Thema 3 Ordening dieren - posteropdracht

Thema 3: Ordening
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 3: Ordening

Slide 1 - Diapositive

                                          Indeling

Slide 2 - Diapositive

De vier rijken

Slide 3 - Diapositive

Overzicht

Slide 4 - Diapositive

Dezelfde soort?

Slide 5 - Diapositive

Dezelfde soort?

Slide 6 - Diapositive

Dezelfde soort als:
twee individuen voort kunnen planten en hun nakomelingen ook voort kunnen planten

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt benoemen op welke kenmerken het dierenrijk verder wordt ingedeeld

Je kunt voorbeelden noemen van die kenmerken

Je kunt dieren zelf indelen in de nieuwe groepen

Slide 8 - Diapositive

Kenmerken waar de eerste selectie op plaats vindt



Skelet

Slide 9 - Diapositive

Geen skelet

Slide 10 - Diapositive

Uitwendig skelet

Slide 11 - Diapositive

Inwendig skelet

Slide 12 - Diapositive



Geleedpotigen en gewervelden

Slide 13 - Diapositive

Geleedpotigen
Poten bestaan uit leden: 1 stuk is 1 lid

Het lichaam bestaat uit segmenten

Slide 14 - Diapositive

Geleedpotigen

Slide 15 - Diapositive

Gewervelden

Slide 16 - Diapositive

Indeling
Bij het indelen van de gewervelde dieren letten we op 5 kenmerken;
De huid,
De lichaamstemperatuur,
De ademhalingsorganen,
De manier van voortplanten,
Het milieu.

Slide 17 - Diapositive

De huid
De huid van een dier kan bedenkt zijn met schubben, haren, slijm of veren.

Slide 18 - Diapositive

Lichaams-temperatuur

Een dier kan warmbloedig of koudbloedig zijn.

Slide 19 - Diapositive

De ademhalingsorganen
Een dier kan ademhalen met de huid, met longen of met kieuwen.

Slide 20 - Diapositive

Voortplanting
Een dier kan zich voortplanten met of zonder eieren. Dieren die zich voortplanten zonder eieren noem je levendbarend.

Er zijn 4 manieren van voortplanting.

Slide 21 - Diapositive

Eieren zonder schaal
Eieren zonder schaal
Eieren met een kalkschaal
Eieren met een leerachtige schaal
Levenbarend

Slide 22 - Diapositive

Het milieu
Een dier kan op het land, in het water of in de lucht leven.

Slide 23 - Diapositive

Vissen

Slide 24 - Diapositive

Vogels

Slide 25 - Diapositive

Zoogdieren

Slide 26 - Diapositive

Posteropdracht

Slide 27 - Diapositive

Posteropdracht
Je maakt een informatieve poster.


Je werkt alleen.

Slide 28 - Diapositive

Informatieve poster - 2 dieren
1. Kies 2 verschillende gewervelde diersoorten (gewervelde dieren = vogels, vissen, zoogdieren, amfibieën en reptielen).
2. Vergelijk de twee dieren met elkaar. Zet er de volgende kenmerken in (zie blz 245):
 - De huid(bedekking)
 - De lichaamstemperatuur: koud- of warmbloedig
 - De ademhalingsorganen.
 - De manier van voortplanten.
 - Het milieu waar ze leven.
Plaatjes en tekst mag je printen.
- hoeveel dieren zijn er op aarde?
- waar in de wereld leven deze dieren?

Slide 29 - Diapositive

zee-arend                       kikker

Slide 30 - Diapositive