Absolute vorsten

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

 Absolute vorsten

Leerdoelen

- jij weet wat een absolute vorst is en kan dit begrip in twee zinnen uitleggen.

- Jij weet wat het goddelijk recht is en kan dit begrip in max. 20 woorden uitleggen.

- Jij weet wat de standenpiramide is en kan deze ook invullen.

Waar komen wij vandaan?

Waar gingen de vorige lessen over?

Wat was de naam van deze zonnekoning ook alweer?

Lodewijk XVI was een absoluut vorst. Leg in je eigen woorden uit wat een absoluut vorst is (max 2 zinnen).

Wat gaan wij doen deze les?

                    -Opdracht 1 op de portal: Maak de tekst compleet over Lodewijk XIV.

                    - Opdracht 2: beschrijf (in ik-vorm) kort een dag in het leven van Lodewijk XIV (minimaal 100 en maximaal 120 woorden). 

                             

                              -> Verwerk In het verhaal de begrippen: Absolutisme, goddelijk recht, standenpiramide.

 

                             -> Verwerk in het verhaal het begrip: mercantilisme. 

     

                    -Opdracht 3: Jij verzint twee waarheden en één leugen over het absolutisme. Vervolgens laat jij jouw buurman/ buurvrouw de leugen raden.

 

 

• • •

• • •

• • •

 • •

• • •

Wat gaan wij nu doen?

                    -Opdracht : Jij verzint twee waarheden en één leugen over het absolutisme. Vervolgens laat jij jouw buurman/ buurvrouw de leugen raden. Dit doen jullie minimaal 2 keer. 

- De waarheden en leugen schrijf jij individueel (alleen dus) op. 

Daarna ga jij de leugen van jouw buurman proberen te raden 

Voor deze opdracht krijgen jullie 7 minuten voor  

 

 

• • •

-Opdracht 1

op de portal: Maak de tekst compleet over Lodewijk XIV.

-Opdracht 2:

Beschrijf (in ik-vorm) kort een dag in het leven van Lodewijk XIV (minimaal 50 en maximaal 120 woorden).

                              -> De betekenis van de volgende begrippen komen terug in jouw verhaal: Absolutisme, goddelijk recht, standenpiramide.

                             -> De betekenis van de volgende begrippen komen terug in jouw verhaal: mercantilisme. 

• • •

 • •

-Opdracht 3

 Jij verzint twee waarheden en één leugen over het absolutisme. Vervolgens laat jij jouw buurman/ buurvrouw de leugen raden.

Wie zit er in stand 3

3

2

1

Wie zit er in stand 2

3

2

1

Wie zit er in stand 1

3

2

1