naamwoorden,
Bezittelijke naamwoorden en 
persoonlijke naamwoorden

Slide 6 - Diapositive

wat zijn de drie lidwoorden?

Slide 7 - Question ouverte

Werkwoorden
Doe-woorden
Lopen - rennen - vliegen - fietsen - etc

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een dier, mens, plant, ding en  gevoel
Voor een zelfstandig naamwoord kan je altijd een lidwoord  zetten.
Eigennamen zijn ook zelfstandig naamwoorden.


Slide 9 - Diapositive


Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit cola drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord

Slide 10 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar de winkel.
A
Lidwoord (lw)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)

Slide 11 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film gekeken.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Lidwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord

Slide 12 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets van een zelfstandig naamwoord.

voorbeeld: De groene appel. "Groene" zegt iets over "de appel" en is dus een bijvoeglijk naamwoord.

Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort mogelijk!
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord schrijf je vaak met -en.

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.

Slide 14 - Question ouverte


Kies de juiste woordsoort.
Ik heb veel nagedacht.
A
werkwoord
B
lidwoord
C
zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Quiz

Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Een 
het
de
denkt
spinnen
pauze
geheugen
toetje
toetsen
getekend
dans

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord?

Slide 18 - Question ouverte

Een bezittelijk voornaamwoord?

wat is waar
A
geeft aan wat je voornaam is
B
geeft aan hoeveel iemand bezit
C
geeft aan dat iets van iemand of iets is
D
geeft aan dat iemand iets bezit

Slide 19 - Quiz

welk bezittelijke voornaamwoorden staat in de zin?

Het glas van mijn telefoon is stuk.

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Ik ga een cadeau voor je uitzoeken samen met Bo.
Zijn de onderstreepte woorden een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 22 - Quiz

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Geen idee, jullie kunnen een bioscoopbon geven.
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 23 - Quiz

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Oké, dat is dan ons cadeau voor jou.
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 24 - Quiz

Hoe goed lukte mij deze les?

Tot over 2 weken!
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Zelfstandig aan de slag!
Methode Nederlands
7. Extra oefenmateriaal
Grammatica
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord


Slide 26 - Diapositive