Les 6: Zintuigen

1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 5-8

Cette leçon contient 48 diapositives, avec diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Onderprikkeld
Een strenge portier ziet teveel prikkels als saai, waardoor je ze niet opmerkt.
Je reageert dan bijna niet op prikkels in je omgeving en je hebt moeite om wakker te blijven en op te letten:
• Je voelt niet dat je kleding gedraaid zit
• Je merkt niet dat je je gestoten hebt aan de punt van de tafel
• Als de juf om aandacht vraagt, hoor je dit niet en ga je gewoon door

Overprikkeld
Een te makkelijke portier laat veel te veel prikkels binnen als 'VIP'. Er komen dus veel prikkels binnen, ook saaie prikkels. Omdat ze als VIP binnenkomen, schrik je er elke keer weer van. Het wordt dan heel vol en druk in je hoofd:
• Je hoort de hele tijd de klok tikken
• Je schrikt elke keer als iemand je per ongeluk aanraakt
• De stoel voelt heel hard onder je billen

Slide 2 - Diapositive

ZINTUIGEN
Zintuigen zijn uitwendige organen die mensen en dieren de mogelijkheid geven om dingen waar te nemen. Je kunt hiermee je omgeving beter verkennen.
Ieder mens heeft 5 zintuigen waarmee hij zo goed mogelijk zijn omgeving een beeld geeft. Deze zintuigen zijn lichaamsdelen ‘waar je iets mee kunt’.

Slide 3 - Diapositive

In je zintuigen zitten hele kleine ‘draadjes’ die naar je hersenen gaan. Deze draadjes noemen wij zenuwcellen. Je hebt er in je lichaam een heleboel van.
Als wij iets horen of ruiken, dan noemen wij dit een prikkel.
Bijvoorbeeld: je oor denkt dat er iets in de omgeving is wat hij normaal niet hoort. Iemand zegt iets en je oren willen dit doorgeven. Dit geluid noemen wij de prikkel. 

Dit wordt als een soort elektrisch stroompje via de draadjes van je oor naar je hersenen geleid. Zo'n elektrisch stroompje heet een impuls.
Je hersenen krijgen dan de boodschap dat je iets hoort en op welke toon.
Zo weten wij dat er in je omgeving een geluid is.
Hoe wij reageren op een prikkel heet gedrag.

Slide 4 - Diapositive

Een prikkel is datgene wat je ‘prikkelt’.
Dat kan bijvoorbeeld iets zijn wat je ziet, ruikt of hoort, maar ook een gedachte of gevoel. Alles wat je ervaart binnen en buiten je lijf noemen we prikkels.

Je zintuigen sturen die prikkels die ze opvangen via zenuwbanen naar je hersenen. Je hersenen ‘vertellen’ je vervolgens wat voor prikkel het is en hoe je erop moet reageren.
Dat gebeurt via hersenprikkels zoals gedachten, emoties en taal die je ervaart als je zintuig-prikkels verwerkt. Dit doen we allemaal, de hele dag door, al staan we daar meestal niet bewust bij stil.

Slide 5 - Diapositive

Extra informatie over:
  • Prikkels verwerken

Slide 6 - Diapositive

TE VEEL OF TE WEINIG PRIKKELS
Als het prikkelfilter goed werkt, verloopt de prikkelverwerking prima. Er zijn niet teveel en niet te weinig prikkels. Belangrijke, interessante en veel nuttige prikkels worden doorgelaten, saaie prikkels worden tegengehouden.
Het is heel belangrijk dat de hersenen weten aan welke prikkels ze aandacht moeten geven en welke prikkels ze kunnen negeren.
Maar soms lukt het de 'portier' niet om goed te filteren.


Slide 7 - Diapositive

Onderprikkeld
Een strenge portier ziet teveel prikkels als saai, waardoor je ze niet opmerkt.
Je reageert dan bijna niet op prikkels in je omgeving en je hebt moeite om wakker te blijven en op te letten:
• Je voelt niet dat je kleding gedraaid zit
• Je merkt niet dat je je gestoten hebt aan de punt van de tafel
• Als de juf om aandacht vraagt, hoor je dit niet en ga je gewoon door

Overprikkeld
Een te makkelijke portier laat veel te veel prikkels binnen als 'VIP'. Er komen dus veel prikkels binnen, ook saaie prikkels. Omdat ze als VIP binnenkomen, schrik je er elke keer weer van. Het wordt dan heel vol en druk in je hoofd:
• Je hoort de hele tijd de klok tikken
• Je schrikt elke keer als iemand je per ongeluk aanraakt
• De stoel voelt heel hard onder je billen

