Communiceren met de klant

Communicatie
1 / 16
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Communicatie

Slide 1 - Carte mentale

Non-verbale communicatie is
A
Dat wat je met woorden zegt.
B
Dat wat je met je lichaamshouding zegt.
C
Alle vormen van communicatie samen.
D
Communiceren via de telefoon.

Slide 2 - Quiz

Open of gesloten?
Wil je iets drinken?
A
open
B
gesloten

Slide 3 - Quiz

Communiceren gebeurt alleen mondeling (pratend).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Op welke manier verzamel je de meeste informatie tijdens een interview?
A
Door gesloten vragen te stellen
B
Door open vragen te stellen

Slide 5 - Quiz

Open vragen leveren meer informatie op dan gesloten vragen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Formeel of informeel?

Kan ik mijn stage hier doen?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 7 - Quiz

Is dit formeel of informeel?

Laat je snel iets van je horen?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 8 - Quiz

Kijk uit joh!
Dit is formeel/informeel
A
formeel
B
informeel

Slide 9 - Quiz

Hopelijk heb ik u voldoende geïnformeerd.
Formeel of informeel?
A
formeel
B
informeel

Slide 10 - Quiz

een open vraag is beter dan een gesloten vraag
A
ja, altijd
B
Nee, nooit
C
meestal wel
D
Hangt af van de informatie die je wil krijgen

Slide 11 - Quiz

Wat doe je vanavond?
A
open vraag
B
gesloten vraag

Slide 12 - Quiz

Is dit formeel of informeel taalgebruik?
Met mij is alles prima!
A
Formeel
B
Informeel

Slide 13 - Quiz

Mensen die samen zijn, willen met elkaar communiceren.
A
feit
B
mening

Slide 14 - Quiz

Houd jij van sneeuw?
A
open vraag
B
gesloten vraag

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive