Les 5 Schoolkindfase deel 1

1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleuters hebben weinig fantasie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleuters leren alleen op school
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfbeeld betekent het beeld dat anderen van jou hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Te veel complimenten helpt een kind niet
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vriendschappen met jongens of meisjes is hetzelfde voor kleuters
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kleuter leert zich socialer te gedragen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de latente fase speelt seksualiteit een grote rol
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je het nog?
Welk compliment is het best?
A
Wat ben je slim!
B
Je bent mooi.
C
Wat heb je netjes binnen de lijntjes gekleurd.
D
Wat ben je lief

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Ik kan benoemen op welke leeftijd schoolkinderen een groeispurt doormaken 
  • Ik kan een voorbeeld geven van realiteitsdenken door het oudere schoolkind
  • Ik kan een voorbeeld geven van aanpassen aan de groep
  • Ik kan 1 verschil benoemen tussen plagen en pesten

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoolkindfase
Jonge schoolkind(6 t/m 9 jaar) 

Oudere schoolkind (9 t/m 12 jaar) 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan als je terugdenkt aan je eigen basisschooltijd?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

5.1.1 Groei
In de basisschooljaren groeit het kind geleidelijk. Op 10/11 jarige leeftijd zullen veel kinderen een groeispurt doormaken. In deze fase vallen ook de melktanden uit en worden zij vervangen door blijvende tanden en kiezen.

5.1.2 Motoriek
De fijne en grove motoriek ontwikkelt ook weer steeds verder. Armen en benen zijn beter in verhouding. Een kind kan touwtje springen en klimmen. De kinderen beheersen de pengreep (pen of potlood vasthouden tussen duim en wijsvinger) en leren letters en cijfers te schrijven.

Vraag
Wat gebeurd er met de tanden bij schoolkinderen? 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

.2.1 Realiteitsdenken
Het fantasie denken verdwijnt in deze fase en realiteitsdenken komt daarvoor in de plaats. Realiteit denken betekent dat het schoolkind een realistisch beeld heeft van de wereld. Schoolkinderen zien de wereld zoals het echt is. Schoolkinderen weten dat er landen zijn waar oorlog is en dat de buurvrouw bijvoorbeeld ziek is. Schoolkinderen ontwikkelen een realistisch beeld door onder andere naar het (jeugd)journaal te kijken of op school te leren. Zij zien dat kinderen honger lijden en dat de buren hulp nodig hebben.

Vraag
Waar wordt het oudere schoolkind 
zich steeds meer bewust van? 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht maken 
Opdracht 12
Bladzijde 19


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Schoolkinderen kunnen goed taakgericht werken. Het taakgericht werken bij een kind van 6 jaar is uiteraard wel anders dan bij een kind van 12 jaar. De taken moeten worden aangepast aan de leeftijd van het kind. Schoolkinderen zijn prestatiegericht, ze willen het graag goed doen. Ze zijn dan ook trots als ze een compliment van de juf krijgen of een sticker in hun schrift. Ook vinden schoolkinderen het leuk om een nieuw vak te krijgen, bijvoorbeeld Engels.


Oudere
schoolkinderen
Hobby's

Slide 28 - Diapositive

Oudere schoolkinderen hebben buiten school ook steeds meer bezigheden. Kinderen ontwikkelen vaak hobby’s zoals voetballen of paardrijden. Ook ontstaat er steeds meer belangstelling voor games en programma’s die bestemd zijn voor oudere schoolkinderen of volwassenen. Echter, gewelddadige games zijn niet aan te raden voor kinderen in deze leeftijdsfase.
Vraag
Welke hobby had jij als schoolkind?