Slide 8 - Diapositive

Het kan ook zo zijn, dat je voor reuk-prikkels heel gevoelig ben en dus snel overprikkeld raakt, maar voor geluids-prikkels juist snel onderprikkeld bent.
Je merkt dan bijvoorbeeld wel alle geuren op in de klas, maar dat de juf om aandacht vraagt, merk je vaak niet.
Verstoorde prikkelbalans
Als jouw prikkelbalans verstoord is, kan je lichaam op zoek gaan naar een manier om daar iets aan te doen.
• Te weinig prikkels: je lichaam gaat soms op zoek naar meer prikkels. Je kunt bijvoorbeeld gaan staan tijdens het werken of bewegen met je been.
• Teveel prikkels: je lichaam kan proberen die prikkels buiten te sluiten. Bij een hard geluid doe je bijv. je handen over je oren.

Slide 9 - Diapositive

Extra informatie over:
  • Soorten prikkels
  • Veranderende omstandigheden
  • Prikkelgevoeligheid bij autisme en een verstandelijke beperking
  • Overgevoeligheid en ondergevoeligheid
  • Onderprikkeld of overprikkeld?

Slide 10 - Diapositive

OPDRACHT: Dit zijn je zintuigen
Bekijk het filmpje.

Wij hebben 5 zintuigen.
• Schrijf bij elk plaatje het goede zintuig.
• Schrijf er ook bij wat we ermee doen.

Slide 11 - Diapositive

OPDRACHT: Zintuigen uitgelegd
Leg de dikgedrukte woorden uit:
  • Zenuwcellen
  • Prikkel
  • Impuls
  • Gedrag

Slide 12 - Diapositive

OPDRACHT: Zintuigen in de praktijk
Op het plaatje zie je een meisje met een zak patat.


Bekijk het plaatje goed en vul dit verhaal aan.

Slide 13 - Diapositive

OPDRACHT: Zintuiglijk verhaal
Schrijf een verhaaltje bij de volgende situaties.

Gebruik de termen prikkel, zintuig, impuls en gedrag.

Slide 14 - Diapositive

OREN OM MEE TE HOREN
Wat zijn eigenlijk die schelpen aan je hoofd? Een knal, gezoem, een brullende motor of piepende remmen, met je oren vang je allerlei geluiden op. Aan je hoofd zitten 2 oren; links 1 en rechts 1. Met die oren kun je horen. Het gaat vanzelf, zonder dat je er echt bij hoeft na te denken. Maar hoe werken je oren eigenlijk?

Slide 15 - Diapositive

Filmpje!
Het oor
Corpus Kids Academy

(3m07)

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Filmpje!
De binnenkant van je oor
Corpus Kids Academy

(3m08)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Filmpje!
Geluidsgolven
Willem Wever

(3m37)

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Filmpje!
Dopplereffect
SchoolTV

(2m47)

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Filmpje!
Geluid zonder lucht
SchoolTV

(1m47)

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Trillingen
Geluiden zijn eigenlijk alleen maar trillingen in de lucht. Houd je hand maar eens voor een luidspreker: je voelt de bewegende lucht.
Je oren zetten de geluidstrillingen om in verschillende tonen.
Door de bijzondere vorm van je oorschelpen hoor je ook waar een bepaald geluid vandaan komt.

Muziek, maar ook spraak en andere geluiden, reizen eerst door je gehoorgang naar je trommelvlies. Dat is een flinterdun velletje dat heel strak gespannen is, achteraan je gehoorgang. Denk maar aan een tamboerijn. Die is net zo gespannen als jouw trommelvlies. Vandaar de naam.

Slide 26 - Diapositive

Door de trillingen van het geluid begint het trommelvlies heen en weer te bewegen. Het geluid komt dan aan in het middenoor, achter je trommelvlies.
Daar zitten drie hele kleine botjes, de kleinste van je lichaam. Die botjes worden de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel genoemd, omdat ze daar op lijken.
Door de trillingen van het trommelvlies beginnen de botjes te bewegen.
Ze versterken het getril en dus ook het geluid. Daardoor kun je hele zachte geluiden, of geluiden die van ver komen, toch horen.
Denk maar eens aan het hele zachte gezoem van een vlieg of mug, dat je pas op wat kortere afstand kunt horen.

Slide 27 - Diapositive

De geluidsgolven bepalen dus of een geluid hoog of laag en hard of zacht is.
  • Een lage toon heeft weinig golven.
  • Een hoge toon heeft heel veel (kleinere) golven.

Hoe harder het geluid, hoe hoger de golven.

