H.4.2 poëzie B2 Beeldspraak

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

                  Welkom B2D

                  H.4.2 Gedicht

Lesdoelen

- Je weet wat beeldspraak is.

- Je weet wat een vergelijking is.

- Je weet wat een metafoor is. 

Huiswerk

Vóór de les van woensdag 15-5 heb je af:

H4.2 opdr. 2, 3 +4.  (basis)

of

H4.2 opdr. 3, 5 +6.  (uitdaging)

Neem mee: 

Talent boek B + opgeladen laptop + leesboek.

Weet je het nog?
Welke vorm van rijm zie je in de volgende regel?
"in het zand, daar staan mijn hakken"

1. alliteratie
2. gebroken rijm
3. klinkerrijm
4. assonantie

Is dit letterlijk of figuurlijk bedoeld?

Zij sprong een gat in de lucht na het horen van de uitslag.

1. Letterlijk
2. Figuurlijk

Beeldspraak

Beeldspraak is een vorm van figuurlijk taalgebruik. Je bedoelt niet letterlijk wat je zegt, maar je gebruikt beelden om iets sterker uit te drukken.

In deze LessonUp komen 2 

vormen van beeldspraak voorbij:

vergelijkingen en metaforen.

In reclame komt vaak beeldspraak voor. 

Maar ook in spreekwoorden............

De vergelijking

Bij een vergelijking gebruik je een beeld om         

eigenschappen van iets of iemand (het object) 

te benadrukken. 

Hoe onschuldig een klein meisje (object) is,  

kun je aangeven door haar te vergelijken 

met een lammetje (beeld).

De vergelijking

Je gebruikt een beeld om eigenschappen van iets of iemand (het object) te benadrukken.

Dat meisje is zo onschuldig als een lammetje

 = object                                                      = beeld

"De jongen die een tien had gehaald was zo trots als een pauw."
Wat is hier het object?

1. De jongen
2. een pauw

Metafoor

'De werkelijkheid' wordt helemaal vervangen door een beeld. 

Het is er nog wel, maar het wordt niet genoemd. Je moet het figuurlijk zien.

Alleen het beeld wordt genoemd.

       Het schip der woestijn. ( = kameel)

Zij is een spin in het web.  ( = zij heeft veel contacten)

De appel valt niet ver van de boom. (= kinderen lijken op hun ouders)

Welke zin bevat een metafoor?

1. Jouw ogen zijn als sterren.
2. Wat een boom van een kerel.
3. Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
4. Dat meisje lijkt wel een prinses, zo elegant!

"Wie de schoen past, trekt hem aan."
Is dit een metafoor of een vergelijking?

1. metafoor
2. vergelijking

Annie kwam aanrijden in haar koekblik.
Dit is een?

1. vergelijking
2. metafoor

Pieter die sluwe vos heeft het weer voor elkaar gekregen.
Dit is een?

1. vergelijking
2. metafoor

Lees het gedicht

"Mager meisje" blz.18

Mager Meisje

De kleinst mogelijke cirkels

die je om mij lopen kunt

zullen me niet raken,

ik ben nauwelijks middelpunt.

Ik ben alleen een zootje staken,

een soort van kapstok,

maar voor nop.

Niemand hangt iets aan me op.

Ik besta,

maar minder en minder.

Een eerlijke vinder

wordt dringend gezocht.

Edward van de Vendel

De regels:
"Ik ben alleen een zootje staken, een soort van kapstok,"
Zijn metafoor of vergelijking? Leg je antwoord uit.

De regel:
"Een eerlijke vinder"
Is een metafoor of vergelijking? Leg je antwoord uit.

Wat weet je nu?

Je weet wat beeldspraak is.

Je weet wat een vergelijking is.

Je weet wat een metafoor is.

Huiswerk

Vóór de les van woensdag 15-5 heb je af:

H4.2 opdr. 2, 3 +4.  (basis)

of

H4.2 opdr.3, 5 +6.  (uitdaging)

Neem mee: 

Talent boek B  + opgeladen laptop + leesboek.