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Aan het begin van de schoolkindfase (6 t/m 9 jaar) voelt het kind zich stabiel en heeft het zijn emoties onder controle. Het kind herkent en begrijpt zijn eigen emoties en die van anderen beter.
Het oudere schoolkind (9 t/m 12 jaar) voelt zich meer onstabiel. Het kind begint aan zichzelf te twijfelen: 'zie ik er wel goed uit?’; ‘kan ik het wel?’; ‘wat vinden mijn vriendjes en vriendinnetjes ervan?’.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Schoolkinderen willen er graag bij horen. Daarom is er vaak sprake van conformisme onder schoolkinderen. Conformisme betekent jezelf aanpassen aan de groep. Als jij je aanpast (conformeert) aan de groep is de kans groter dat je er bij gaat horen. Voor een schoolkind is er bijna niets ergers dan er niet bij horen. Een bekend voorbeeld is dat kinderen gaan lachen om een grapje die ze eigenlijk niet begrijpen. 

Slide 35 - Diapositive

Onder schoolkinderen is pesten helaas een veelvoorkomend probleem. Pesten is een groepsprobleem; het heeft te maken met de sfeer die in de groep hangt. Bij pesten binnen een groep zijn er verschillende partijen. Als eerste zijn er de pesters (de aanstichters). De grootste groep bestaat uit de meelopers. Deze meelopers hebben veel invloed. Niets zeggen is in de praktijk hetzelfde als goedkeuren. Als laatste groep heb je nog de zwijgers, de kinderen die niets doen. Het signaleren en aanpakken van pesten is heel belangrijk. Gepest worden laat diepe sporen na, die het hele leven bij kunnen blijven.

Vraag 
Wat is het verschil tussen pesten en plagen?

- Bedenk het antwoord in tweetallen
- Presenteer het antwoord aan de klas

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
Opdracht 13 
Bladzijde 23

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus
''Tijdens het buitenspelen komt Mehmet (9 jaar) naar je toe: ''Ik mag niet meedoen met voetballen''. Zelf heb jij niet gezien wat er is gebeurd. Terwijl jij samen met Mehmet terugloopt naar de voetballende kinderen, vertelt hij wat er is gebeurd: ''De bal ging uit, toen wilde ik 'm pakken en ingooien, maar Leo was mij voor. En die zei: ''Ga weg, ik gooi de bal wel in''.''

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag
  • Vind je dit pesten of niet en waarom wel/of niet?
  • En hoe zou je met de situatie in de casus omgaan? 

Bespreek dit in tweetallen

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag
Vind je dat dit pesten is? 
Waarom wel/niet?
Hoe zou je hier mee om gaan?

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Voor schoolkinderen zijn er meerdere volwassenen die een belangrijke rol spelen. Naast ouders kunnen dit ook leerkrachten, trainers of andere familieleden zijn. Je ziet qua gezag een verschuiving ontstaan in de schoolkindfase. Een jong schoolkind van 6 jaar gehoorzaamt een volwassene, omdat deze een bepaalde positie heeft. Een schoolkind van 10 jaar of ouder luistert pas naar een volwassene als die zich persoonlijk heeft bewezen. Het gezag wordt dan niet meer als vanzelfsprekend ervaren. 
Vraag
Op welke leeftijd kreeg jij interesse in jongens/meisjes?
Was je verliefd op iemand?
Had je verkering? 

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoolkind (6-12)
6-9 jaar: Geen voorkeur voor geslacht
+/- 10: vaker eigen geslacht
Na 11/12 jaar: vaker samen spelen, maar met lichte seksuele ondertoon

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 49 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Ik kan benoemen op welke leeftijd schoolkinderen een groeispurt doormaken 
  • Ik kan een voorbeeld geven van realiteitsdenken door het oudere schoolkind
  • Ik kan een voorbeeld geven van aanpassen aan de groep
  • Ik kan 1 verschil benoemen tussen plagen en pesten

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Schrijf op een gele post-it: 1 ding dat je geleerd hebt deze les

Schrijf op een roze post-it: 1 leerdoel dat je behaald hebt (schrijf het antwoord op de post-it

Schrijf op een groene post-it: 1 tip of top voor de docent

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot volgende week!

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions