4.3 dl 2 Hormonen en zwangerschap

Hormonale regeling bij zwangerschap
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Hormonale regeling bij zwangerschap

Slide 1 - Diapositive

Doel en begrippen 4.3
Je leert hoe hormonen de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen regelen

hypofyse, hypothalamus, FSH, LH, negatieve terugkoppeling, oestrogenen, progesteron, gele lichaam, ontsluitingsweeën, baarmoedermond, oxytocine, persweeën, nageboorte

Slide 2 - Diapositive

Even herhalen: Welk hormoon zorgt voor de eerste opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
FSH
B
LH
C
oestrogeen
D
progesteron

Slide 3 - Quiz

Even herhalen: Welk hormoon zorgt voor opbouw en het in stand houden van het baarmoederslijmvlies?
A
FSH
B
LH
C
oestrogeen
D
progesteron

Slide 4 - Quiz

Na ovulatie blijft het gele lichaam
nu bestaan !!!! doordat de eicel bevrucht wordt door de zaadcel.

Gele lichaam produceert nu (oestrogenen en) progesteron.
Progesteron stimuleert de groei en ontwikkeling van het baarmoederslijmvlies.

Oestrogenen en progesteron remmen de hypothalamus en de hypofyse = negatieve terugkoppeling




Dag 14 menstruatiecyclus

Slide 5 - Diapositive

Bevruchting vindt plaats in de eileider!

Innesteling embryo 6 dagen na ovulatie.

10-14 dagen na bevruchting produceert trofoblast/placenta het hormoon HCG.

Door HCG blijft het gele lichaam bestaan, dus nog steeds productie progesteron (en oestrogeen) door
het gele lichaam.





Slide 6 - Diapositive

Na 3 maanden stopt de placenta met de
productie van HCG.

Gevolg? Gele lichaam sterft.

De placenta neemt de productie van progesteron (en ook oestrogenen) over.

Slide 7 - Diapositive

FUNCTIES PROGESTERON

  1. Baarmoederslijmvlies blijft dik en klierrijk. Houdt zwangerschap in stand (zonder progesteron miskraam)
  2. Er zijn GEEN ovulaties en menstruaties (door negatieve terugkoppeling hypothalamus en hypofyse).
  3. Ontwikkeling van de melkklieren in de borsten


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Opdracht
In de online methode / boek. Kies een leerweg (default B).
Maak 4.3: 39 t/m 43, 47, 48 en 50
Zelfstandig doornemen: bevalling

Let op: donderdag 3 november SO 4.1 t/m 4.3
De les ervoor doen we een klein diagnostisch toetsje!

Slide 10 - Diapositive

Welk hormoon kan, na kunstmatige toediening, het rijpen van meer eicellen tegelijk bevorderen?
(dit wordt bv. gedaan bij IVF)
A
FSH
B
LH
C
oestrogeen
D
progesteron

Slide 11 - Quiz

Welk proces vindt plaats op tijdstip P?
A
bevruchting
B
menstruatie
C
ovulatie
D
afronding meiose II

Slide 12 - Quiz

Welk hormoon houdt na de eisprong
het baarmoederslijmvlies in stand?

Slide 13 - Question ouverte

Wat zijn de namen van
hormoon nummer 3 en 4?
A
3 = FSH 4 = LH
B
3 = LH 4 = progesteron
C
3 = oestrogeen 4 = progesteron
D
3 = FSH 4 = oestrogeen

Slide 14 - Quiz

Is er sprake van stimulering (+)
of remming (-) bij
de pijlen 2, 4 , 6 en 9?
A
2 en 4 beide (+) 6 en 9 beide (-)
B
2 en 4 beide (-) 6 en 9 beide (+)
C
2, 4 en 9 (+) en alleen 6 (-)
D
2, 4 en 6 (+) en alleen 9 (-)

Slide 15 - Quiz

Als bij een vrouw een bevruchte eicel voorkomt, waar bevindt deze bevruchte eicel
zich dan gewoonlijk?
A
Baarmoeder
B
Ovarium
C
Eileider
D
Vagina

Slide 16 - Quiz

Zwangerschapstesten berusten op het aantonen van een hormoon, dat alleen aan het begin van zwangerschap gemaakt wordt.
Welk hormoon is dat?
A
Progesteron
B
HCG
C
Oxytocine
D
Oestrogeen

Slide 17 - Quiz

Welk hormoon hoort bij bewering 1 en welke bij bewering 2?

1. Dit hormoon houdt het baarmoederslijmvlies in stand na de eisprong.
2. Tot 3 maanden zwangerschap wordt dit hormoon door de placenta
afgegeven.
A
1= HCG 2= oestrogeen
B
1= oestrogeen 2= HCG
C
1= HCG 2= progesteron
D
1= progesteron 2= HCG

Slide 18 - Quiz

Waarop berust de werking van "de anticonceptie-pil" ter voorkoming van zwangerschap?
A
Op het niet innestelen van en bevruchte eicel.
B
Op het afstoten van het baarmoederslijmvlies met de eicel.
C
Op het niet meer rijpen van een follikel in het ovarium.
D
Op het doden van de eicel.

Slide 19 - Quiz

Welk hormoon zorgt ervoor dat de geboorte op gang komt (weeën)?
A
Oxytocine
B
Prolactine
C
HCG
D
Oestrogeen

Slide 20 - Quiz