Module 02 Macromoleculen Hfst.1 Organische stoffen

• Natuurwetenschappen
• Secundair onderwijs

Module 02 Macromoleculen 

Hoofdstuk 1. Organische stoffen

1. Voorstelling organische formules

Leerdoelen

• Je kan de unieke eigenschappen van C geven.
• Je kan uitleggen hoe je een organische stof in een formule weergeeft en waarom je dit zo doet.
• Je kan een omschrijving geven voor het begrip isomeren.

Module 02 Macromoleculen 

Hoofdstuk 1. Organische stoffen

1. Voorstelling organische formules

1.1 Bindingsmogelijkheden van C

Noteer onderstaande titels in je schrift

Bekijk aandachtig volgende videofragmenten. Beantwoord telkens de vragen.

• Lees telkens de tekst in je handboek p.55-57
• Neem notities

Hoeveel organische stoffen zijn er?

1. meer dan 10 000
2. meer dan 100 000
3. meer dan 10 000 000
4. exact 10 000 000

Hoeveel elektronen heeft C?

1. 4
2. 6
3. 8
4. 10

C heeft 4 valentie-elektronen. wat zijn valentie-elektronen?

Si heeft gelijkaardige eigenschappen dan C en kan ook grote moleculen vormen zoals siliconen. C kan echter veel meer soorten moleculen vormen omdat ...

1. C kleiner is dan Si
2. enkel C vier covalente bindingen kan aangaan
3. Si geen covalente bindingen kan aangaan
4. C groter is dan Si

Waar of niet waar?
'C kan meervoudige bindingen aangaan.'

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar?
'C kan met andere C-atomen ringen vormen.'

1. waar
2. niet waar

Zoek op: Wat is het verschil tussen verzadigde en onverzadigde verbindingen? (zie ook handboek)

Module 02 Macromoleculen 

Hoofdstuk 1. Organische stoffen

1. Voorstelling organische formules

1.2 Notitiemogelijkheden van een organische stof

Wat geeft een brutoformule van een organische stof weer?

1. Hoe de C- en H-atomen aan elkaar gebonden zijn
2. Hoeveel C-atomen en H-atomen de molecule bevat
3. Hoeveel bindingen er in een molecule aanwezig zijn
4. Hoe een molecule er uitziet

Leg in je eigen woorden uit waarom je een organische stof best niet voorstelt door een brutoformule.

Geef een correcte omschrijving voor het begrip isomeren.

Hoeveel C-atomen en hoeveel H-atomen bevat deze skeletformule?

1. C:7 H:14
2. C:8 H:20
3. C:7 H:16
4. C:8 H:18

Teken de skeletformule van drie isomeren van

C​6​​H​14​​

Maak een foto en voeg hier toe.

Heb je de leerstof begrepen?

😒🙁😐🙂😃

Stel hier vragen over de onderdelen die je niet (goed) begrepen hebt.