H3.1 t/m H3.3 herhaling + gemengde opgave

Wiskunde

Leg je schrift en pen of potlood op tafel. 
timer
1:00
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wiskunde

Leg je schrift en pen of potlood op tafel. 
timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Nakijken
H3.1 t/m H3.3 herhaling
Opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Nakijken
H3.2 
blz 177 t/m 180
opdr 13 t/m 18 + 25

H3.3
blz 181 t/m 188
opdr 28 t/m 46 - 32

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel
  • ik kan vergelijkingen oplossen met grafieken, inklemmen en balansmethode.

Slide 4 - Diapositive

H3.1 Oplossen met grafieken
Bij het branden van een rode en een groene kaars horen formules.
 
Rode kaars lengte (cm) = 30 − 6 × t
Groene kaars lengte (cm) = 40 − 10 × t
t =  tijd in uren

Welke twee stappen moet je uitvoeren?


Slide 5 - Diapositive

H3.1 Oplossen met grafieken
Bij het branden van een rode en een groene kaars horen formules.
 
Rode kaars lengte (cm) = 30 − 6 × t
Groene kaars lengte (cm) = 40 − 10 × t
t =  tijd in uren

Bij hoeveel uur branden zijn de kaarsen even lang? 
Stap 1: tabel invullen
Stap 2: teken grafiek



Slide 6 - Diapositive

H3.2 Oplossen met inklemmen

Slide 7 - Diapositive

Wie van jullie kent dit spel?

Slide 8 - Diapositive

H3.2 Oplossen met inklemmen
Dave berekent zijn inkomsten met de formule inkomsten (€) = 6,50 + 4,80t.
Hierin is t de tijd in uren.
In de herfstvakantie verdient Dave €88,10. 


Welke vergelijking hoort hierbij? 



Slide 9 - Diapositive

H3.2 Oplossen met inklemmen
Dave berekent zijn inkomsten met de formule inkomsten (€) = 6,50 + 4,80t.
Hierin is t de tijd in uren.
In de herfstvakantie verdient Dave €88,10. 


Welke vergelijking hoort hierbij? 
6,50 + 4,80t = €88,10
€88,10 = 6,50 + 4,80t


Slide 10 - Diapositive

H3.3 Oplossen met balansmethode

Slide 11 - Diapositive

H3.3 Oplossen met balansmethode
Je mag van beide schalen evenveel eraf halen of erbij zetten. De balans blijft dan in evenwicht.

Bij een vergelijking kun je aan beide kanten van het = teken evenveel aftrekken of optellen.
Ook kun je beide kanten door hetzelfde getal delen.
Deze methode heet de balansmethode.

Slide 12 - Diapositive

5a + 4 = 34
Stap 1:.....?



Slide 13 - Diapositive

5a + 4 = 34
Stap 1: Links de losse getallen wegwerken!


Stap 2:....?

Slide 14 - Diapositive

5a + 4 = 34
Stap 1: Links de losse getallen wegwerken!


Stap 2: Beide kanten delen door het getal dat voor de letter staat!

Slide 15 - Diapositive

Deel 2!

Slide 16 - Diapositive

6t + 2 = -t - 5
Stap 1: Zorg ervoor dat de variabele uit het rechterlid verdwijnt.

Stap 2: Zorg ervoor dat in het linkerlid de losse getallen verdwijnen.

Stap 3: Deel door het getal dat voor de variabele staat. 

Slide 17 - Diapositive

7x − 4 = 30 − 10x
Stap 1: Zorg ervoor dat de variabele uit het rechterlid verdwijnt.

Stap 2: Zorg ervoor dat in het linkerlid de losse getallen verdwijnen.

Stap 3: Deel door het getal dat voor de variabele staat. 

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag

blz 207 + 208
opdr 95 t/m 98
timer
30:00

Slide 19 - Diapositive

Nakijken

blz 207 + 208
opdr 95 t/m 98


Slide 20 - Diapositive

Leerdoel
  • ik kan vergelijkingen oplossen met grafieken, inklemmen en balansmethode.

Slide 21 - Diapositive