oefentoets leerjaar 2, dltk 6

Oefentoets drama lj 2, dltk 6
Je krijgt zo een oefentoets. Deze ziet er ongeveer hetzelfde uit als de echte toets, maar dan met andere fragmenten en andere vragen. Als je deze toets goed weet te maken, weet je dat je goed bent voorbereid op de echte toets.

Deze toets is aanzienlijk korter dan de echte toets, de echte toets bevat meer vragen.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets drama lj 2, dltk 6
Je krijgt zo een oefentoets. Deze ziet er ongeveer hetzelfde uit als de echte toets, maar dan met andere fragmenten en andere vragen. Als je deze toets goed weet te maken, weet je dat je goed bent voorbereid op de echte toets.

Deze toets is aanzienlijk korter dan de echte toets, de echte toets bevat meer vragen.

Slide 1 - Diapositive

Instructies
Voor ieder filmfragment zie je een slide met informatie over dit fragment en de vragen die je gaat krijgen.
Kijk het fragment rustig en vul de vragen in.
Zorg ervoor dat je volledig bent in je antwoorden.

Je kunt terug naar de vorige vraag, mocht dat nodig zijn.

Slide 2 - Diapositive

Filmfragment Mister Bean "The Exam"
Je ziet hier een scène uit Mr Bean. Hier komen 6 vragen over:

- Wat is volgens jou de denktekst op dit moment van Mr. Bean?
- Omschrijf het motorisch moment van deze scène?
- Wat zijn de twee duidelijkst zichtbare emoties waartussen Mr. Bean, tijdens deze scene, schakelt? 
- Beschrijf het gebruik van zijn mimiek in één van de twee emoties?
- Wat doet hij om het spieken mogelijk te maken?
- Wat is het motorische moment?



Slide 3 - Diapositive

6

Slide 4 - Vidéo

Sleep de woorden naar de juiste plek op de spanningsboog
climax

Motorisch moment
Ontwikkeling
Afloop
Expositie

Slide 5 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar de juiste plek in het schema
Spelgegevens
- Decor
- Kostuum
- Grime en hairstyling
-  Attributen / rekwisieten
- Licht
- Geluid
- Muziek 

De 5 w's

Theatrale middelen
De 7 vormgevingsmiddelen
- Mise-en-scène
- plaatsing van vormgeving

Enscenering

Slide 6 - Question de remorquage

Over deze foto komt straks een vraag

Slide 7 - Diapositive

Beschrijf de mise-en-scène van deze foto

Slide 8 - Question ouverte

00:50
Wat is volgens jouw de denktekst van Mr. Bean op dit moment?

Slide 9 - Question ouverte

01:58
Wat zijn de twee duidelijkst zichtbare emoties waartussen hij schakelt?
A
Verdriet en Blijdschap
B
Boos en Angst
C
Angst en Blijdschap
D
Blijdschap en Boosheid

Slide 10 - Quiz

01:58
Wat is het motorisch moment?

Slide 11 - Question ouverte

Sleep de woorden naar de juiste plek
Kostuum
Attribuut
Decor

Slide 12 - Question de remorquage

Over deze foto komt straks een vraag

Slide 13 - Diapositive

Beschrijf de beweging in deze foto

Slide 14 - Question ouverte

Suspense
Wat betekent suspense en wat is het doel van deze techniek?

Slide 15 - Question ouverte

Spanning en Sensatie
Je gaat een filmfragment zien uit "Psycho", dit is de eerste film waarin de techniek van Suspense werd toegepast.

- Wat is het moment wanneer de suspense het grootst is?
- Op welke manier wordt dit moment voor de kijker nog groter gemaakt?

Slide 16 - Diapositive

2

Slide 17 - Vidéo

Wat is een monoloog?
A
Een solo
B
Een regie aanwijzing in het script
C
Tekst die wordt uitgesproken door 2 mensen
D
Een tekst voor 1 persoon

Slide 18 - Quiz

01:51
Wat is het moment wanneer de suspense het grootst is?

Slide 19 - Question ouverte

01:54
- Op welke manier wordt dit moment voor de kijker nog groter gemaakt?

Slide 20 - Question ouverte

Wat doe je als je de 4de wand doorbreekt?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de functie van het doorbreken van de 4de wand?

Slide 22 - Question ouverte

01:58
Op welk moment is zijn gevoel van euforie (trotse blijdschap) het grootste?

Slide 23 - Question ouverte

01:58
Wat voor een handelingen gebruikt hij om te kunnen spieken?

Slide 24 - Question ouverte

01:58
- Beschrijf het gebruik van zijn mimiek en fysieke spel in één van de twee emoties?

Slide 25 - Question ouverte