Levensreddende EHBO reanimeren - Niveau 2 MBO

Levensreddende EHBO reanimeren 

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kun je een bewusteloos slachtoffer beoordelen en  reanimeren .

Introductie van de doelen van de les.

Wat weet jij al over het reanimeren van een slachtoffer?

Beoordelen bewustzijn

Controleer of het slachtoffer reageert door aan te spreken en schudden. Als het slachtoffer niet reageert, bel dan 112 en start de reanimatie.

Laat de studenten oefenen met het beoordelen van het bewustzijn van een slachtoffer.

Reanimatie

Plaats de handen op elkaar, in het midden van de borstkas. Druk het borstbeen 5-6 cm in. Herhaal 30 keer. Geef 2 beademingen.

Demonstreer de juiste techniek van reanimatie en laat de studenten oefenen.

Defibrillatie

Plaats de defibrillator-pads op de ontblote borst van het slachtoffer. Volg de instructies van de defibrillator op.

Leg uit hoe de defibrillator werkt en laat de studenten zien hoe ze het moeten gebruiken.

Oorzaken hartstilstand

Een hartstilstand kan verschillende oorzaken hebben, zoals verstikking, trauma of een hartaanval.

Beschrijf de verschillende oorzaken van een hartstilstand en hoe ze kunnen worden voorkomen.

Risico's en complicaties

Er zijn verschillende risico's en complicaties verbonden aan reanimatie, zoals gebroken ribben, longschade en hersenschade.

Leg de mogelijke risico's en complicaties uit en hoe deze kunnen worden voorkomen.

Verantwoordelijkheid

Als EHBO'er heb je de verantwoordelijkheid om reanimatie toe te passen als dat nodig is.

Beschrijf de verantwoordelijkheid van een EHBO'er en laat de studenten nadenken over de ethische en morele aspecten van deze verantwoordelijkheid.

Praktijkoefening

Laat de studenten oefenen met reanimatie en defibrillatie op een oefenpop.

Zorg voor voldoende oefenpoppen en begeleid de studenten bij het oefenen van de reanimatie- en defibrillatietechnieken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.