Slide 28 - Diapositive

Extra informatie over:
  • Wat is geluid? (incl. 2x filmpje)
  • Meer over je oren (incl. 2x filmpje)

Slide 29 - Diapositive

OPDRACHT: Wat horen je oren?
Kijk het filmpje van het gehoor.
Je weet al dat je oren prikkels opvangen.
Maar wat gebeurt er met die prikkels in je oor?
En hoe komen die impulsen bij je hersenen?

Slide 30 - Diapositive

Filmpje!
Horen zonder kijken
Brainstorm

(4m24 – 7m51)

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

DE NEUS
Het reukzintuig speelt een heel belangrijke rol bij het eten. De neus zit vlak boven de mond. Dus wanneer jij een hap van iets neemt, kan de neus meteen de geur controleren. Iets dat vies ruikt, kan tenslotte bedorven zijn.
Maar dat is niet het enige. Als je kauwt, gaat de geur van het eten ook door je neusholte, langs de reukzenuwen. Dus ook tijdens het eten ontvangen je hersenen de geur van het eten.
Het reukzintuig speelt dus ook een belangrijke rol bij het waarnemen van smaak.

Slide 33 - Diapositive

Met je tong proef je of iets zoet, zuur, zout, bitter of umami is. Maar met je neus bepaal je wát iets is. Dus bijv. of het vanillevla of aardbeienvla is.
Eigenlijk proef je dus vooral met je neus!

Probeer maar eens een stuk appel en een stuk ui te eten met je neus dicht. Je proeft het verschil pas wanneer je je neus weer open doet!
Ook wanneer je erg verkouden bent proef je veel minder. De geur van het eten komt dan niet bij de reukzenuwen, waardoor je alleen nog proeft met je tong.


Slide 34 - Diapositive

Je neus is eigenlijk veel groter dan hij van de buitenkant lijkt. De neus zoals wij die kennen, is het uitwendige deel.
In dit deel van je neus bevat het neusslijmvlies lange trilharen.

De lucht die de neus binnenkomt, wordt door het slijm verwarmd en bevochtigd. De trilharen vervoeren alles wat op hen terecht komt aan slijm en deeltjes uit de lucht naar je keelholte.
Eventuele bacteriën en giftige stofdeeltjes uit de lucht kunnen zo opgeruimd worden voordat ze je besmetten of beschadigen.
  

De lucht komt vervolgens hoger in je neus in de neusholte; het inwendige deel van de neus. De neusholten zijn bekleed met slijmvlies, waar de reukzenuwen in zitten. Via een korte verbinding gaat de geur rechtstreeks en snel naar de hersenen.

Slide 35 - Diapositive

Geuren neem je dus heel snel waar.
En dat is maar goed ook, want je reuk fungeert als een waarschuwingssysteem. Handig, als er bijvoorbeeld brand is of als je een slok zure melk wilt gaan nemen!

Slide 36 - Diapositive

Filmpje!
Geur
Het Klokhuis

(15m20)

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Extra informatie over:
  • Bouw van je neus (+ 1x opdracht)
  • Functie van je neus (+ 2x opdracht en 1x filmpje)
  • Problemen met je neus

Slide 39 - Diapositive

PROEVEN MET JE TONG
Je tong is 1 van de 5 zintuigen.
Met je tong kan je proeven.
Maar hoe werkt dat eigenlijk?
En wat kunnen wij nog meer met onze tong?

Slide 40 - Diapositive

Filmpje!
Tongen
De Buitendienst

(20m59)

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

OPDRACHT: Smaken proeven
Nu ga je een proefje doen. Hiervoor moet je eerst weten wat de 5 smaken zijn.

Lees de groene kaders Smaak, Smaakpapillen en Smaaksoorten.

De PROEF volgt daarna!

Slide 43 - Diapositive

Extra informatie over:
  • Smaak
  • Smaakpapillen
  • Smaaksoorten

Slide 44 - Diapositive

HOE WERKEN ONZE OGEN?

Oogspier
Ieder oog heeft 6 verschillende oogspieren. Deze zorgen voor de beweging van de ogen. Om scherp en vooral niet dubbel te zien hebben we een goede werking van deze oogspieren nodig.
Knipperen
Het regelmatig sluiten van de oogleden is niet alleen belangrijk voor het beschermen van het oog, het zorgt ook voor het verspreiden van traanvocht over het oogoppervlak en het verwijderen van afvalstoffen.

Slide 45 - Diapositive

Extra informatie over:
  • De anatomie van het oog (+ opdrachten en filmpjes)
  • Kleurenblindheid (+ opdracht, filmpje en proef)
  • Veelvoorkomende oogafwijkingen

Slide 46 - Diapositive

Filmpje!
Energie
Kinderen voor Kinderen
(3m00)

IEDEREEN DOET LEKKER MEE!

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Vidéo