Ken je de tabel van de regelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord. (simon-regel)
Ken je de uitzonderingen van de hoofdregel
Ken je de bijvoeglijke vormen die helemaal onregelmatig zijn.
Weet je of je vocabulaire F goed geleerd hebt
Kun je een tekst over dieren begrijpen en ken je woorden die te maken hebben met eigenschappen en karakater
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 10 min
Éléments de cette leçon
Na deze les..
Ken je de tabel van de regelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord. (simon-regel)
Ken je de uitzonderingen van de hoofdregel
Ken je de bijvoeglijke vormen die helemaal onregelmatig zijn.
Weet je of je vocabulaire F goed geleerd hebt
Kun je een tekst over dieren begrijpen en ken je woorden die te maken hebben met eigenschappen en karakater
Slide 1 - Diapositive
Quiz Chapitre 5 - brugklas
voca F (fa-ne / ne-fa)
Bron H (fa-ne / ne-fa)
Slide 2 - Diapositive
de taille moyenne =
Slide 3 - Question ouverte
le foot =
Slide 4 - Question ouverte
wanneer =
Slide 5 - Question ouverte
aardig =
Slide 6 - Question ouverte
F Lire p. 30 Mon animal et moi
Je hebt een tekst gelezen over dieren. Aan het eind van deze paragraaf ken je woorden die te maken hebben met eigenschappen en karakter en kun je deze gebruiken. (A1)
Je gaat deze nu nakijken.
Slide 7 - Diapositive
Noem een voorbeeld van het bijvoeglijk naamwoord in het NL
Slide 8 - Carte mentale
Na deze les..
Ken je de tabel van de regelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord. (simon-regel)
Ken je de uitzonderingen van de hoofdregel
Ken je de bijvoeglijke vormen die helemaal onregelmatig zijn.
Slide 9 - Diapositive
Uitzondering op hoofdregel
d
d
- Bijv nmw eindigt op e? Niet nog een e bij enkelvoud vrouwelijk!
le garçon rouge --> la fille rouge
- Bijv. nmw eindigt op s? Niet nog een s bij mannelijk meervoud!
le garçon gris --> les garçons gris
Slide 10 - Diapositive
Wat is de vrouwelijke vorm (ev) van: rouge
A
rouge
B
rougee
C
roug
D
rouges
Slide 11 - Quiz
Uitzonderingen!
Slide 12 - Diapositive
vrouwelijke vorm van: beau (mooi)
A
belle
B
beaue
C
beauo
D
bella
Slide 13 - Quiz
vrouwelijke vorm van: nouveau (nieuw)
A
nouveaue
B
nouveauelle
C
nouveaul
D
nouvelle
Slide 14 - Quiz
vrouwelijke meervouds vorm van vieux (oud)
A
vielle
B
vieuxs
C
vieilles
D
vieillexs
Slide 15 - Quiz
Wat heb je geleerd?
Wat de hoofdregel is bij het vormen van de bijv. naamwoorden