1.2 Economie en geld

1.2 Economie en geld
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.2 Economie en geld

Slide 1 - Diapositive

Regels en grenzen
  1. RESPECT = Rekening houden met elkaar
  2. Op je plek zitten en spullen op tafel
  3. Stil zijn, vragen stellen, vinger opsteken en praten
  4. Huiswerk maken en nakijken
  5. Geen snoep, muziek, capuchon
  6. Schone werkplek
1 waarschuwing, bij de 2e waarschuwing 1 uur terugkomen

Slide 2 - Diapositive

Programma
  1. Huiswerk
  2. Terugblik vorige les
  3. Leerdoelen
  4. Uitleg 1.2
  5. Maken opdrachten 1.2
  6. Vooruitblik volgende les

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk afgelopen les
Pak je boek voor je en ga naar bladzijde 10 
Kijk paragraaf 1.1 na met het antwoordenboek
Krul bij juiste antwoorden, verbeter je foute antwoorden

Tijdens het nakijken controle van het huiswerk!
1 waarschuwing, bij de 2e waarschuwing 1 uur terugkomen

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk volgende les
Pak je agenda voor je en noteer het huiswerk:
Lezen bladzijde 16 t/m 21
Lees de leerdoelen door en gebruik de uitleg
Maken vraag 1 t/m 16 van paragraaf 1.2

De volgende les controle en nakijken van het huiswerk!

Slide 5 - Diapositive

LessonUp
  • Chromebook open en dicht
  • Inloggen
  • Lezen van de vragen
  • Vragen beantwoorden
  • Klein prijsje voor de winnaar van de quiz

Slide 6 - Diapositive

Economie gaat over...
A
Keuzes maken
B
Geld
C
Consumeren
D
Produceren

Slide 7 - Quiz

Hoe worden geld en tijd in de economie ook wel genoemd?
A
Productiefactoren
B
Behoeften
C
Middelen
D
Goederen

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar: consumeren is goederen kopen voor je eigen behoeften
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

€ 2,336 rond je af op
A
2.36
B
€ 2.36
C
2,35
D
€ 2,34

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen
  • Je leert over ruil en het ontstaan van geld
  • Je leert welke soorten geld er zijn
  • Je leert verschillende manieren om met geld te betalen
  • Je kunt berekenen hoeveel geld er op je bankrekening staat

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Ruilhandel
Ruilen zonder geld te gebruiken is directe ruil
  • Een brood voor een vis
  • Schilderklus voor een timmerklus

Ruil waarbij je geld als ruilmiddel gebruiken is indirecte ruil
  • Makkelijk want iedereen accepteert het en je kunt het altijd en overal gebruiken

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Soorten geld
Het geld in je portemonnee, dus munten en bankbiljetten, is chartaal geld.
  • Je kunt het wel vastpakken
Het geld op je bankrekening is giraal geld
  • Je kunt het niet vastpakken

Als je geld opneemt bij een geldautomaat stijgt je chartale geld en daalt je girale geld
Als je geld stort bij de bank stijgt je girale geld en daalt je chartale geld

Slide 15 - Diapositive

Elektronisch betalen
Betalen via internet, met je bankpas of met je telefoon, noem je elektronisch betalen
  • Voordeel: het is handig.
  • Nadeel: je hebt vaak niet in de gaten hoeveel geld je nog hebt.
  • Met een betaalautomaat betaal je, met een geldautomaat neem je geld op.


Slide 16 - Diapositive

Saldo
Het bedrag dat op je bankrekening staat, is je saldo.
Met internetbankieren of met een bank-app op je telefoon kun je zien hoeveel saldo je hebt.

Slide 17 - Diapositive

Saldo berekenen
nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten – uitgaven


Voorbeeld
Je hebt € 15 op je bankrekening staan. Op je bankrekening krijg je € 10 zakgeld. Je koopt mascara en pint daarvoor € 7,50.
Wat wordt je nieuwe saldo?
€ 15 + € 10 – € 7,50 = € 17,50

Slide 18 - Diapositive

Het boek Pincode 
  • Zeven hoofdstukken met vier paragrafen
  • Geel = leerdoelen
  • Blauw = theorie
  • Groen = rekenen
  • Herhalingsopdrachten en plusopdrachten
  • Samenvatting, begrippen en oefentoets (online)

Slide 19 - Diapositive

Opdrachten 1.2 maken
Ga naar bladzijde 16 van je boek
Lees de leerdoelen door en gebruik de uitleg
Geef antwoord op vraag 1 t/m 16 op bladzijde 16 t/m 21

Tijdens het maken van de opdrachten is het 15 minuten stil
Steek je vinger op als je een vraag hebt!
Klaar? Ga dan verder met de herhalings- of plusopdrachten 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Ruilen zonder geld is...
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 22 - Quiz

Ruilen met geld is...
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 23 - Quiz

Munten en bankbiljetten is...
A
Chartaal geld
B
Giraal geld

Slide 24 - Quiz

Waar of niet waar: het saldo staat niet op je bankrekening
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Terugblik
Wat heb je geleerd?
  • Je leert over ruil en het ontstaan van geld
  • Je leert welke soorten geld er zijn
  • Je leert verschillende manieren om met geld te betalen
  • Je kunt berekenen hoeveel geld er op je bankrekening staat

Slide 26 - Diapositive

Vooruitblik
De volgende les gaat over: 1.3 Weet wat je nodig hebt!

Huiswerk: opdracht 1 t/m 16 van paragraaf 1.2

Bedankt voor je aandacht!


Slide 27 - Diapositive

Deze les was...

Slide 28 - Diapositive