Elektronen

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Weten wat elektronen zijn

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

                                    Atoommodel
Naam
Massa
Lading
Neutron
Groot (1)
0 (geen)
Proton
Groot (1)
+ (positief)
Elektron
Klein (0)
- (negatief)

Slide 3 - Diapositive

Dit is een atoom. De bolletjes die op je vorige dia zag, de zelfde bolletjes zitten in dit atoom. In een molecuul zitten de atomen.
Atomen zijn de letters en moleculen zijn de woorden.
Massa is 8 want er zijn 4 p+ en 4 n0 inde kern en ze hebben allebei een massa van 1 dus samen is dat 8.
Atomen
Atomen bestaan uit kleine deeltjes. In elk atoom is een atoomkern in het midden aanwezig, die uit positief geladen protonen (aangeduid met p) bestaan en neutraal geladen deeltjes die we neutronen (aangeduide met n) noemen. Een elektronenwolk is aanwezig om de kern heen, bestaande uit negatief geladen deeltjes, genaamd elektronen (aangeduid met e). 

Een atoom is altijd neutraal als er evenveel protonen als elektronen aanwezig zijn. Wanneer dit niet het geval is, spreken we niet van een atoom, maar van een ion.



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektronenbeweging
1
2

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stromende elektronen
Elektronen zijn negatief geladen.
Bij de - van de batterij zijn dus veel
elektronen.
De elektronen stromen dus van -
naar +

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrije elektronen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moleculen bestaan uit?
A
Fasen
B
Atomen
C
Atoommodel
D
Moleculen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektronen hebben een:
A
Positieve lading
B
Negatieve lading
C
Neutrale lading

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

8b. De elektronen bewegen van
A
van P naar Q
B
van Q naar P

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door een isolator kunnen geen elektronen vloeien.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In een isolator kunnen de elektronen niet vrij bewegen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Achter het lampje...
zijn er ............ elektronen als er voor

stromen de elektronen ............ even snel als er voor

vervoeren de elektronen ............ even veel energie als er voor 
WEL
WEL
WEL
NIET
NIET
NIET

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektronen lopen van plus naar min
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er in een atoom altijd evenveel elektronen als protonen?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroom is: Elektronen die zich verplaatsen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektron
(negatief)
Atoomkern
Proton 
(positief)
Neutron
(neutraal)

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Door het sluiten van een schakelaar wordt een stroomkring .....
In een stroomkring wordt ......... omgezet
In een stroomdraad stromen ...........
atomen
stroom
elektronen
elektrische energie
onderbroken
gesloten

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

elektronen
bij elektrische stroom krijg je als de elektronen gaan bewegen door de draad. 

elektronen die niet vast zitten aan een atoom noem je vrije elektronen.  deze kunnen dan bewegen.

metalen hebben veel vrije elektronen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions