Herhalen thema 4

Online les biologie

Deze les: 

Houding
Leren voor de toets
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Online les biologie

Deze les: 

Houding
Leren voor de toets

Slide 1 - Diapositive

Gezond bewegen
Je krijgt dikkere spieren als je meer beweegt. 
Gezond bewegen = meer bewegen

Door regelmatig te bewegen krijg je een goede conditie en coördinatie.

Slide 2 - Diapositive

Beweging
De kans om bijvoorbeeld blessures te krijgen is kleiner als je regelmatig beweegt. 

Ongetrainde spieren raken sneller overbelast dan getrainde spieren.
Spierpijn komt doordat de afvalstoffen niet uit spieren kunnen

Diabetes type 1 begint met aanleg voor diabetes type 1, ook zonder diabetes in de familie. Vervolgens raken de cellen die insuline aanmaken uit evenwicht, waardoor het afweersysteem de cellen aanvalt die insuline maken.
We weten niet precies waardoor diabetes ontstaat. Mensen krijgen eerder diabetes type 2 als het in de familie zit, als ze te zwaar zijn en als ze weinig bewegen. Maar lang niet iedereen kan voorkomen dat hij diabetes type 2 krijgt. Er zijn ook mensen die altijd gezond leven en die toch diabetes type 2 krijgen.

Slide 3 - Diapositive

Gezond bewegen
Om de kans op spierpijn te verminderen is het verstandig om een goede warming up en cooling down te doen. Zo kunnen de afvalstoffen uit de spieren. 

RSI: klachten door steeds dezelfde beweging. 

Slide 4 - Diapositive

hoe noemen we het botje in je pols dat bij je duim begint?
A
Opperarmbeen
B
Spaakbeen
C
Ellepijp
D
Vingerkootje

Slide 5 - Quiz

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 6 - Quiz

schedel
Schouderblad
Opperarmbeen
Heupbeen
ribben
ellepijp
spaakbeen
lendenwervels
halswervels
dijbeen
knieschijf
scheenbeen
Kuitbeen
sleutelbeen

Slide 7 - Question de remorquage

Wat voor een gewricht is je knie?
A
Scharniergewricht
B
Rolgewricht
C
Kogelgewricht
D
Knikgewricht

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de taken van het skelet?
A
stevigheid en vorm
B
stevigheid, vorm en bescherming
C
stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Slide 9 - Quiz

Ik wil mijn arm buigen. Welke spier is aan het werk en wat gebeurt er met die spier?
A
armbuigspier, de spier wordt korter en dikker
B
armbuigspier, de spier wordt langer en dunner
C
armstrekspier, de spier wordt korter en dikker
D
armstrekspier, de spier wordt langer en dunner

Slide 10 - Quiz

Hoe zitten de armen vast aan de schouder?
A
gewrichten
B
naden
C
kraakbeen
D
vergroeid

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van gewrichtbanden?
A
soepel bewegen van het gewricht
B
houdt de 2 botten bij elkaar
C
zorgt voor extra stevigheid van het gewricht

Slide 12 - Quiz

Hoe zit het staartbeen vast aan het heiligbeen?
A
naden
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
gewrichten

Slide 13 - Quiz

Als spier 2 korter wordt, wordt spier 4...
A
Korter
B
Langer

Slide 14 - Quiz

Hoe zitten de ribben vast aan het borstbeen?
A
kraakbeen
B
gewrichten
C
vergroeid
D
naden

Slide 15 - Quiz

Met welke verbinding zit de onderkaak vast aan de schedel?
A
naad
B
vergroeid
C
gewricht
D
kraakbeen

Slide 16 - Quiz

Gewrichtskapsel
Gewrichtskogel
Kapselband
Kraakbeen
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer

Slide 17 - Question de remorquage

Hoe noem je nummer 3?
A
Wervelkolom
B
Halswervel
C
Borstwervel
D
Lendewervel

Slide 18 - Quiz

Hoe heet het
omcirkelde deel?
A
Lendewervel
B
Heiligbeen
C
Staartbeen
D
Stuitje

Slide 19 - Quiz

Hoe zitten de wervels aan elkaar vast?
A
naad
B
gewrichten
C
kraakbeen
D
vergroeid

Slide 20 - Quiz

Hoe noemen we nummer 15?
A
Dijbeen
B
Scheenbeen
C
Kuitbeen
D
Voet

Slide 21 - Quiz

Waaruit bestaan botten?
A
lijmstof
B
kraakbeen
C
kalkstof en kraakbeen
D
kalkstof en lijmstof

Slide 22 - Quiz

Noem 2 plaatsen waar kraakbeen zit

Slide 23 - Question ouverte

Zit er in de botten van bejaarden meer lijmstof dan kalkstof?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

Welk nummer geeft je opperarmbeen aan?
A
3
B
4
C
5
D
7

Slide 25 - Quiz

Zit er in de botten van baby's meer kalk of lijmstof?
A
Meer kalk
B
Meer lijmstof
C
Evenveel kalk als lijmstof
D
Er zit geen kalk en lijmstof in de botten van baby's

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Sleep naar de botten die je ziet op de röntgenfoto
Spaakbeen
Opperarmbeen
Ellepijp

Slide 28 - Question de remorquage

Hoe noem je dit bot?
A
Borstkas
B
Rib
C
Borstbeen
D
Borstwervel

Slide 29 - Quiz

Hoe noem je nummer 8?
A
Heupbeen
B
Heup
C
Dijbeen
D
Bekken

Slide 30 - Quiz

Welk nummer geeft je sleutelbeen aan?
A
3
B
4
C
5
D
7

Slide 31 - Quiz

Laatste vraag:
Hoe noem je nummer 4?
A
Wervelkolom
B
Lendewervel
C
Heiligbeen
D
Staartbeen

Slide 32 - Quiz