V5 Betoog schrijven ahv bronnen

Betoog schrijven ahv bronnen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Betoog schrijven ahv bronnen

Slide 1 - Diapositive

theorie betoog. Lees de theorie 5 minuten

https://www.bruuttaal.nl/leerling/schrijven/argumenteren

Slide 2 - Diapositive

Schrijf in eigen woorden op wat een betoog is

Slide 3 - Question ouverte

Doelen
-Ik ken de strategieën om argumenten te bedenken bij een stelling.
-Ik ken de strategieën om bronnen bij mijn argumenten te zoeken.

Slide 4 - Diapositive

Argumenten bedenken
Stelling/standpunt: Op de KSH moet in de examenklassen een leesuur ingeroosterd worden.

Slide 5 - Diapositive

Op de KSH moet in de examenklassen een leesuur ingeroosterd worden.

Slide 6 - Question ouverte

Op de KSH moet in de examenklassen een leesuur ingeroosterd worden.
-Een leesuur kan gebruikt worden om examenstress te verminderen.
-Met een leesuur kun je de leesvaardigheid van je leerlingen verhogen.
-Door elke week een uur te lezen, kan de docent controleren of er boeken gelezen worden voor de boekenlijst.

Slide 7 - Diapositive

Tips bedenken argumenten: categoriseer!
Welke voor-/nadelen heeft de stelling voor:
-De economie?
-Het milieu?
-De persoonlijke ontwikkeling?
-De gezondheid?
-De school?
-De leerlingen / docenten / ouders

Slide 8 - Diapositive

Welke formulering van het argument is de beste?

1) Het is goed voor de woordenschat
2) Als je meer leest, zal je woordenschat daarnaast beter worden.
3) De woordenschat gaat omhoog.
4) Je krijgt een betere woordenschat.

Slide 9 - Diapositive

Formuleren van argument
2) Als je meer leest, zal je woordenschat daarnaast beter worden.

--> signaalwoord
--> verwijzen naar stelling (meer lezen)
--> argument duidelijk noemen

Slide 10 - Diapositive

Verzin 3 argumenten bij de volgende stelling: Nederlanders kunnen beter stoppen met het kopen van water in plastic flessen.

Slide 11 - Question ouverte

Zoek bronnen bij je argumenten. Bedenk welke getallen en andere feiten je kunt gebruiken en Google daarop. Plaats hier je link en vertel wat er goed is aan deze bron.

Slide 12 - Question ouverte

Verzin drie argumenten bij de stelling:
'De formule 1 moet volgend jaar niet meer in Nederland worden georganiseerd.'

Slide 13 - Question ouverte

opdracht
1. Noteer de drie argumenten met gebruikmaking van een signaalwoord en verwijs duidelijk naar de stelling.
2. Werk je drie argumenten uit volgens het AUB-model
3. Verbind vervolgens de drie uitgewerkte argumenten met elkaar door signaalwoorden 

Slide 14 - Diapositive

Wat kun je nu?
  1. Je weet wat er in het middenstuk van een betoog hoort.
  2. Je kunt je argumenten goed onderbouwen met subargumenten (uitwerking, toelichting en voorbeelden)
  3. Je kunt argumenten met elkaar en met het standpunt verbinden met signaalwoorden (of andere verbindingswoorden, zoals verwijswoorden)

Slide 15 - Diapositive

inleiding schrijven
lees eerst (4 minuten):
https://www.bruuttaal.nl/leerling/schrijven/argumenteren

Slide 16 - Diapositive

Wat hoort er allemaal in een inleiding?

Slide 17 - Question ouverte

Wat vermeld jij inhoudelijk in je inleiding bij de stelling: De formule 1 moet volgend jaar niet meer in Nederland worden georganiseerd.

Slide 18 - Question ouverte

Welke signaalwoorden zou je in je inleiding gebruiken om de verschillende inhoudelijke punten met elkaar te verbinden en welk signaalwoord zou je gebruiken om je inleiding met je kern te verbinden? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Question ouverte



inleidingen schrijven ahv 3 dilemma's uit Robin de film
Ga naar robindefilm.nl
Kijk ‘Robin, de film’ individueel. Het is een interactieve film, niet iedereen zal dus hetzelfde zien.

Vul tijdens of na het kijken de dilemma's in voor jezelf.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien



Opdracht 
Schrijf een inleiding voor een betoog aan de hand van drie van de vijftien dilemma’s. Elke inleiding moet minimaal 100 woorden zijn. 

Je hebt uiteindelijk dus drie inleidingen.

Slide 22 - Diapositive



Goede inleiding:
- Duidelijk waar je tekst over gaat 
- Standpunt er dus in zetten
- De lezer wil graag verder lezen. 

Slide 23 - Diapositive