Je leert zonder stress. / Je krijgt er geen cijfer voor, je kunt iets nieuws uitproberen en het kost (bijna) niets.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Aufgabe 14
les
leren
zijn leuk
bovendien
populair
gebruikt
kleuren
Slide 7 - Diapositive
Hallo Abdu,
bei uns in der Schule kann man AGs besuchen [bezoeken]. Das macht Spaß: Ich kann was Neues ausprobieren [uitproberen]. Ein anderer Vorteil [voordeel] ist, dass ich es zusammen mit meinen Freunden machen kann. Voriges Jahr habe ich in der Näh-AG mein eigenes Kleidungsstück [kledingstuk] genäht.
Jetzt will ich wieder eine AG wählen. Aber welche? Die Robotik-AG organisiert regelmäßig [regelmatig] Turniere [toernooien]. Und in der Mountainbike-AG lernen wir unser Mountainbike zu reparieren [repareren]. Ich weiß nicht, welche AG ich wählen soll! Kannst du mir dabei helfen?
Liebe Grüße
Anna
Aufgabe 15
Slide 8 - Diapositive
Aufgabe 16
lekkernijen / snoepjes
een 1
de leraren
2600 leerlingen
Als je verder dan 2 of 3 km van school woont.
Slide 9 - Diapositive
E: Grammatik
der
die
das
die (mv)
Wanneer gebruik je welk lidwoord?
Bruder, Schwester, Buch, Eltern
Slide 10 - Diapositive
Mann
Frau
Opa
Haus
Land
Haar
Großeltern
Geschwister
Schwester
der Mann
die Frau
der Opa
das Haus
das Land
das Haar
die Großeltern
die Geschwister
die Schwester
timer
2:00
Slide 11 - Diapositive
F: Sprechen
Aufgabe 26, Seite 88
Vokale unterstreichen
Unterstreiche alle Vokale (klinkers) mit einem Umlaut
timer
2:00
Slide 12 - Diapositive
Aufgabe 29, Seite 89
Sprachmittel vorbereiten
Höre dir das Gespräch zwischen Nele und Vanessa an. Kreuze an, was gesagt wird.
Slide 13 - Diapositive
Niet eten! Slokje drinken mag.
Niet door de klas heen blijven lopen.
timer
4:30
Slide 14 - Diapositive
Selbständig arbeiten
Machen Aufgabe 32, 34, 35
32: Geef in het Duits antwoord op de vraag.
34: Vertaal de vraag en het passende antwoord naar het Duits.
35: Schrijf het complete gesprek uit. Gebruik de steekwoorden uit de opdracht.
Alle opdrachten moeten worden uitgeschreven in je schrift of op een blaadje.