Resistent en persistent

Bestrijdingsmiddelen
Belangrijke begrippen: persistent, resistent, accumulatie
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bestrijdingsmiddelen
Belangrijke begrippen: persistent, resistent, accumulatie

Slide 1 - Diapositive

Waar worden bestrijdingsmiddelen
voor gebruikt?

Slide 2 - Carte mentale

Plaagorganismen
Schimmels, aaltjes, insecten, knaagdieren, onkruid

Slide 3 - Diapositive

cystenaaltjes
Phytophtera
Spitsmuis
Kleefkruid
Coloradokever
Insecticide
Herbicide
Rodenticiden
Nematiciden
Fungiciden

Slide 4 - Question de remorquage

Zijn plaagorganismen autotroof of heterotroof?
A
heterotroof, behalve onkruid
B
autotroof, behalve onkruid
C
heterotroof, behalve schimmels
D
autotroof, behalve schimmels

Slide 5 - Quiz

Welke relatie is er tussen het voedselgewas en onkruid?
A
mutualisme
B
parasitisme
C
competitie
D
begrazing

Slide 6 - Quiz

Resistentie
Een pesticide werkt niet meer:
Alle gevoelige organismen zijn doodgegaan
De organismen die er tegen konden zijn overgebleven

Slide 7 - Diapositive

Wanneer worden plaagorganismen het snelst resistent tegen pesticiden?
A
Als je steeds hetzelfde middel heel vaak gebruikt
B
Als je steeds hetzelfde middel af en toe gebruikt
C
Als je verschillende middelen heel vaak gebruikt
D
Als je verschillende middelen af en toe gebruikt

Slide 8 - Quiz

Persistentie
Een bestrijdingsmiddel is niet of maar zeer langzaam afbreekbaar.

Slide 9 - Diapositive

Welke organismen dood je nog meer behalve het plaagorganisme met een persistent pesticide?

Slide 10 - Question ouverte

Niet afbreekbaar

blijft aanwezig in de voedselketen

Slide 11 - Diapositive

Je spuit herbicide over de aardappels om kleefkruid te bestrijden.
Welk organisme bevat de grootste concentratie pesticide per kg biomassa?
A
kleefkruid (P)
B
bladluis (C1)
C
lieveheersbeest (C2)
D
sperwer (C3)

Slide 12 - Quiz

Accumulatie
persistente pesticiden nemen toe met elke stap in de voedselketen
  • hoeveelheid pesticide blijft gelijk (niet afbreekbaar!)
  • biomassa neemt af

Slide 13 - Diapositive

Door welke drie oorzaken neemt de biomassa af met elke schakel in de voedselketen?

Slide 14 - Question ouverte

Belangrijke begrippen
Resistent: 
Plaagorganismen kunnen resistent worden tegen een pesticide
Het pesticide werkt niet meer
Persistent:
Persistente pesticiden zijn niet afbreekbaar
Ze hopen op in de voedselketen. De toppredator sterft.
Accumulatie:
Het ophopen van persistente pesticiden in de voedselketen.

Slide 15 - Diapositive