T1C week 24

Nederlands
11 juni
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
11 juni

Slide 1 - Diapositive

Programma
Lesdoel: je kunt een oefentoets maken in een groepje over lezen blok 1 tot en met 5.

- Belangrijkste begrippen bespreken
- Oefentoets maken in een groepje
- Antwoorden maken in een groepje
- Nieuwsquiz

Slide 2 - Diapositive

Lezen blok 1-5
- Tekstdoel
- Tekstsoort en tekstvorm
- Publiek
- Orienterend lezen, globaal lezen, intensief lezen
- Onderwerp, deelonderwerp, alinea, hoofd- en bijzaken
- Hoofdgedachte en onderwerp
- Feit & mening en subjectief & objectief

Slide 3 - Diapositive

Opdracht (15 minuten)
Maak per persoon in je groep de drie toetsvragen af bij de eerste tekst.

In totaal hebben jullie dus vijftien vragen gemaakt, telkens drie per blok.

Geef ook aan op welke theorie je de vragen baseert.

Slide 4 - Diapositive

Opdracht (10 minuten)
Maak per groep de antwoorden bij de vragen. 

Geef ook aan hoeveel punten je voor de vragen kunt verdienen.

Je maakt dus een volwaardige toets voor de rest van de klas om mee te oefenen.

Slide 5 - Diapositive

BL
12 juni

Slide 6 - Diapositive

Programma
- Kaartjes bestellen cultural evenings

- High tea plannen + filmpje A&D

 - Tijd om huiswerk te maken/te leren voor de toetsen/planning voor de toetsweek te maken

Slide 7 - Diapositive

Kaartjes cultural evenings
- Ga naar je mail

- Zoek de mail van mevrouw Poot op

- Er zit een code in

- Ga naar de site en bestel je kaartje voor donderdagavond!

Slide 8 - Diapositive

High tea plannen
- Vertel me alles over de film van drama!

- Het idee van de high tea

- Wat neem je mee?

- Welke middag na de toetsweek?

Slide 9 - Diapositive

Werktijd!
- Huiswerk

- Leerwerk

- Planning voor de toetsweek

- Moet je nog iets met mij bespreken?

Slide 10 - Diapositive

Nederlands
13 juni

Slide 11 - Diapositive

Programma
Lesdoel: je hebt een boek uitgezocht voor de literatuuropdracht.

- Boek uitzoeken
- Leesuur

Slide 12 - Diapositive

Opdracht (40 minuten)
Je zoekt een boek uit dat je al gelezen hebt. Je mag eerst googelen en checken of het boek in de mediatheek beschikbaar is.

Anders is dit het leesuur en maak je alvast aantekeningen over de onderdelen uit het boek.


Slide 13 - Diapositive

Nederlands
13 juni

Slide 14 - Diapositive

Programma
Lesdoel: je hebt kennis van de literaire begrippen en kunt een inleiding schrijven bij je boek.

- Literaire begrippen bespreken
- Werken aan laatste opdracht

Slide 15 - Diapositive

Literaire begrippen
Motieven: abstracte en concrete motieven
Personages: round en flat character
Perspectief: ik, personaal, auctoriaal
Stijl: manier van schrijven
Thema: 'waar gaat het verhaal over?'
Titelverklaring: 'wat betekent de titel?'

Slide 16 - Diapositive

Een telkens terugkerende rode auto is een:
A
abstract motief
B
concreet motief

Slide 17 - Quiz

Een telkens terugkerend gevoel is een:
A
abstract motief
B
concreet motief

Slide 18 - Quiz

Een personage dat een groei in persoonlijkheid doormaakt is een:
A
flat character
B
round character

Slide 19 - Quiz

Voldemort is een:
A
flat character
B
round character

Slide 20 - Quiz

'Ik liep naar het lokaal toe. Ik wist toen al dat ik een 8 voor de toets zou gaan halen, zo goed had ik geleerd.'
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief
C
auctoriaal perspectief

Slide 21 - Quiz

'Piet liep naar zijn werk. In zijn zak zat de reservesleutel van zijn auto. Zijn andere sleutel was hij gister verloren.'
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief
C
auctoriaal perspectief

Slide 22 - Quiz

Piet: 'Gister ben ik mijn huissleutel verloren.'
Achmed: 'Heb je nog een reservesleutel?'
Vervolgens liep hij met Piet mee naar huis, zodat hij kon helpen met het zoeken van de sleutel in de tuin.
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief
C
auctoriaal perspectief

Slide 23 - Quiz

Opdracht (10 minuten)
Open op de classroom de opdracht boekverslag. 

Open een document. Schrijf voor jezelf op: over welk boek ga je het boekverslag schrijven en geef ook alle algemene informatie (schrijver, uitgeverij, jaar van uitgave). 

Slide 24 - Diapositive

Opdracht (20 minuten)
Schrijf een titel en een inleiding.

Wat moet er in een inleiding?
- Algemene informatie
- Informatie over het verhaal
- Vertel wat je gaat doen
- Vertel welke begrippen je gaat gebruiken


Slide 25 - Diapositive

Nederlands
14 juni

Slide 26 - Diapositive

Programma
Lesdoel: je hebt kennis van de literaire begrippen en kunt een middenstuk schrijven bij je boek.

- Wat hebben we de vorige les gedaan?
- Literaire begrippen bespreken
- Werken aan laatste opdracht

Slide 27 - Diapositive

Literaire begrippen
Motieven: abstracte en concrete motieven
Personages: round en flat character
Perspectief: ik, personaal, auctoriaal
Stijl: manier van schrijven
Thema: 'waar gaat het verhaal over?'
Titelverklaring: 'wat betekent de titel?'

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Opdracht (10 minuten)
Lees de inleiding van degene naast je. Help bij het verbeteren van de inleiding. Verbeter ook je eigen inleiding.
Zit alles in de inleiding?
- Algemene informatie
- Informatie over het verhaal
- Vertel wat je gaat doen
- Vertel welke begrippen je gaat gebruiken

Slide 30 - Diapositive

Opdracht (30 minuten)
Schrijf het middenstuk. Vier van de zes begrippen gebruik je. Voor elk begrip gebruik je een eigen alinea. 

Denk aan:
- Kernzinnen
- Voorbeelden uit het boek
- Het juiste gebruik van de begrippen

Slide 31 - Diapositive

Huiswerk
Maak de verbetering van je inleiding af. Maak je middenstuk af.

We gaan dinsdag verder met het schrijven van de opdracht.

Slide 32 - Diapositive