Argumentatieschema 's, argumentatiestructuren en drogredenen
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
5V Argumentatieleer en leesvaardigheid
Argumentatieschema 's, argumentatiestructuren en drogredenen
Slide 1 - Diapositive
Benoem 1 en 2. Ik doe liever geen eindexamen (1); als ik slaag moet ik een vervolgopleiding kiezen(2).
A
(1) standpunt, (2) argument
B
(1) argument, (2) standpunt
C
twee standpunten
D
twee argumenten
Slide 2 - Quiz
Feitelijk of waarderend? "Abortus moet verboden worden. Een ongeboren kind heeft ook recht om te leven!"
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 3 - Quiz
Feitelijk of waarderend? De invoering van de OV-chipkaart heeft al veel problemen opgeleverd. Oplaadpalen doen het bijvoorbeeld vaak niet.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 4 - Quiz
Welk schema? Ik ben niet meer verliefd op je en ik denk niet dat ik dat ooit weer word. We kunnen er beter een punt achter zetten.
A
Enkelvoudig
B
Onderschikkend
C
Nevenschikkend
D
Neven- en onderschikkend
Slide 5 - Quiz
Welk schema? Dit is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
Enkelvoudig
B
Onderschikkend
C
Nevenschikkend
D
Neven- en onderschikkend
Slide 6 - Quiz
Welk schema? Uiteindelijk wen je aan dat alcoholvrije bier. Je vergeet namelijk hoe echt bier smaakt. Dat is dus geen reden om alcohol te blijven drinken.
A
Enkelvoudig
B
Onderschikkend
C
Nevenschikkend
D
Neven- en onderschikkend
Slide 7 - Quiz
Welk schema? De spelling moet worden vereenvoudigd. De meeste Nederlanders blijven fouten maken. Kijk maar naar de spelfouten in tijdschriften en kranten.
A
Enkelvoudig
B
Onderschikkend
C
Nevenschikkend
D
Neven- en onderschikkend
Slide 8 - Quiz
Soort argument? Mensen zouden wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan, want dat is goed voor het milieu en het is goed voor hun conditie.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 9 - Quiz
Soort argument? Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega's. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij 's middags wel in de sportschool was.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 10 - Quiz
Soort argument? Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan. De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst ook in een interview gezegd.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 11 - Quiz
Soort argument? Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs de zo gewenste loonsverhoging niet zullen krijgen; de docenten in het voortgezet onderwijs kregen immers laatst ook niet meer salaris.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van vergelijking
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 12 - Quiz
Welke drogreden? Wij hebben dit voorjaar in een hotel in Berlijn gelogeerd. Het was er superschoon: de douche, het bed en de vloer waren om van te eten. Zie je wel dat Duitsers zeer net en hygiënisch zijn.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Overhaaste generalisatie
C
verkeerde vergelijking
D
Persoonlijke aanval
Slide 13 - Quiz
Welke drogreden? Die zaak is kil en onpersoonlijk ingericht en de stoelen zitten niet comfortabel. We moeten daar niet gaan vergaderen.
A
Ontduiken van de bewijslast
B
Op de man spelen (persoonlijke aanval)
C
vertekenen van een standpunt
D
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschap
Slide 14 - Quiz
Welke drogreden? De mensen die het met Hugo de Jonge oneens zijn, moeten wel last van alzheimer-light hebben.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Onterecht beroep op autoriteit
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast
Slide 15 - Quiz
Welke drogreden? Ik ben de directeur omdat ik het hier voor het zeggen heb.
A
Cirkelredenering
B
Overhaaste generalisatie
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Vertekenen van het standpunt
Slide 16 - Quiz
Rest van de les:
Opgeven roman(s) kern
Nakijken lezen opdrachten blok 2 en blok 3
Maken lezen opdrachten blok 2 en 3
Nieuwsquiz
Huiswerk:
Woordenschat blok 1 t/m 3
Theorie doorlezen lezen blok 3
Maken lezen blok 3 opdracht 9
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
argumentatieschema's
Slide 26 - Diapositive
Het geheel van argumenten en standpunt wordt redenering of argumentatie genoemd.
Het verband tussen argumenten en standpunt noemen we eenargumentatieschema.
Slide 27 - Diapositive
De argumentatie kan gebaseerd zijn op:.
oorzaak en gevolg
kenmerk of eigenschap
voor- en nadelen
voorbeelden
vergelijking
autoriteit
Slide 28 - Diapositive
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg.
Een feit of gebeurtenis leidt tot een ander feit of andere gebeurtenis.
Slide 29 - Diapositive
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap.
Als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft een onderdeel van de groep dat kenmerk ook.
Slide 30 - Diapositive
Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
Hier wordt een afweging gemaakt: de voordelen worden vergeleken met de nadelen. Op basis daarvan wordt een oordeel uitgesproken.
Slide 31 - Diapositive
Argumentatie op basis van voorbeelden.
Argumenten zijn gebaseerd op voorbeelden.
Slide 32 - Diapositive
Argumentatie op basis van vergelijking
Er wordt een vergelijking gemaakt tussen twee gevallen.
Slide 33 - Diapositive
Argumentatie op basis van autoriteit
Een standpunt wordt ondersteund door een uitspraak van een deskundige of gezaghebbende.