Par. 5.6 De Pax Romana

Leerdoelen opschrijven
1. Noem de kenmerken van Romeinse bouwwerken en kunst. 
2. Wat is romanisering en hoe komt dit tot uiting?
3. Noem twee Romeinse ideeën over de rechtspraak die nu nog belangrijk zijn. 


§5.6 "De Pax Romana (30 voor Chr. tot 192 na Chr.) "
timer
2:00
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen opschrijven
1. Noem de kenmerken van Romeinse bouwwerken en kunst. 
2. Wat is romanisering en hoe komt dit tot uiting?
3. Noem twee Romeinse ideeën over de rechtspraak die nu nog belangrijk zijn. 


§5.6 "De Pax Romana (30 voor Chr. tot 192 na Chr.) "
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Pax Romana
27 v. Chr.

  • Met Augustus begint een periode van rust, vrede en welvaart die ongeveer 200 jaar duurt: de Pax Romana (de vrede van Rome)
Oorzaken Pax Romana:
  • De maatregelen van Augustus.
  • De opvolgers van Augustus regeerden op dezelfde manier.
  • Geen sterke vijanden in deze periode. 

Slide 2 - Diapositive

Landbouw groeit
Veruit de meeste Romeinen werkten in de landbouw.
Grootgrondbezitters lieten hun land bewerken door slaven en armen, maar zelf woonden ze meestal in de stad. 
Kleinere boeren waren vaak oud soldaten of proletariërs
Zij hadden een stuk land gekregen van de keizer

Slide 3 - Diapositive

De handel kwam tot bloei door:
  • Het Romeinse leger en vloot zorgde voor veiligheid en goed vervoer: vuurtorens gebouwd, havens verbeterd en wegen aangelegd. 
  • Als gevolg hiervan was er veel handel binnen en buiten het rijk. 
  • De economie profiteerde van de Pax Romanavan de goede wegen en het Romeinse geld


Slide 4 - Diapositive

Handel met Azië en Afrika
  • De Romeinen kochten zijde en kaneel uit China. De Chinezen kochten bijv. glas. 
  • Er zijn Romeinse munten gevonden in India. Gezanten van vorsten uit India bezochten Rome. 

  • Er werd ook gehandeld in Afrika ten zuiden van de Sahara. 
  • Hier ging het om kleine hoeveelheden. 


Slide 5 - Diapositive

Nijverheid groeit
De spullen van handelaren waren niet altijd af.
Grondstoffen als zijde, wol en koper moesten verwerkt worden
Dit werd gedaan in de nijverheid
Door de groeiende handel kon de nijverheid ook groeien.
Bedrijfjes die grondstoffen verwerken tot een eindproduct dat gebruikt kan worden

Slide 6 - Diapositive

Steden groeien
Meer mensen werken in handel en nijverheid
Hierdoor gaan meer mensen in (nieuwe) steden wonen
Het belangrijkste punt was altijd het forum
Hier vond je de markt en de belangrijkste gebouwen (senaat bv)
Rome was de grootste stad. Alle andere steden werden naar het voorbeeld van Rome gebouwd en bestuurd. 

Slide 7 - Diapositive


Leven onder de Romeinen


  • De Romeinen laten de overwonnen volken vaak hun gebruiken en godsdienst houden. 
  • En zolang de volken belasting betalen (o.a. door soldaten voor de hulptroepen te leveren), zijn er weinig problemen: precies wat de Romeinen willen.

Slide 8 - Diapositive


Romanisering


  • Het contact tussen de mensen in deze streek en de Romeinen is intensief
  • Dat is ook niet zo vreemd: de Romeinen zijn hier ruim 400 jaar, en door handel en huwelijken worden gebruiken overgenomen.
  • Het overnemen van Romeinse gebruiken (taal, kleding, cultuur) heet romanisering
Reconstructie van een Villa Rustica

Slide 9 - Diapositive

Romanisering: het leger

Romeins leger accepteert Germanen --> Germaanse soldaten krijgen soldij en kregen later Romeins burgerrecht.

De legerkamen brachten Romeinse gewoonten, voorwerpen en ideeën in de provincies. 
Als je een Romeins burger werd, viel je onder Romeinse rechtspraak en had je kans op een plaats in het Romeinse bestuursapparaat. 
Om Romeinse burgerrecht te krijgen moest je worden "geromaniseerd".

Slide 10 - Diapositive

Romeinse wegen
Romeinse wegen werden aangelegd door Romeinse soldaten. Door de Pax Romana hadden zij tijd over om dit te doen.

Over de verharde wegen konden soldaten zich makkelijker door het enorme rijk verplaatsen. Doordat soldaten vaak in de buurt waren, was het heel veilig om als handelaar over de wegen te reizen. Dit zorgde voor steeds verdere groei van de handel.

Slide 11 - Diapositive


Rome

Slide 12 - Diapositive


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 
Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 gemaakt door de archeoloog en architect Italo Gismondi, in opdracht van de Italiaanse dictator Mussolini. Het laat Rome zien zoals het was rond 300 n. Chr.
Gismondi deed er in totaal 37 jaar over om het schaalmodel af te maken.
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.

Slide 13 - Diapositive

Reconstructie van het Forum Romanum zoals het er tijdens het Romeinse Rijk moet hebben uitgezien.

Slide 14 - Diapositive

Godsdienst, opvoeding & onderwijs
  • Je kon alleen trouw zijn aan Rome als je de goden vereerde.
  • Als je dit deed mocht je ook nog een ander geloof hebben.

  • Onderwijs werd niet door de overheid geregeld.
  • Rijke jongens uit de stad gingen naar school.

Slide 15 - Diapositive

Beelden
De Romeinen maakten veel beelden.
Ze hadden dit van de Grieken overgenomen.
Ze probeerden ze levensecht te maken.

Slide 16 - Diapositive

Taal en literatuur

De Romeinen verspreidden hun taal door het hele rijk.
Dit werd vooral gedaan met literatuur, oftewel boeken (bijv. de Epos van Aeneas).
Tot op de dag van vandaag is het Latijn te herkennen.
Ook in het Nederlands hebben we Latijnse woorden (bijv. idem, vacatio, machina, felicitas...)

Slide 17 - Diapositive

Het recht
Door het Romeinse recht voelden Romeinen zich "Romein"
De basis van onze rechtspraak komt nog van de Romeinen:

Vastgelegd
Alle rechten en plichten van mensen moeten zijn vastgelegd in wetten. Staat nergens dat iets niet mag? Dan mag het gewoon!
Gelijk
Alle wetten moeten voor iedereen gelijk zijn. Het maakt niet uit of je een rijke patriciër bent of een arme proletariër.

Slide 18 - Diapositive

Romeinse regels op het gebied van rechtspraak:
  •  Verdachte moet als onschuldig worden gezien tot zijn schuld bewezen is.
  • Een verdachte moet de kans krijgen zich tegen de aanklacht te verdedigen. 
  • Rechters moeten onafhankelijk zijn

Slide 19 - Diapositive