Les klas 1 - woordenboek

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alfabet en woordenboek

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze les 

1. Het alfabet
2. Een woordenboek gebruiken

Slide 3 - Diapositive

Deze les hoort bij stap 3: precies lezen.
Wat doe je wanneer je een woord niet kent?
In de volgende les bespreken we nog meer manieren om precies te lezen:
- Woordbetekenis raden
- De betekenis van een uitdrukking vinden

1 Het alfabet 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij over het alfabet?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de volgende letters in alfabetische volgorde
A
VUW
B
UVW
C
UWV
D
WUV

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn na K de drie volgende letters in het alfabet?
A
H- I -J
B
L-M-O
C
P-Q-S
D
L-M-N

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staan de woorden in alfabetische volgorde?
A
tijdschrift, boek, krant
B
boek, krant ,tijdschrift
C
boek, tijdschrift, krant
D
krant, boek, tijdschrift

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Comment utiliser un dictionnaire?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


2 Een woordenboek gebruiken

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gebruik je een woordenboek?
1 De woorden staan op alfabetische volgorde. 

2 Je vindt in een woordenboek:
  • wat een woord betekent
  • hoe je het woord schrijft 
  • of het een de- of het- woord is
  • wat een uitdrukking betekent.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

pak je woordenboek erbij
En zoek op: 
dictionnaire

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek in een woordenboek: '.....'
Op welke bladzijde vind je het?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gebruik je een woordenboek?

  1. De woorden staan op alfabetische volgorde.
  2. Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  3. Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  4. Zoek naar de stam van het woord!

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stam van het woord

Il faisait trop froid dehors                         >   stam = 
Elle avait aimé son nouveau portable  >   stam = 
Elle était très fatiguée.                               >   stam = 
Tués par les produits toxiques                 >   stam = 
Cette organisation lutte contre...             >   stam = 
Il travaille lentement.                                  >   stam =


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stam van het woord

Il faisait trop froid dehors                         >   stam = faire
Elle avait aimé son nouveau portable  >   stam = avoir + aimer
Elle était très fatiguée.                              >   stam = être
Tués par les produits toxiques                >   stam = tuer
Cette organisation lutte contre...            >   stam = lutter
Il travaille lentement.                                 >   stam = lent

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Devine le mot 
Het raden van een woord is ook een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Zo hoef je niet elke keer het woordenboek erbij te pakken.  
Je kan de betekenis soms uit een zin halen, het woord kan op het Nederlands lijken of misschien herken je al een deel van het woord. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8
5
3
7
2
6
4
1
9
ampoule
annonce
annulaire
anticiper
apaiser
apparaître
apparent
appuyer
aptitude

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de stam van het volgende woord en wat betekent het:
soignent

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de stam van het volgende woord en wat betekent het:
il vivait

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de stam van het volgende woord en wat betekent het:
sûrement

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de stam van het volgende woord en wat betekent het:
mené

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de stam van het volgende woord en wat betekent het:
pauvres

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenboek

  • Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden.

  • Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
  • Zoek het basiswoord. (lent ipv lentement, rapide ipv rapidement)
  • Let op :Er staan vaak meerdere betekenissen. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertaal de onderstaande zin:

Regarde! Un requin!

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertaal de onderstaande zin:

Il souffre de la famine.

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

moqueur
tiédasse
bâiller
furoncle
toutou
ahuri
plantigrade
joufflu
steenpuist
gapen
bolwangig
lauwwarm
woef hond
verbluft
spotvogel
zoolganger

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Les devoirs:
Script af & uit je hoofd leren.
donderdag 23 juni inleveren

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions