Les 2 botvorming en groei & soorten botten

Soorten botten
Les 2, VAFAT
Asaf Gafni, Rosanne Kruithof & Stefan van Wonderen – Anatomie en fysiologie voor het MBO

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Soorten botten
Les 2, VAFAT
Asaf Gafni, Rosanne Kruithof & Stefan van Wonderen – Anatomie en fysiologie voor het MBO

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen les 2
  • De student:
  • heeft kennis van hoe botten zijn ontstaan; botvorming en groei.
  • kan op basis van de vorm van het bot aangeven onder welke groep deze valt; pijpbeenderen ,korte beenderen, platte beenderen, onregelmatig gevormde beenderen.
  • weet wat mobiliteit bij zorgvragers inhoudt.
  • weet hoe je vallen bij zorgvragers met een beperking kunt voorkomen (valpreventie)

Slide 2 - Diapositive

Even opfrissen
Korte Quiz

Slide 3 - Diapositive

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 4 - Quiz

Stelling:
.....is een functie van het skelet.
A
Beweging
B
Bescherming
C
Opslag van mineralen en energie
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quiz

Waar worden bloedcellen in het bot aangemaakt?
A
Gele beenmerg
B
Sponsachtig weefsel
C
Rode beenmerg
D
Bloedvaten

Slide 6 - Quiz

Welk mineraal heeft de mens nodig voor onze botten?
A
Kalium
B
Ijzer
C
Natrium
D
Calcium

Slide 7 - Quiz

Het botweefsel bestaat uit botmatrix en botcellen.
Waar bestaat botmatrix uit?
A
Collageenvezels en calciumfosfaat
B
Collageenvezels en kalium
C
Eiwitvezels en natriumfosfaat.
D
Calcium en magnesium

Slide 8 - Quiz

Hoe wordt de buitenkant van het bot genoemd?
A
Compacte botweefsel
B
Endotheel
C
Sponsachtig botweefsel
D
Bindvlies

Slide 9 - Quiz

Hoe heet de centrale opening in de botmatrix, waardoor bloedvaten, zenuwen en lymfevaten lopen?
A
Kanaal van Volkmann
B
Kanaal van Havers
C
Kanaal van Berger
D
Kanaal van Klavers

Slide 10 - Quiz

Wat is geen functie van het botvlies?
A
Het vormen van een barrière rondom het bot
B
Het zorgen voor extra stevigheid
C
Het vormen van een aanhechtingsplaats voor pezen
D
Het vormen van een aanhechtingsplaats voor ligamenten (banden)

Slide 11 - Quiz

Botvorming en groei

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

De binnenste laag van het botvlies bevat botvormende cellen. Dit zijn:
A
Osteocyten
B
Osteoclasten
C
Osteoblasten
D
Osteonen

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je de rijpe cellen die de botmatrix onderhouden?
A
Osteoblasten
B
Osteonen
C
Osteoclasten
D
Osteocyten

Slide 15 - Quiz

Botgroei zowel in de lengte als in de breedte.
Lengtegroei vindt plaats vanuit.......
A
De uiteinden (epifyse)
B
De schacht(diafyse)
C
De groeischijf
D
Het botvlies

Slide 16 - Quiz

Botgroei:
Bot groeit in de lengte als in de breedte.
Lengtegroei
  • Vanuit de groeischijf kan het bot in de lengte groeien.
  • In de groeischijf kan nieuw kraakbeen worden gemaakt.
  • Tot het einde van de puberteit vindt botvorming vanuit het kraakbeen van de groeischijf plaats. Na de puberteit verdwijnen de groeischijven.
  • Je bent uitgegroeid.

Slide 17 - Diapositive

Botgroei
Waar? Uiteinden van de pijpbeenderen, kaak, heupen

Wat? Kraakbeencellen zitten in groeischijven. 

Wat gebeurt er als je stopt met groeien? Groeischijven waren van kraakbeen, worden van been

Slide 18 - Diapositive

Breedtegroei:
  • Appositionele groei.
  • Nieuw botweefsel wordt onder het botvlies aangemaakt. d.m.v. osteoblasten.
  • Het bot wordt dan steeds dikker.



Slide 19 - Diapositive

Soorten botten
Pijpbeenderen
Korte beenderen
Platte beenderen
Onregelmatige beenderen

Slide 20 - Diapositive

Welke van onderstaande botten behoort niet tot de pijpbeenderen?
A
Schouderblad
B
Spaakbeen
C
Scheenbeen
D
Dijbeen

Slide 21 - Quiz

Tot de onregelmatig gevormde beenderen hoort:
A
hand- en voetwortelbeentjes
B
heupbeen
C
scheenbeen
D
beenderen in de schedel

Slide 22 - Quiz

Pijpbeenderen
  • dijbeen, opperarmbeen
  • Lang en dun
  • Typische opbouw; diafyse (schacht) en epifyse
  • De schacht bestaat uit compact botweefsel met daarbinnen de mergholte. De mergholte is gevuld met sponsachtig botweefsel en geel beenmerg.
  • Aan het uiteinde van de epifyse bevindt zich bij kinderen de groeischijf.

Slide 23 - Diapositive

Korte beenderen
  • Zo breed als ze lang zijn (hand- en voetwortelbeentjes)
  • Dun laagje compact botweefsel met sponsachtig botweefsel.

Slide 24 - Diapositive

Platte beenderen
  • Zijn breed en plat. (bijv. schouderblad, heupbeen en beenderen in je schedel)
  • Ze beschermen het weefsel en aanhechting van spieren.
  • Brede laag compact botweefsel en een dunne laag sponsachtig botweefsel.

Slide 25 - Diapositive

Onregelmatig gevormde beenderen
  • Beenderen met een onregelmatige vorm (bijv ruggenwervels en hand-voetwortelbeentjes)
  • Bestaan uit een dunne laag compact botweefsel met binnenin sponsachtig botweefsel.

Slide 26 - Diapositive

Mobiliteit

Slide 27 - Diapositive

Wat is mobiliteit?

Slide 28 - Question ouverte

Waarom ouderen sneller vallen?

Slide 29 - Carte mentale

0

Slide 30 - Vidéo

Bij tijd over:



Opdracht
Maak individueel de valpreventietest.
https://www.zorgvoorbeter.nl/valpreventie-ouderen/test

Slide 31 - Diapositive

Afsluiting
Vragen?                              Doelen bereikt?      Wat vond je van de les?





Plaats je reactie in de chat.

Slide 32 - Diapositive

Huiswerk voor volgende week
Voorbereiden leerdoelen les 3:
De student kan uitleggen wat een botverbinding is
De student kent de eigenschappen van bindweefselverbindingen, kraakbeenverbindingen en synoviale gewrichten
De student kent verschillende soorten synoviale gewrichten
De student kent de drie verschillende bewegingsassen





Slide 33 - Diapositive