W27 FA 3V H6 les 14

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bienvenue 3V

Semaine 27

Le 29 juin jusqu'au 3 juillet

Chapitre 5

La semaine dernière

La semaine dernière vous avez lu sur Le jardin du Luxembourg à Paris. Vous avez regardé un film de la série 'En direct de Collioure'. Enfin vous avez écoute un interview.

Vous deviez apprendre vocabulaire A à F

Cette semaine

Cette semaine:

• vous ferez un exercice du vocabulaire A à F
• vous lirez partie G: les verbes et vous ferez l'exercice.
• vous lirez partie H: lire et vous ferez les exercices.

Cette semaine

À la fin de cette semaine......

vous pouvez (kunnen jullie):

• het werkwoord savoir gebruiken.
• kernzinnen in een tekst herkennen.

vous savez (kennen jullie):

• vocabulaire van vervoersmiddelen & routebeschrijvingen
• vocabulaire van uitstapjes en kloktijden

Réviser

Vous avez appris le vocabulaire A à F. 

Maintenant vous traduisez les phrases suivantes.

Zullen we de Eiffeltoren beklimmen?

Het pretpark is gesloten vandaag.

Na de brug slaat u linksaf.

Hebben jullie de plattegrond van de metro gezien?

We gaan niet wandelen. Het regent.

Cette semaine

Cette semaine:

• vous ferez un exercice du vocabulaire A à F

• vous lirez partie G: les verbes et vous ferez l'exercice.
• vous lirez partie H: lire et vous ferez les exercices.

Expliquer

Partie G: le verbe savoir

Lees je boek op p. 75.

Let goed op: savoir kan twee verschillende betekenissen hebben in het Nederlands. Kijk dus goed naar de vertaling van de zinnen.

(Wanneer bijv. iemand vraagt: "Tu sais nager?" wordt er gevraagd of je kunt zwemmen. Daarmee bedoelen ze of je weet hoe je moet zwemmen, niet of je op dat moment kunt gaan zwemmen. Dat is "Tu peux nager?").

Les devoirs

Faire: Chap 6 ex 26 à 30

Apprendre: Voc A à H

à = tot en met

Vous faites les exercices dans votre cahier d'activités en ligne.

In je online werkboek kan ik goed je vooruitgang zien en bijhouden.