Woche 2

H2e Duits, Woche 2
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H2e Duits, Woche 2

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Beginopdracht

Slide 3 - Diapositive

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Grammatik C
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Herhaling Grammatik C
Wörterliste B
LOGO
Hausaufgaben
Dienstag (40 Min.)

Info T03
Start Kapitel 6
Hören: Aufgabe 2
Wörterliste A
Hausaufgaben

Slide 4 - Diapositive

Info T03
- Eén hoofdstuk (in plaats van 2), omdat deze periode maar 5-6 weken duurt. 

Kapitel 6 (WERKBOEK B!)
- Alle woordjes, beide kanten op, incl. meervouden (S. 38-39)
- Grammatica C & Grammatica E (S. 42-43)
- Leesvaardigheid

In week 5 heb je een kijk-/luistertoetsje van LOGO, voor het taaldossier.

Slide 5 - Diapositive

Start Kapitel 6
"Du kannst über deine Schule erzählen" --> maar: wat kun je nu al? 


Slide 6 - Diapositive

1 Lüge, 2 Wahrheiten
1. Ihr seid jetzt Schüler in der 2. Klasse. 

2. In Deutschland gibt es in allen Bundesländern (= provincies) ein anderes Abitur (= eindexamen).

3. In Deutschland ist die höchste Note eine 1,0.

Slide 7 - Diapositive

Hören
Aufgabe 2
S. 13

De leraar Duits in het fragment geeft huiswerk op.
Kruis aan welke beweringen richtig en falsch zijn.

Slide 8 - Diapositive

Wörterliste A
S. 38






Slide 9 - Diapositive

Hausaufgaben für Donnerstag
- Maken: Aufgabe 3 (S. 13)
- Leren: Wörterliste A, eerste helft (S. 38)
Niederländisch
Deutsch
Technik
Sport
Lyceum Plus 
kein Unterricht
Mentorstunde

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Beginopdracht

Bespreek de volgende zinnen met je buurvrouw/buurman en schrijf in je schrift: Let op: eu = [oi], ei = [ai]
1. Was ist dein Lieblingsfach? > Mein Lieblingsfach ist...
2. Was ist heute das tollste Fach? > Heute freue ich mich auf...
3. Was ist heute das blödste Fach? > Heute habe ich keine Lust auf... 

Slide 12 - Diapositive

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Grammatik C
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Herhaling Grammatik C
Wörterliste B
LOGO
Hausaufgaben
Dienstag (40 Min.)

Info T03
Start Kapitel 6
Hören: Aufgabe 2
Wörterliste A
Hausaufgaben

Slide 13 - Diapositive

Check Hausaufgaben
- Aufgabe 2 (S. 13)


Slide 14 - Diapositive

Grammatik C
- Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden ook alweer? 

- Waarom verandert het onderstreepte persoonlijk voornaamwoord in de onderstaande zinnen? 

1. Ik heb vandaag een bos bloemen gekregen. 
2. Mijn vriend heeft vandaag voor mij een bos bloemen gekocht.

Slide 15 - Diapositive

Grammatik C
- In het Duits heb je natuurlijk ook naamvallen. Je kent de 1e en de 4e al. 
De functies zijn: 
1 = 
4 = 

Nu komt er één stukje theorie bij... 

Slide 16 - Diapositive

Grammatik C
- Achter de onderstaande voorzetsels komt altijd een 4e naamval!

durch 
ohne
für
entlang
gegen
um
bis

Slide 17 - Diapositive

Grammatik C
Welke 4e naamval-vormen moet je nu kennen? 

Alleen die van de persoonlijke voornaamwoorden en niet de lidwoorden!
1
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
4
mich
dich
ihn/sie/es
uns
euch
sie/Sie

Slide 18 - Diapositive

Hausaufgaben für Freitag
- Maken: Aufgabe 7 + 8 (S. 17)

- Leren: Wörterliste A, helemaal (S. 38)



Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Beginopdracht
Vertaal de onderstaande woordjes:
Versie A
Versie B
de woensdag
zondags
de docente (vrl!)
opletten
natuurkunde
want
rekenen
scheikunde
Frans
geschiedenis

Slide 21 - Diapositive

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Grammatik C
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Herhaling Grammatik C
Wörterliste B
LOGO
Hausaufgaben
Dienstag (40 Min.)

Info T03
Start Kapitel 6
Hören: Aufgabe 2
Wörterliste A
Hausaufgaben

Slide 22 - Diapositive

Herhaling Grammatik C
- Bespreken: Aufgabe 7 + 8 (S. 16-17)

- An die Arbeit: Aufgabe 9 (S. 17)

- Extra stencil


Slide 23 - Diapositive

Wörterliste B
S. 38

Slide 24 - Diapositive

LOGO
Wat voor soort vragen moet je kunnen beantwoorden? 
- Meerkeuzevragen (in het Duits & Nederlands)

- Open vragen (vraag in het Duits, bijvoorbeeld met een vraagwoord; antwoorden mag in het Nederlands)

Bijvoorbeeld: Wo ist der Unfall passiert? > In Berlijn.

Slide 25 - Diapositive

Hausaufgaben für Dienstag
- Maken: 

- Leren: Wörterliste B, eerste helft (S. 38)



Slide 26 - Diapositive