H 11 Oppervlakte en inhoud 3 GT Mavo lj 3 (TRR

1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 14 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Lien

Slide 5 - Diapositive

Als de maat groter wordt dan wordt het aantal kleiner.
 Als de maat kleiner wordt dan wordt het aantal groter.
  3cm =         dm
  3m   =         mm  

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

11-1  Oppervlakte balk en cilinder

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

  • Bij de volgende 2 slides staan filmpjes over hoe je de OPPERVLAKTE  van een cilinder berekent. 
  • De eerste is een uitgebreider uitlegfilmpje
  • De tweede is de verkorte versie 

Kies één van de twee om te bekijken.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Wat is de omtrek van een cirkel met straal van 12 centimeter ?
Uitgedrukt in π cm
A
6π cm
B
24π cm
C
12π cm
D
144π cm

Slide 13 - Quiz

Wat is de oppervlakte van een cirkel met een doorsnede van 12 cm?
A
355,3 cm²
B
452,4 cm²
C
37,7 cm²
D
113,1 cm²

Slide 14 - Quiz

De omtrek van een cirkel is 40cm. Wat is de diameter op één decimaal?
A
125,7 cm
B
12,7 cm
C
0,1 cm
D
6,4 cm

Slide 15 - Quiz

Wat is de oppervlakte van cirkel met een straal van 3 cm?
A
9,43 cm²
B
18,85 cm²
C
113,10 cm²
D
28,27 cm²

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Wat klopt er aan deze uitslag van een cilinder niet?

Slide 19 - Question ouverte

Wat klopt er niet aan de uitslag van deze cilinder?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

par 11-2
Inhoud samengestelde figuren

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

formulekaartje: 
Formules: 
  • Omtrek cirkel = diameter × π 
  • Opp cirkel = straal x straal x  π    
  • Inhoud cilinder = opp bodem × hoogte 
  • Inhoud prisma = opp bodem × hoogte 
  • Inhoud kegel = opp bodem × hoogte : 3 
  • Inhoud piramide = opp bodem × hoogte : 3  

Slide 24 - Diapositive

Aanpak bij INHOUD berekenen 
1. Hoe heet het ruimtefiguur? Moet ik hem nog verdelen in aparte stukjes (bij een samengesteld figuur)? 
2. Welke formule hoort erbij? 
3. Heb ik alle maten in dezelfde eenheid omgerekend? 
4. Vul de formule in en reken uit. 
5. Geef antwoord op de vraag:    > waar gaat het over,   >waar moet ik op afronden,   >welke een eenheid hoort erbij?   

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

par 11-3
Inhoud prisma

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

formulekaartje: 
Formules: 
  • Omtrek cirkel = diameter × π 
  • Opp cirkel = straal x straal x  π    
  • Inhoud cilinder = opp bodem × hoogte 
  • Inhoud prisma = opp bodem × hoogte 
  • Inhoud kegel = opp bodem × hoogte : 3 
  • Inhoud piramide = opp bodem × hoogte : 3  

Slide 29 - Diapositive

Aanpak bij INHOUD berekenen 
1. Hoe heet het ruimtefiguur? Moet ik hem nog verdelen in aparte stukjes (bij een samengesteld figuur)? 
2. Welke formule hoort erbij? 
3. Heb ik alle maten in dezelfde eenheid omgerekend? 
4. Vul de formule in en reken uit. 
5. Geef antwoord op de vraag:    > waar gaat het over,   >waar moet ik op afronden,   >welke een eenheid hoort erbij?   

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

par 11-4
Inhoud piramide en kegel

Slide 32 - Diapositive

formulekaartje: 
Formules: 
  • Omtrek cirkel = diameter × π 
  • Opp cirkel = straal x straal x  π    
  • Inhoud cilinder = opp bodem × hoogte 
  • Inhoud prisma = opp bodem × hoogte 
  • Inhoud kegel = opp bodem × hoogte : 3 
  • Inhoud piramide = opp bodem × hoogte : 3  

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien

Aanpak bij INHOUD berekenen 
1. Hoe heet het ruimtefiguur? Moet ik hem nog verdelen in aparte stukjes (bij een samengesteld figuur)? 
2. Welke formule hoort erbij? 
3. Heb ik alle maten in dezelfde eenheid omgerekend? 
4. Vul de formule in en reken uit. 
5. Geef antwoord op de vraag:    > waar gaat het over,   >waar moet ik op afronden,   >welke een eenheid hoort erbij?   

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Vidéo

Slide 38 - Vidéo

Slide 39 - Vidéo

par 11-5
Vergroten

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

Vergroten:
  • eerst factor (f) bepalen  (= nieuw : oud) 
  • Lengte:              oud     x   f    =  nieuw 
  • Oppervlakte:   oud      x  f   x   f   =  nieuw  
  • Inhoud:              oud      x  f   x  f  x  f =  nieuw   

Slide 44 - Diapositive

Voorbeeld:
Vraag: Wat wordt de nieuwe oppervlakte en inhoud van de bol?
Gegevens:
  • Oppervlakte bol = 45 cm2 , 
  • Inhoud bol = 35  cm3.
Deze wordt vergroot met factor 3.
  • Nieuwe opp:  45 x 3 x 3 = 405 cm2              
  • Nieuwe inhoud: 35 x 3 x 3 x3  = 945 cm3 

Slide 45 - Diapositive