Stevigheid en beweging


Kraakbeen
A
maakt het mogelijk dat een gewricht veel kan bewegen
B
maakt dat een gewricht niet kan bewegen
C
maakt het mogelijk dat een gewricht een beetje kan bewegen
D
zit nooit in een gewricht
1 / 29
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


Kraakbeen
A
maakt het mogelijk dat een gewricht veel kan bewegen
B
maakt dat een gewricht niet kan bewegen
C
maakt het mogelijk dat een gewricht een beetje kan bewegen
D
zit nooit in een gewricht

Slide 1 - Quiz

In kraakbeen zit
A
veel kalk
B
weinig kalk

Slide 2 - Quiz

Kraakbeen
A
is steviger dan gewoon been
B
is elastischer dan gewoon been

Slide 3 - Quiz

In kraakbeen zit veel lijmstof, daarom is het zo buigzaam. Hoe verwijder ik lijmstof uit het kraakbeen?
A
Door het in zuur te leggen
B
Door te drogen
C
Door het te verhitten in een vlam
D
Door het op te lossen met een sterk loog.

Slide 4 - Quiz

Kraakbeen bevat
A
veel lijmstof weinig kalk
B
veel kalk weinig lijmstof
C
evenveel kalk als lijmstof
D
geen kalk alleen lijmstof

Slide 5 - Quiz

Wat is GEEN functie van kraakbeen
A
slijtage voorkomen
B
stevigheid geven
C
bescherming geven
D
beweging makkelijker maken

Slide 6 - Quiz

Kraakbeen is
A
Buigzaam
B
Niet buigzaam

Slide 7 - Quiz

Ons skelet is gebouwd voor vorm, stevigheid, bescherming en beweging. Wat zorgt ervoor dat onze botten kunnen bewegen?
A
Pezen
B
Spieren
C
Gewrichten
D
Botten

Slide 8 - Quiz

Welke functies heeft ons skelet?
A
Vormgeven, bescherming en stevigheid
B
Vormgeven, stevigheid en beweging
C
Beweging, vormgeven, stevigheid en bescherming

Slide 9 - Quiz

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 10 - Quiz

Wat wordt na spierpijn extra aangemaakt in je spieren?
A
Vezels
B
Spieren
C
Prikkelingen
D
Vet

Slide 11 - Quiz

De spierschede geeft de spier
A
stevigheid
B
flexibiliteit
C
bescherming
D
vorm

Slide 12 - Quiz

Dit type spier bevat heel veel spiervezels, maar weinig haarvaten. Dit zijn spieren van een...
A
Krachtsporter
B
Duursporter

Slide 13 - Quiz

Een spier bestaat uit spierbundels.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat is er in je spieren aan de hand als je spierpijn hebt?
A
te veel afvalstoffen in de spieren
B
te veel spierkneuzingen in de spieren

Slide 15 - Quiz

Welke spier hoort NIET in je spierstelsel thuis?
A
Armstrekspier
B
Maagspier
C
Rugspier
D
Kuitspier

Slide 16 - Quiz

Gewricht: welk nummer geeft de gewrichtsknobbel aan?
A
nummer 1
B
nummer 3
C
nummer 5
D
nummer 6

Slide 17 - Quiz

Gewrichtssmeer zorgt ervoor dat de gewrichtskogel in de gewrichtskom blijft zitten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Het skelet!
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 19 - Question de remorquage

Welk gewricht is extra beschermd door gewrichtsbanden?

Slide 20 - Question ouverte

Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen

Slide 21 - Question de remorquage

Naadverbinding
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen

Slide 22 - Question de remorquage

1
5
6
10
vergroeid
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 23 - Question de remorquage

Vergroeid
Naad
Fontanel

Slide 24 - Question de remorquage

Welk nadeel heb je als zoolganger?
A
de hele zool wordt gebruikt bij het lopen
B
je zakt makkelijk weg in de bodem
C
je bent niet zo snel
D
je hebt geen knie

Slide 25 - Quiz

Is een geit een zoolganger, teenganger of een topganger?
A
Topganger
B
Teenganger
C
Zoolganger

Slide 26 - Quiz

Welke dieren zijn zoolgangers?
A
Mens en kameel
B
Mens en beer
C
Kameel
D
Geen van allen

Slide 27 - Quiz

Een kat is een zoolganger
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Is een egel een topganger of een zoolganger?
A
Zoolganger
B
Topganger

Slide 29 - Quiz