Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
Oefentoets Cultuur en Mentaliteit
Slide 1 - Diapositive
Na de Tweede Wereldoorlog vond er een periode van wederopbouw plaats, waarbij de Nederlandse economie zich herstelde. Wat heeft vooral bijgedragen aan dit herstel van de Nederlandse economie?
A
De loongolf
B
De Marshallhulp
C
De amerikanisering
D
De ontzuiling
Slide 2 - Quiz
Lees de bron. Welk begrip past bij deze bron?
A
Verzuiling
B
Seksuele revolutie
C
Ontzuiling
D
Ontkerkelijking
Slide 3 - Quiz
Wat is GEEN oorzaak van het ontstaan van een consumptiemaatschappij in Nederland vanaf de jaren zestig?
A
Er wordt een groot gasveld gevonden bij Slochteren in Groningen.
B
Vanaf 1963 bepaalt de overheid niet langer meer hoe hard de lonen mogen stijgen.
C
De economie groeit in de jaren zestig met gemiddeld vijf procent per jaar.
D
De Nederlandse regering haalt gastarbeiders naar Nederland om ze hier te laten werken
Slide 4 - Quiz
Bekijk de bron .
In de bron is een ontwikkeling te zien die past bij een begrip. Bij welk begrip past deze ontwikkeling?
A
Verzuiling
B
Harmoniemodel
C
Secularisatie
D
Emancipatie
Slide 5 - Quiz
Vanaf de jaren zestig ontstonden er bij steeds meer scholen, universiteiten en bedrijven raden waarin leerlingen, studenten en werknemers mee konden praten over belangrijke beslissingen.
Welk begrip past hierbij?
A
Ontzuiling
B
Democratisering
C
Emancipatie
D
Consumptiemaatschappij
Slide 6 - Quiz
Uit welke landen kwamen de meeste gastarbeiders in de jaren zestig van de vorige eeuw naar Nederland?
A
Marokko en Polen
B
Suriname en Turkije
C
Polen en Suriname
D
Turkije en Marokko
Slide 7 - Quiz
In de jaren zestig ontstond er in Nederland een jongerencultuur. Waardoor ontstond deze jongerencultuur?
A
Door de komst van gastarbeiders: autochtone jongeren wilden een eigen identiteit ontplooien.
B
Door het harmoniemodel: jongeren zochten naar duidelijke keuzes in plaats van compromissen.
C
Door de armoede na de oorlog: jongeren uit arme gezinnen zochten nieuwe vormen van vermaak.
D
Door de welvaart: jongeren kregen geld en vrije tijd om zich persoonlijk te ontwikkelen.
Slide 8 - Quiz
In de jaren vijftig van de vorige eeuw ging de helft van alle meisjes naar een huishoudschool. In de jaren zeventig keurden feministen deze vorm van onderwijs af. Geef met behulp van de bron een reden voor de afkeuring van deze vorm van onderwijs door feministen in de jaren zeventig.
Slide 9 - Question ouverte
Wat was GEEN oorzaak van de ontkerkelijking. Kies het juiste antwoord.
A
Mensen kregen meer mogelijkheden om hun vrije tijd te besteden. Veel mensen hadden daarom geen tijd of zin om zondag naar de kerk te gaan.
.
B
Steeds meer mensen gingen in steden wonen, daar kwamen ze in contact met anders- en niet-gelovigen
C
Door de verzuiling trokken mensen zich steeds meer terug in hun eigen groep. De kerk was een plek waar je te veel in contact kwam met andere groepen.
D
Steeds meer mensen gingen in steden wonen, daar was de sociale controle kleiner.
Slide 10 - Quiz
Bij welk begrip past de afbeelding?
A
Secularisatie
B
Ontkerkelijking
C
Verzuiling
D
Ontzuiling
Slide 11 - Quiz
Welke periode past het best bij de afbeelding?
A
1955-1965
B
1975-1985
C
1965-1975
D
1945-1955
Slide 12 - Quiz
Welk begrip past NIET in het rijtje: Hippies, Feministen, Provo's, Nozems
A
Hippies
B
Provo's
C
Feministen
D
Nozems
Slide 13 - Quiz
Welk begrip past NIET in het rijtje: Provo, Dolle Mina, Gastarbeider
A
Gastarbeider
B
Provp
C
Dolle Mina
Slide 14 - Quiz
Welke periode past het beste bij de afbeelding?
A
1945-1955
B
1955-1965
C
1965-1975
D
1975-1985
Slide 15 - Quiz
Welke feministische groep zag je op de vorige afbeelding?
Slide 16 - Question ouverte
Wat is de juiste volgorde?
A
Ontstaan consumptiemaatschappij
Opkomst jongerencultuur;
Oprichting van Dolle Mina
Verzuiling;
B
Verzuiling;
Oprichting van Dolle Mina
Ontstaan consumptiemaatschappij
Opkomst jongerencultuur;
C
Verzuiling;
Ontstaan consumptiemaatschappij
Opkomst jongerencultuur;
Oprichting van Dolle Mina
D
Ontstaan consumptiemaatschappij
Verzuiling;
Opkomst jongerencultuur;
Oprichting van Dolle Mina