V2 - Kapitel 7 - les 3

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Dienstag 5. April 2022

Frühling - Woche 14

Herzlich Willkommen 

Du brauchst:

- BUCH B

- Kugelschreiber

- Laptop

Was machen wir heute?

- Videofragen

- Grammatik

- Hausaufgaben + Film

00:00-00:10

Was hörst du hier?

00:36

Was hörst du hier?

1. Wie man eine Bratwurst macht
2. Wie man eine Currywurst macht.
3. Wiee man ein Wienerwurst macht.

00:24

Wofür wird hier Werbung gemacht?

1. Damenkleidung
2. Automarke

Lernziele

Aan het eind van de les:

- hebben we de leesvaardigheid getraind.

-hebben we de persoonlijk voornaamwoorden in 4e naamval herhaald

-leer je de voorzetsels die altijd met de 4e naamval moeten

Wir lesen zusammen

Seite 39 - Übung 16

00:00

Alles wird gut. Aber nie mehr, wie es war...

Wieviele Sachen gehen schief, bevor der Mann im Clip tanzend seine arbeit verlässt?

02:39

Wie viele Sachen gehen schief, bevor der Mann im Clip tanzend seine Arbeit verlässt?

1. 9
2. 13

Welke Duitse persoonlijk voornaamwoorden in de 4e naamval ken je nog?

De 4e naamval in het Duits =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijvoegelijke bepaling

ICH - MICH

DU - DICH

ER - IHN

SIE - SIE

ES - ES

WIR - UNS

IHR - EUCH

SIE - SIE

WER - WEN / WAS - WAS

Voorbeeld:

Ich trainiere ihn

(ik train hem)

1) gezegde in zin?

ich trainiere ihn 

2) wie/wat + trainiere?

ich trainiere ihn

3) wie/wat trainiere ich?

ich trainiere ihn.

Wir haben das Bett für ... (hem)

1. er
2. ihn

Brauchst ... noch Hilfe?

1. du
2. dich

Sie liebt ...

1. dich
2. du

Sind diese Möbel alle für ...

1. ihr
2. euch

Voorzetsels + 4e naamval

DOFEGUB:

Durch

Ohne

Für

Entlang

Gegen

Um

Bis

Als je deze voorzetsels in de zin ziet staan, komt daarna ALTIJD de 4e naamval 

HAUSAUFGABEN

MACHE ÜBUNG 23-24-25-26

Hausaufgaben für 19-4

- leer de woordjes van hoofdstuk 7 (Nederlands>Duits). 

- teken een plattegrond van een kamer in je huis. 

- beschrijf hoe die kamer eruit ziet in het Duits (gebruik de Redemittel van bladzijde 50 en de woorden uit de woordenlijst).

Mail mij de beschrijving + de tekening van je kamer voor 15 april. 

Wir machen Übung 10

Schrijf 9 zelfstandig naamwoorden uit de woordenlijst op. We gaan Bingo doen. De eerste die alle 9 woorden heeft krijgt wat lekkers. Let op: je mag niet exact dezelfde woorden opschrijven als je buurman/vrouw dus doe het zelfstandig