LOB les 7- Identiteit, tradities, waarden en normen

• LOB
• MBO
• Studiejaar 1

LOB: "Identiteit, tradities, waarden en normen"

Terugrkijken: 

We hebben het gehad over: 

- motivatie (wat is jouw passie, wat is jouw intrinsieke motivatie) en over jouw toekomst, visualiseren jouw dromen. 

- leer je klas kennen (netwerken)

Leerdoel

• Je beschrijft  jouw persoonlijke en sociale identiteit 
• Je onderzoekt welke normen, waarden en tradities van invloed zijn op je leven.
  
• Je kan met een medestudent een gesprek voeren over jouw  gewoontes en gedragsregels. 

Waarom is het belangrijk om hierover te leren? 

Doel van de les: 

Je gaat leren over eigen identiteit

Iedereen is uniek.

Wie je bent wordt beïnvloed door aangeboren karaktertrekken, door je opvoeding, je omgeving, je vrienden. 

In deze les ga je leren over jezelf en anderen. 

Waarom is dat belangrijk? 

Jullie hebben een beroep gekozen waar je veel in moet samenwerken. Het is handig als je inzicht hebt in jezelf en in anderen. 

‘Ik omring mezelf het liefst met mensen die zijn zoals ik ben.’

😒🙁😐🙂😃

Klassengesprek over een stelling: 

karakter, ideeën, afkomst, uiterlijk, beroep, hobby’s, etc

startvraag

Wie ben jij als persoon? Wat is jouw identiteit?

activeren voorkennis, wat weet je al over karaktereigenschappen 

Je identiteit is wie jij bent, denk aan: karakter, ideeën, afkomst, uiterlijk, beroep, hobby's, waarden en normen, etc.

Je persoonlijke identiteit zijn je karaktereigenschappen. Wat zijn voorbeelden van jouw eigenschappen?

Rustig, verlegen, opvliegend, vrolijk, spontaan

Je sociale identiteit wordt bepaald door rollen in verschillende groepen. Bv: zoon/dochter en student. Noem nog minimaal 3 rollen.

broer/zus, klasgenoot, vriend of kennis, lid van voetbalteam of, collega.

Je hebt overal andere verantwoordelijkheden en de keuzes zeggen iets over jou.

Waarden en normen

Waarden zijn de zaken die waardevol gevonden worden door iemand of een groep mensen. Denk aan: stiptheid, eerlijkheid, respect, rechtvaardigheid.

Normen zijn de gedragsregels die horen bij waarden. Bij stiptheid is bv. een norm dat je op tijd komt bij afspraken. 

Waarden en normen

Veel ouders leren hun kind hoe het zich behoort te gedragen.

Via school, vrienden, sport of een baan krijg je te maken met nieuwe normen, waarden en tradities. 

Bij een nieuwe groep, moet je je vaak enigszins aanpassen. Maar het is aan jou om de grenzen te bepalen.

Waarden en normen

Wie of waar je ook bent, wat je ook doet, je zult altijd denken aan de normen, waarden en tradities die je van thuis hebt meegekregen. 

Daar ligt de basis die jou voor een belangrijk deel heeft gevormd. 

Schema Zelf werken!

Wat moet je doen?	Ga naar: mijn.toegang.org --> personal impact Ga naar jouw studieplan en kies de opdracht: 1.04 Identiteit, tradities, normen en waarden Individueel Maak de opdracht: 02 Theorie en verwerking
Hoe moet je het doen?	Download de vragenlijst en beantwoord de vragen in word en lever jouw antwoorden in in het lesmateriaal in de inlevermap (onderaan).
Hoeveel tijd heb je ervoor?	15 minuten
Hulp vragen aan?	Benader het met een open visie en positief. Kijk goed naar jezelf en gebruik een klasgenoot die een beetje op jou lijkt als voorbeeld. Of google....
Waarom moet je het doen?	Hierdoor leer je jezelf beter kennen en kan je goede keuzes maken.
Wat levert het op?	Je hebt jouw eigen identiteit omschreven.
Wat als je eerder klaar bent?	Zoek een aantal foto’s van jezelf en/of op internet die passen bij jouw identiteit en maak daar een collage van. Je er ook woorden bij schrijven. Maak de collage met bijvoorbeeld canva.com of in powerpoint.

Opdracht 1

Schema Zelf werken!

Wat moet je doen?	In 2-tallen (buren). Je presenteert jouw identiteit aan jouw buurman en onderzoekt 2 verschillen en 2 overeenkomsten.
Hoe moet je het doen?	Neem jouw eigen vragenlijst voor je. Vertel een verhaal, rap, hou een pitch of presentatie of laat op een andere manier aan jouw buurman iets zien van jouw identiteit. Als je aan de beurt geweest bent, is de ander aan de beurt. Als jullie allebei zijn geweest, zoek je naar tenminste 2 overeenkomsten en 2 verschillen. Onthoud deze of schrijf het op op je vragenlijst.
Hoeveel tijd heb je ervoor?	5 minuten per persoon (voorbereiding en verhaal) en daarna, 5 minuten onderzoeken overeenkomsten en verschillen = totaal 15 min.
Waarom moet je het doen?	Het is goed om te leren over andere mensen en andere karakters, dat maakt samen leven en samen werken makkeliijker.
Wat levert het je op?	Je hebt karaktereigenschappen gezien bij een ander en jezelf.
Wat als je eerder klaar bent?	Een bekende gesprekstechniek heet LSD, luisteren, samenvatten en doorvragen. Ga opnieuw met jouw buur in gesprek en stel nog meer vragen over zijn identiteit en luister goed naar antwoorden. Daarna vat je samen wat je hoorde.

Opdracht 2

Geef hieronder een samenvatting van de belangrijkste antwoorden die jij gegeven hebt. Geef hiervoor antwoord op de vraag: 'Als je mij beter zou kennen, dan zou je weten dat...'

En wat is het belangrijkste dat je hebt gehoord over de identiteit van de ander (met wie je de opdracht hebt besproken)?

Welke gewoontes en gedragsregels geef jij zeker door aan je kinderen?

Hoe ga jij om met mensen die anders in het leven staan dan jij?

Leerdoelen behaald?

- Je beschrijft jouw persoonlijke en sociale identiteit?

- Je onderzoekt welke normen, waarden en tradities van invloed -zijn op je leven?

- Je kan met een medestudent een gesprek voeren over jouw gewoontes en gedragsregels? 

Ik had in deze les nog meer kunnen leren als..............?

Tot de volgende keer! 

Dan doen we de Leerstijlentest!

Hoe leer ik eigenlijk?