BS 14.4: Inademen en uitademen

BS 14.4: Inademen en uitademen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BS 14.4: Inademen en uitademen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  1. Terugblik basisstof 14.3
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg basisstof 14.4
  4. Opdrachten maken
  5. Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik BS 14.3
  1. Welke drie onderdelen zitten in de neusholte?
  2. Wat doet de huig?
  3. Wat doet het strotklepje?
  4. Waardoor zijn de luchtpijp en bronchiën stevig?
  5. Hoe heten de vertakkingen van bronchiën?
  6. Wat doen de longblaasjes?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tong
Huig
Luchtpijp
Slokdarm
Mondholte
Neusholte
strotklepje
Keelholte

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

keelholte
luchtpijp
neusholte
strottenhoofd
waar stroomt lucht vanuit de neusholte naartoe?
wat wordt door de huig afgeloten tijdens het slikken?
wat wordt door het strotklepje afgesloten tijdens het slikken
wat zit aan het begin van de luchtpijp?

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen ademhalingsstelsel
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Nodig voor verbranding
Over na verbranding
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
(Energie)
Glucose

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de tekst naar de juiste afbeelding 
Bekijk in de afbeelding hoe de lijntjes / pijltjes lopen
    ademhalen
     verslikken
        slikken

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Er moeten 2 dingen gebeuren bij ademhalen: 
1. Er moet lucht de longen in en uitgaan
2. In de longen moeten stoffen (O2 en CO2) in de lucht worden uitgewisseld met het bloed
Gaswisseling
Koolstofdioxide

Slide 10 - Diapositive

Lucht is via luchtpijp en bronchiën in longen gekomen, in longblaasjes
daar uitwisseling gassen met bloed
samenstelling ingeademde lucht: veel zuurstof
uitgeademde lucht: veel koolstofdioxide

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

borstademhaling
buikademhaling

Slide 12 - Diapositive

om lucht in de longen te krijgen moet de borstholte worden vergroot
dan worden longen uitgerekt waardoor er lucht wordt ingezogen = inademen
kan op 2 manieren
borstademhaling: tussenribspieren (borstbeen en ribben omhoog
buikademhaling: middenrif (buikwand naar voren)
uitademen: spieren ontspannen: borstholte verkleind, lucht er uit geperst

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

borstademhaling
buikademhaling

Slide 14 - Diapositive

om lucht in de longen te krijgen moet de borstholte worden vergroot
dan worden longen uitgerekt waardoor er lucht wordt ingezogen = inademen
kan op 2 manieren
borstademhaling: tussenribspieren (borstbeen en ribben omhoog
buikademhaling: middenrif (buikwand naar voren)
uitademen: spieren ontspannen: borstholte verkleind, lucht er uit geperst

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk gas moet bij nummer 3 staan?
A
zuurstof
B
stikstof
C
koolstofdioxide

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het zuurstof gehalte bij nummer 5 hoog of laag?
A
hoog
B
laag

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

borstholte wordt groter
longen worden groter
lucht stroomt de longen in
ribben en borstbeen bewegen omhoog

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhalen (kies het juiste begrip)
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. Door het samentrekken van de tussenribspieren bewegen je ribben omhoog/omlaag en wordt de borstholte groter/kleiner.

Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen het middenrif en de buikwand. Door het samentrekken van je middenrif worden de longen groter/kleiner, zodat je inademt/uitademt.

Borstademhaling
Buikademhaling
Omhoog
Omlaag
Groter
Kleiner
Groter
Kleiner
Inademt
Uitademt

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? 

Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes 
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën 
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes 
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën 
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes 
2 bronchiën
3 luchtpijp 

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er in het longblaasje?
A
Zuurstof in het bloed Koolstofdioxide uit het bloed
B
Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide in het bloed
C
Zuurstof uit het bloed Koolstofdioxide in het bloed
D
Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide uit het bloed

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten maken
Maak BS 14.4: opdrachten 1, 2, 3, 6, 8

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben we geleerd?
Zet in de juiste volgorde. Buikademhaling inademen:
Middenrifspieren trekken samen
1
Volume longen wordt groter
Middenrif gaat omlaag + organen in de buikholte gaan naar voren
Lucht stroomt longen in
Borstholte wordt groter

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions