Organen les 2
1 / 29
La durée de la leçon est: 90 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Sondage
Kletspraat
Beschrijf in drie woorden de persoon die naast je zit.
Slide 3 - Question ouverte
Nier
Lever
Long
Hart
Urineblaas
Slide 4 - Question de remorquage
Middenrif
Urineblaas
Milt
Nier
Maag
Slide 5 - Question de remorquage
Galblaas
Slokdarm
Nier
Lebmaag
Endeldarm
Dikke darm
Slide 6 - Question de remorquage
Milt
Pens
Dunne darm
Netmaag
Boekmaag
Slide 7 - Question de remorquage
Nier
Blinde darm
Holle ader
Dikke darm
Aorta
Slide 8 - Question de remorquage
Hart
Maag
Milt
Lever
Vagina
Slide 9 - Question de remorquage
Slokdarm
Baarmoeder
Lever
Hart
Alvleesklier
Long
Eierstok
Blinde darm
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Wat is de functie van het respiratiestelsel?
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Welke beweringen over het respiratiestelsel zijn waar?
1. Gaswisseling vindt plaats in de longblaasjes.
2. Bij gaswisseling wordt koolstofdioxide ingeademd en zuurstof uitgeademd.
1. Gaswisseling vindt plaats in de longblaasjes.
2. Bij gaswisseling wordt koolstofdioxide ingeademd en zuurstof uitgeademd.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Noem een verschil tussen het respiratiestelsel van vogels en het respiratiestelsel van zoogdieren.
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Luchtzakken
Strottenhoofd
Luchtpijp
Longen
Slide 20 - Question de remorquage
Slide 21 - Diapositive
Welke beweringen over het circulatiestelsel zijn waar?
1. De kleine bloedsomloop voorziet de organen in het lichaam van voedingsstoffen.
2. De grote bloedsomloop neemt zuurstof op uit de longen.
1. De kleine bloedsomloop voorziet de organen in het lichaam van voedingsstoffen.
2. De grote bloedsomloop neemt zuurstof op uit de longen.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Welke beweringen over het hart zijn waar?
1. De linkerkamer heeft de meest gespierde hartwand.
2. De longslagader vervoert zuurstofrijk bloed naar de longen.
1. De linkerkamer heeft de meest gespierde hartwand.
2. De longslagader vervoert zuurstofrijk bloed naar de longen.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Diapositive
Holle ader
Linkerkamer
Rechterkamer
Longslagader
Aorta
Linkerboezem
Slide 27 - Question de remorquage
Aortaklep
Hartklep
Longklep
Harttussenwand
Longaders
Slide 28 - Question de remorquage
Hoe voel jij je na deze les?
A
B
C
D
