16. Toets vissen

16. Toets vissen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
DierenSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

16. Toets vissen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- LessonUp doornemen
- Eventueel hoofdstuk 5 doorlezen in het boek
- Vragen maken
- Ontspanning

Slide 2 - Diapositive

Leven in het water
Het lijf van een snelzwemmende vis loopt spilvormige toe. Zo kunnen ze het water goed wegduwen. Het lijf is bedekt met schubben. Om goed door het water te kunnen glijden, zijn de schubben bedekt met slijm. Dat maakt de vissen zo glibberig. Om in het water te kunnen voortbewegen hebben vissen borstvinnen en buikvinnen in paren. Met rugvinnen en de aarsvinnen kunnen ze hun ligging in het water handhaven. De staartvinnen zorgen voor de aandrijving. Een belangrijk orgaan om in het water omhoog en naar beneden te kunnen gaan is de zwemblaas. Vissen halen adem door middel van kieuwen.

Slide 3 - Diapositive

Haaien en Roggen
<- Blauwe haai
Hondshaai ->

<-Witte haai
Zee-engel ->

<- Hamerhaai

Slide 4 - Diapositive

Schol
De schol is de bekendste platvis en een belangrijke eetbare vis. Schollen leven vooral van kleine mosselen. Ze kraken de schelp met hun sterke gebit. Ook wormen, kreeftachtigen en slangsterren staan op hun menu. 

Slide 5 - Diapositive

Kabeljauw
Tot de kabeljauwen behoren ongeveer 480 soorten, die vrijwel allemaal in zee leven. Kabeljauwen waren er 50 miljoen jaar geleden al. Waarschijnlijk zijn de vroegste vormen zelfs meer dan 100 miljoen jaar oud. Er zijn kabeljauwachtigen die in grote hoeveelheden gevangen worden, zoals de kabeljauw en de schelvis. De kleur wisselt van bruin en groenig tot lichtgrijs, de onderkant is wittig.

Slide 6 - Diapositive

Heek
De heek is een familielid van de kabeljauw. Hij komt voor in zeeën tot 200 meter diepte. De heek is meteen te herkennen aan de twee rugvinnen: de eerste daarvan is driehoekig.

Slide 7 - Diapositive

Koraalduivel en guppy's
De gewone koraalduivel leeft voornamelijk in het koraalrif. De naam is afkomstig van de prachtige rode strepen. Die dienen als waarschuwing.
De guppy is afkomstig uit Venezuela en het Caribisch Gebied. Vandaag de dag komt de vis over de hele wereld voor. Bij sommige guppymannetjes is de staartvin bijna net zo groot als het hele lijf.

Slide 8 - Diapositive

Grote rafelvis
De rafelvis doet denken aan een zeepaardje. Hij wordt ongeveer 40 cm lang en leeft in de zeegrasweiden voor de kust van Australië. Huidlellen verbergen bijna de lichaamsvorm van de rafelvis. Daardoor lijkt hij op een drijvend stuk alg. In deze vermomming benadert de vis zijn prooi.

Slide 9 - Diapositive

Clownvissen
Clownvissen zijn kleine rifbaarzen en heten ook wel anemoonvissen. Ze leven altijd in symbiose (samen) met een zeeanemoon, die ze met zijn giftige tentakels beschermt tegen vijanden. Als tegenprestatie krijgt de zeeanemoon de restjes van de maaltijd van de vis. De kleine vissen vallen zelfs duikers aan die dicht bij hun zeeanemoon komen.

Slide 10 - Diapositive

Kogelvissen
Tot de kogelvissen en hun verwanten behoren vrij vreemde vissen. De meeste zijn rond als een bal of vierkant als een doosje. Vele hebben scherpe stekels, sommige zijn heel giftig. Er zijn zo'n 340 soorten van deze zeldzame vis.

Slide 11 - Diapositive

En nu?
Hoofdstuk 5 doorlezen en opdrachten maken.

Daarna ontspanning

Slide 12 - Diapositive