V1G 24/03

• NT2
• ISK

V1G - 24 maart

Wat gaan we doen?

Herhalen tekstverbanden

Nieuwe tekstverbanden

Lesdoel:

Je herkent de tien tekstverbanden in de zin aan de signaalwoorden.

Tekstverbanden

Tijd

Opsomming 

Vergelijking 

Tegenstelling 

Oorzaak-gevolg

De man liep naar huis, maar de vrouw liep naar het station.

1. oorzaak-gevolg
2. opsomming
3. tegenstelling
4. vergelijking

De man liep naar huis, want de vrouw liep naar het station.

1. oorzaak-gevolg
2. opsomming
3. tijd
4. vergelijking

De man liep naar huis, terwijl de vrouw naar het station liep.

1. oorzaak-gevolg
2. opsomming
3. tijd
4. vergelijking

Tekstverbanden

Tijd                                                Uitleg (toelichting)

Opsomming                             Argumentatie

Vergelijking                              Doel-middel

Tegenstelling                          Samenvattend

Oorzaak-gevolg                     Concluderend

                                                       Voorwaarde

Tekstverbanden

Uitleg (toelichting)

Er wordt een uitleg gegeven, voorbeeld.

bijvoorbeeld, zo, onder andere, dat wil zeggen

In de zorg zijn er verschillende beroepen, bijvoorbeeld fysiotherapeut, dokter of verpleegkundige.

Tekstverbanden

Argumentatie

Er worden argumenten (redenen) gegeven om een stelling/mening te ondersteunen.

namelijk, omdat, want, dus

Je zou meer moeten fietsen, omdat het gezonder is en omdat het beter is voor het milieu.

Door veel te oefenen, verbeterde ze haar Engels.

1. opsomming
2. uitleg
3. argumentatie
4. oorzaak-gevolg

Tekstverbanden

Doel-middel

Hoe kun je iets doen om een bepaald doel te bereiken?

om te, opdat, door middel van, daarmee

Ze studeert elke dag, daarmee hoopt ze haar toets te halen.

Je zou meer moeten lezen, omdat het je helpt nieuwe dingen te leren en je taalniveau te verbeteren.

1. oorzaak-gevolg
2. argumentatie
3. doel-middel
4. toelichting

Tekstverbanden

Samenvattend

Een samenvatting van de belangrijkste punten in een tekst.

samengevat, kortom, al met al, oftewel

Kortom, als je veel water drinkt heb je meer energie en voel je je beter.

Mijn moeder heet Kim, net zoals mijn nichtje.

1. argumentatie
2. opsomming
3. vergelijking
4. doel-middel

Tekstverbanden

Concluderend

Er wordt een conclusie gegeven van de informatie in de tekst.

concluderend, dus, hieruit volgt, vandaar dat, uit dit alles blijkt

Dus als je regelmatig leest, word je beter in de taal.

Tekstverbanden

Voorwaarde

Wat is er nodig? Waar hangt iets van af?

tenzij, indien, als, mits

Je mag buiten spelen, als je de kamer hebt opgeruimd.

Ik hou van chocolade, maar ik eet het niet vaak.

1. voorwaarde
2. concluderend
3. tegenstelling
4. vergelijking

Hij is erg slim, hij kan bijvoorbeeld heel goed rekenen.

1. opsomming
2. toelichting
3. concluderend
4. samenvattend

We mogen naar huis, omdat het te warm is in de school.

1. oorzaak-gevolg
2. argumentatie
3. voorwaarde
4. samenvattend

Tekstverbanden

Tijd                                                                 Uitleg (toelichting)

Opsomming                                              Argumentatie

Vergelijking                                               Doel-middel

Tegenstelling                                           Samenvattend

Oorzaak-gevolg                                      Concluderend

                                                                        Voorwaarde

Verder oefenen

Einde van de les

Lesdoel:

Je herkent de tien tekstverbanden in de zin aan de signaalwoorden.