Herhaling toetsweek

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2,3

Welk van onderstaande stof is een geleider?

1. rubber
2. hout
3. lood
4. wol

Welk van onderstaande stof is een isolator?

1. zilver
2. papier
3. goud
4. koolstof

Vul het ontbrekende woord in:
Met een ........... kun me een stroomkring op een nette manier onderbreken!

1. lampje
2. batterij
3. snoer
4. schakelaar

Vul het ontbrekende woord in:
Een ......... is een bron die elektrische energie levert!!!

1. voltmeter
2. spanningsbron
3. amperemeter

Welk van onderstaande stof is een geleider?

1. rubber
2. hout
3. lood
4. wol

Vul het ontbrekende woord in:
Met een ........... kun me een stroomkring op een nette manier onderbreken!

1. lampje
2. batterij
3. snoer
4. schakelaar

Vul het intbrekende woord in:
In een batterij wordt ......... energie omgezet in elektrische energie!

1. chemische
2. bewegings
3. elektroden
4. elektrolyt

Vul het ontbrekende woord in:
In een dynamo wordt .......... energie omgezet in elektrische energie!

1. chemische
2. bewegings
3. elektrische

Spanning wordt gemeten met een ............

1. amperemeter
2. voltmeter
3. stroommeter

De spanning van het lichtnet is .......

1. U= 12 V
2. U= 230 V
3. U= 9 V
4. U = 1,5 V

Om schakelingen te verduidelijken worden er overzichtelijke tekeningen gemaakt. Hoe noem je zo'n overzichtelijke tekening?

1. serieschema
2. parallelschema
3. schakelschema

Een serieschakeling is een .....

1. schakeling met vertakkingen
2. schakeling zonder vertakkingen

Het symbool voor spanning is ......

1. I
2. U
3. P
4. t

Een parallelschakeling is een ....

1. schakeling met vertakkingen
2. schakeling zonder vertakkingen

Het symbool voor stroomsterkte is .....

1. P
2. U
3. I
4. t

De eenheid van stroomsterkte is ......

1. h
2. V
3. A
4. W

De eenheid van spanning is .....

1. h
2. W
3. A
4. V

Spanning wordt gemeten met een ............

1. amperemeter
2. voltmeter
3. stroommeter

Het symbool voor spanning is ......

1. I
2. U
3. P
4. t

In een serieschakeling is de stroom

1. overal even groot
2. na ieder lampje verandert de stroom
3. net zo groot als de spanning
4. kleiner dan de spanning

I is het symbool voor?

1. Stroom sterkte
2. Spanning
3. Weerstand
4. Vermogen

Wat is de eenheid van spanning?

1. Ampère
2. Volt
3. Ohm
4. Watt

Een geleider heeft...?

1. Geen weerstand
2. Hoge weerstand
3. Lage weerstand
4. 50 Ohm aan weerstand

Wat is de functie van de kleurcode op een weerstand?

1. Geeft de weerstand soort aan
2. Geeft de weerstand waarde in Volt aan
3. Geeft de weerstand waarde in Ohm aan
4. Geeft de temperatuur waarde van de weerstand aan

De formule voor weerstand is:

1. R = U / I
2. Weerstand = R + R
3. R = U x I
4. Weerstand is geen formule voor

Wat is het symbool (de afkorting) van weerstand?

1. R
2. U
3. I
4. A

R is het symbool voor?

1. Stroom sterkte
2. Spanning
3. Weerstand
4. Vermogen

Hoe bereken je de weerstand?

1. Volt : Ampère
2. Ampère : Volt
3. Ampère x Volt
4. Volt + Ampère

Waar hangt de weerstand vanaf

1. I en P
2. U en P
3. I en u

Een schema met een relais bestaat uit .... stroomking(en)

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is een voordeel van een relais

1. Detecteren of een schakeling geopend of gesloten is.
2. De stroomrichting één kant op laten gaan.
3. Een grote stroomkring activeren met een kleine stroom.
4. De spanning verlagen tot een veilig niveau.

In een schakeling is een relais opgenomen als schakelaar.
Door welk onderdeel wordt het relais bediend?

1. door het anker
2. door het breekcontact
3. door de elektromagneet
4. door de spoel

Wat is een relais?

1. Een elektrische schakelaar
2. Een magnetische schakelaar
3. Een lichtschakelaar
4. Een drukschakelaar

Wat is het verschil tussen een relais en een transistor?

1. Een relais heeft 2 stroomkringen nodig en een transistor maar 1.
2. Een relais heeft 1 stroomkringen nodig en een transistor maar 3.
3. Een relais heeft 2 stroomkringen nodig en een transistor maar 2.
4. Een relais heeft 1stroomkringen nodig en een transistor 0.

Een transistor is een elektrische schakelaar. Welke 3 aansluitpunten heeft de transistor?

1. Aansluitingspunt, maakpunt en breekpunt
2. Collectant, base en uitschakeling
3. Basis, emitter, collector
4. Invoegpunt, Bewerkingspunt en uitwerkpunt

Welke schakelaar, transistor of relais is geschikt voor een inbraakalarm met zoemer?

1. Alleen tranistor.
2. Alleen relais
3. Beide zijn geschikt
4. Geen van beide

Welke kleurcode hoort bij een weerstand van 226 ohm met een nauwkeurigheid van 10%?

1. rood-rood-blauw-zilver
2. rood-bruin-groen-zwart-zilver
3. rood-bruin-groen-zilver
4. rood-rood-blauw-zwart-zilver

Bekijk de afbeelding. Welke weerstand heeft de kleinste foutmarge?

Weerstand A heeft kleurcodering: rood, groen, blauw, goud

Weerstand B heeft de kleurcodering: violet, zwart, geel, groen, rood

1. Weerstand A
2. Weerstand B

Een NTC en een LDR zijn veranderlijke weerstandjes.
Hoe verandert de weerstand van een LDR als er meer licht op de LDR valt?
De weerstand wordt dan ................

1. hoger
2. lager
3. blijft gelijk
4. wordt nul

Als er warmte komt op een LDR wat gebeurt er dan

1. Niets
2. De weerstand wordt groter
3. De weerstand wordt kleiner

In een schakeling voor een automatische straatlantaarn is een LDR opgenomen als schakelaar.
Welk onderdeel is de LDR?

1. sensor
2. verwerker
3. actuator

Wat moet er altijd voor een NTC geplaatst worden, als je deze wil gebruiken voor het meten van temperatuur?

1. Lamp
2. Batterij
3. Weerstand

bij een NTC..

1. stijgt de weerstand, als de temperatuur daalt
2. stijgt de weerstand, als de temperatuur stijgt
3. daalt de weerstand, als de temperatuur stijgt
4. daalt de weerstand, als de temperatuur daalt

In een schakeling voor een automatische straatlantaarn is een LDR opgenomen als schakelaar.
Welk onderdeel is de LDR?

1. sensor
2. verwerker
3. actuator

In een schakeling voor een automatische straatlantaarn is een LDR opgenomen als schakelaar.
Welk onderdeel is de LDR?

1. sensor
2. verwerker
3. actuator