3.1 De eerste wereldoorlog deel 2

3.1 De Eerste Wereldoorlog
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.1 De Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Herhaling vorige les
- Vervolg uitleg 3.1
- Zelfstandig aan de slag
- Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Herhaling vorige les

Slide 3 - Diapositive

Oorzaken voor de Eerste Wereldoorlog
Sleep de juiste beschrijving naar het juiste begrip
Nationalisme
Militarisme
Wapenwedloop
verheerlijking van het leger 
strijd om de sterkste bewapening 
liefde voor het eigen land

Slide 4 - Question de remorquage

NATIONALISME
WAPEN
WEDLOOP
BONDGENOOT
SCHAPPEN
eigen volk eerst
als ik maar sterker ben dan de ander
Jouw vijand is mijn vijand.

Slide 5 - Question de remorquage

Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog Welke hoort er niet bij?
A
Groeiend Nationalisme
B
Militarisme
C
Wapenwedloop
D
Propaganda

Slide 6 - Quiz

Geallieerden
Centralen
Duitsland
Oostenrijk-Hongarije
Frankrijk
Verenigd-Koninkrijk
Rusland

Slide 7 - Question de remorquage

De eerste wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 8 - Quiz

3.1 De eerste wereldoorlog
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat de oorzaken waren voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Je weet welke partijen bij de oorlog betrokken waren.
Je kunt beschrijven hoe partijen elkaar bestreden.
Je weet welke gevolgen de oorlog had (voor Nederland)

Slide 9 - Diapositive

Samen lezen blz 93 ''Strijd aan twee fronten'' en Leerstof ''Nederland tijdens de oorlog'' blz. 94

Pak je markeerstift en markeer belangrijke woorden/zinnen/begrippen
Waardoor werden mannen enthousiast om oorlog te voeren?

Op welke manier bestreden de partijen elkaar aan het front?

Wat is een tweefrontenoorlog?


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Vertaling:
ZIJN WIJ BANG? NEE!!
 Een Amerikaans affiche 
 Tekst boven: Deze vrouwen doen hun werk.
 Tekst onder: Ze leren hoe ze kogels moeten maken 
Vertaling:
ZIJN WIJ BANG? NEE!!
Vertaling:
Uw vaderland is in gevaar. Meld je meteen!
Propaganda posters

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

De oorlog
Door nieuwe technieken en fabrieken was de oorlog heel anders als men toen gewend was.



Slide 15 - Diapositive

De oorlog:
-treinvervoer
-mitrailleur
-handgranaat
-vlammenwerper
-gifgas
-tank
-vliegtuig

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat zijn de beste woorden om de Eerste Wereldoorlog te beschrijven?
A
Loopgraven, nieuwe wapens, veel doden .
B
Vliegtuigen, Tanks, Gifgas.
C
Trein en auto, maar ook postduif en paard,
D
Nieuwe wapens, veel land veroverd, veel doden.

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Diapositive

De oorlog
Dus ontzettend veel vernietiging, gewonden en doden.

Slide 22 - Diapositive

Nederland was Neutraal:
Je kiest geen partij.

Op deze manier probeerde Nederland uit de oorlog te blijven.
Met succes!

Slide 23 - Diapositive

Gevolgen van de oorlog voor Nederland
- 1.000.000. Belgische vluchtelingen.
(ook Engelse, Duitse wilde aan de oorlog ontsnappen)

- De geallieerde stopten de handel met Nederland waardoor er tekorten aan voedsel en brandstof ontstond. 

Slide 24 - Diapositive

Zelf aan de slag
Wat: Maak opdracht 1 t/m 5 af
- verder met opdracht 6 t/m 9 

Hoe: Zelfstandig (overleggen mag zachtjes met buurman/buurvrouw)

Tijd: 25 min

timer
1:00

Slide 25 - Diapositive

3.1 De Eerste Wereldoorlog

Slide 26 - Diapositive

Planning
- Herhaling vorige lessen
- nakijken opdracht 1 t/m 9
- Zelfstandig aan de slag
- Afsluiting

Slide 27 - Diapositive

3.1 De eerste wereldoorlog
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat de oorzaken waren voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Je weet welke partijen bij de oorlog betrokken waren.
Je kunt beschrijven hoe partijen elkaar bestreden.
Je weet welke gevolgen de oorlog had (voor Nederland)

Slide 28 - Diapositive

Wat betekent neutraal
A
je leger op sterke maken.
B
je bent onpartijdig.
C
je bent tegen smokkelen.
D
Je vangt vluchtelingen op.

Slide 29 - Quiz

Wie begon de Eerste Wereldoorlog?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Engeland
D
Sovjet-Unie

Slide 30 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de Eerste Wereldoorlog?
A
nationalisme
B
bondgenootschappen
C
religie
D
wapenwedloop

Slide 31 - Quiz

In de Eerste Wereldoorlog werd er gevochten met...
A
zwaarden en paarden
B
gas, zwaarden en paarden
C
gas, mitrailleurs, bommen, tanks
D
Tanks, auto's, atoomwapens en mitrailleurs

Slide 32 - Quiz

Wie vocht tegen wie in de eerste wereldoorlog?
A
De Centralen tegen de Geallieerden
B
Frankrijk tegen Duitsland
C
De communisten tegen de Nazi's
D
De VS tegen Europa

Slide 33 - Quiz

Nakijken
Opdracht 1 t/m 9 op blz. 90 t/m 94

Slide 34 - Diapositive

Zelf aan de slag
Wat: maken opdracht 1 t/m 4 blz. 96
opdracht 1 en 2 op blz. 97

Hoe: Zelfstandig (overleggen mag zachtjes met buurman/buurvrouw)

Tijd: 20 min

timer
1:00

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Vidéo

Slide 38 - Vidéo

Slide 39 - Vidéo