H4 Taalverzorging 4.1

Taalverzorging 4.1
Grammatica
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NedMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging 4.1
Grammatica

Slide 1 - Diapositive

Werkwoorden
Wat zijn werkwoorden?

Slide 2 - Diapositive

Welke verschillende vormen werkwoorden kennen we?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe noemen we het hele werkwoord?

Slide 4 - Question ouverte

Persoonsvorm
Hoe vinden we de persoonsvorm?

Slide 5 - Diapositive

Tijdproef
De persoonsvorm geeft aan in welke tijd de zin staat.
Zet de zin in een andere tijd --> werkwoord dat verandert is de pv

Slide 6 - Diapositive

Getalproef
De persoonsvorm geeft aan of de zin in het enkelvoud of meervoud staat.
Zet de zin in het enkelvoud of meervoud --> werkwoord dat verandert is de pv

Slide 7 - Diapositive

Doe de tijdproef. Wat is de PV dan in de zin:

'De kleuter rent naar de overkant van de straat'

Slide 8 - Question ouverte

Doe de tijdproef. Wat is de PV dan in de zin:

'Oh oh, ze keek niet goed uit!'

Slide 9 - Question ouverte

Doe de getalproef. Wat is de PV dan in de zin:

'Jan en Klaas hebben gisteren de hond uitgelaten.'

Slide 10 - Question ouverte

Doe de getalproef. Wat is de PV dan in de zin:

'Pleun fietste gisteren na haar wedstrijd naar huis.'

Slide 11 - Question ouverte

Werkwoordelijk gezegde
WWG

Slide 12 - Diapositive

WWG
Alle werkwoorden in de zin

Slide 13 - Diapositive

Hoe vinden we het wwg?
1. Zoek de PV
2. Zoek alle andere werkwoorden in de zin en schrijf die achter de persoonsvorm

Slide 14 - Diapositive

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:

'Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen'.
A
ik
B
kan
C
benoemen
D
kan benoemen

Slide 15 - Quiz

Onze hond heeft zijn knuffel kapot gemaakt.

Slide 16 - Question ouverte

Anna zit op de bank een boek te lezen

Slide 17 - Question ouverte

Jurgen is zijn wiskunde huiswerk aan het maken.

Slide 18 - Question ouverte

De docent voert de cijfers meteen in.

Slide 19 - Question ouverte

Hij schrijft de antwoorden niet op.

Slide 20 - Question ouverte

Onderwerp
wie of wat + gezegde

Slide 21 - Diapositive

Hoe vinden we het onderwerp?
1. Schrijf het wwg op.
2. Stel de vraag: wie of wat + wwg

Slide 22 - Diapositive

Wat is het onderwerp van deze zin?
"Koken zijn ouders wel eens samen?"

Slide 23 - Question ouverte

De voetbaltrainer is veel te laat.

Slide 24 - Question ouverte

Heeft Pim de wedstrijd gewonnen?

Slide 25 - Question ouverte

Weektaak:
4.1
Opdrachten 1 t/m 11

Slide 26 - Diapositive