Astma

19-12-23

Keuzedeel Specifieke doelgroepen 
Module astma en COPD
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BspMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

19-12-23

Keuzedeel Specifieke doelgroepen 
Module astma en COPD

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 
Je hebt inzicht in de richtlijnen van  de behandeling van Astma
Je kan profielen beoordelen 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Symptomen van astma
Hoesten: dit is meestal een irritante hoest met weinig slijm, soms helemaal droog.
Moeilijkheden met ademhalen: dit gebeurt meestal wanneer je je inspant of jezelf fysiek uitput. 
Fluitje in de borst: deze geluiden worden geproduceerd door het passeren van lucht door nauwe luchtwegen. 
Andere symptomen kunnen zijn: Gevoel van vermoeidheid, pijn en irritatie in de keel, druk op de borst. Verstopte neus (dik slijm, moeilijk te verwijderen) en niezen.



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Welke verschillen zijn er tussen astma en COPD?

Slide 14 - Question ouverte

Verschil astma/COPD
Astma en COPD zijn beide chronische longziekte die op elkaar lijken,  Toch zijn er verschillen. 

COPD: op latere leeftijd, vaak door roken, korte levensverwachting, continue last van benauwdheid en kortademigheid, onomkeerbaar schade aan de longen, verhoogde kans op longkanker. 

Astma: Kinderen, vaak met allergie voor huisstofmijt, pollen, huisdieren, benauwdheid met aanvallen, met behulp van medicatie is astma goed te behandelen. 



Slide 15 - Diapositive

a. Wat zijn de algemene doelstellingen rond Astma bij kinderen, jongeren en volwassenen?

Slide 16 - Question ouverte

b. Maak met behulp van een Venn diagram een overzicht met de verschillen en overeenkomsten in de behandeling van kinderen en volwassenen met astma Zie bijlage 1
Voeg een foto van de diagram toe

Slide 17 - Question ouverte

c. Wanneer wordt prednisolon bij astma gebruikt

Slide 18 - Question ouverte

c. Waar moet je op letten bij gebruik van prednisolon voor langere tijd?

Slide 19 - Question ouverte

c.Welke bijwerkingen komen het meest voor bij gebruik van dit middel?

Slide 20 - Question ouverte

d. Bij astma is er sprake van overgevoeligheid van de luchtwegen. Welke adviezen kan je geven om de prikkels te beperken waardoor er minder vaak een aanval zal optreden.

Slide 21 - Question ouverte

e. Welke leefstijl adviezen zijn verder nog van belang voor astmapatiënten?

Slide 22 - Question ouverte

Medicatie evaluatie profiel 3
Meneer Bakker 12-3-1952
Ventolin dosisaerosol (overgebruik van >2x pw)
Serevent diskus ( salmeterol)
Daktarin ( 1 maand terug)
Levocetirizine
Timolol oc.gtt

Slide 23 - Diapositive

1. Wat zijn de indicaties van de gebruikte middelen?
2. Welke middelen worden geïnhaleerd? En hoe?
3. Past de medicatie bij één van de behandelstappen van astma? En zo ja, welke?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Lien

4. Zou je nog iets willen wijzigen in de medicatie?
5. Zijn er verder nog aandachtspunten die je wil bespreken met de patiënt?
6. Welke leefstijladviezen zou je meneer Bakker nog willen geven?

Slide 26 - Question ouverte

Medicatieoverzicht 2 
Mevrouw Dijkstra 20-8-1994
Symbicort Turbuhaler
Ventolin dosisaerosol
ethinylestradiol/levonorgestrol

Slide 27 - Diapositive

1. Mevrouw heeft een grote kinderwens en wil graag weten welk(e) middel(en) ze voor haar astma kan gebruiken tijdens een eventuele zwangerschap.

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Lien

2. Wat zijn de verschillen tussen Seretide en Symbicort? Wat zijn de voor en nadelen van een combinatiepreparaat?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Lien

Medicatieprofiel 3
Lieke Dekker 10-5-16
salbutamol dosisaerosol
fluticason dosisaerosol
Unguetum leniens
HCA 1% creme

Slide 32 - Diapositive

1. Ze heeft gemerkt dat haar kind een vieze adem heeft en er is iets wittigs in de mond te zien. Wat kan dit zijn? Hoe is dit op te lossen?
2. Van welke co-morbiditeit is hier sprake en zie je deze combinatie vaker?

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Vidéo

Wie gaat met wie welk onderwerp voorbereiden en presenteren?

Slide 35 - Question ouverte