Leesvaardigheid V3 (2)

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Tekst 1 - vraag 1:
Wat zijn de ‘Prize Bonds’ die in deze reclameboodschap beschreven worden?

1. cadeaubonnen
2. kortingsbonnen
3. loten
4. spaarpunten

Tekst 2 - vraag 2:
Wat was het doel van de tocht van prins Albert van Monaco?

1. Hij wilde aandacht vragen voor het opwarmen van de aarde.
2. Hij wilde bewijzen dat je met een hondenslee zo’n zware tocht kon maken.
3. Hij wilde het eerste staatshoofd zijn dat de noordpool bereikte.

Tekst 3 - vraag 3:
Welk pakje sandwiches komt als slechtste uit deze test?
Schrijf het nummer op.

Tekst 4 - vraag 4:
Martha Wampler beseft dat zij en haar kleindochter geluk hebben gehad. Uit welke zin in de tekst blijkt dit?
Schrijf deze zin over.

Tekst 4 - vraag 5:
Which word can replace ‘others’ in paragraph 2?

1. houses
2. residents
3. tornadoes
4. weather systems

Tekst 4 - vraag 6:
Waardoor vielen er waarschijnlijk geen zwaargewonden in Martha Wampler’s woonplaats?

Tekst 5 - vraag 7:
Welke van de volgende mogelijkheden past het best bij 7 in deze ingezonden brief?

1. is cleverly found
2. is definitely incorrect
3. is rather suitable
4. is worth keeping

Tekst 6 - vraag 8:
What is made clear in lines 1-5?

1. An increasing number of young schoolchildren are starting to abuse alcohol or drugs.
2. The age at which children start drinking alcohol or taking drugs is getting younger.
3. Young children at a party were brought under the influence of drugs or alcohol.
4. Young schoolchildren are being taught about the dangers of alcohol and drugs via role playing.

Tekst 6 - vraag 9:
Waar verwijst ‘them’ in regel 9 naar?
Schrijf een deel van de zin uit de regels 6-9 over.

Tekst 6 - vraag 10:
Kies bij _10_ in regel 16 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.

1. difficult
2. essential
3. not very smart
4. too early

Tekst 6 - vraag 11:

Geef van elk van de volgende stellingen over schoolkinderen aan of deze wel

genoemd of niet genoemd wordt in de regels 23-57.

Wel genoemd

Niet genoemd

Kinderen leren over de verschillen tussen verboden middelen en ‘gewone’ medicijnen.

Kinderen zouden misschien onder begeleiding moeten kunnen experimenteren met drugs om later verslaving te voorkomen.

Kinderen werken met teksten waarin woorden uit de drugswereld gebruikt worden. 

Er zijn zelfs kinderen die in drugs handelen.

Tekst 6 - vraag 12:
What do Pat (line 59) and David Uffindall (line 14) have in common?

1. They are both addiction experts by experience.
2. They are both likely to support the anti-drugs message.
3. They are both teachers at primary schools.
4. They have both written booklets about drugs.

Tekst 7 - vraag 13:
Kies bij _13_ in de tekst het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.

1. dream about
2. refuse to go to
3. sneak off to

Tekst 7 - vraag 14:
Kies bij _14_ in de tekst het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.

1. exceptional
2. no big deal
3. outdated
4. still not accepted

Tekst 7 - vraag 15:
Kies bij _15_ in de tekst het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.

1. find out his secret
2. pick them up
3. steal them from him
4. tell me about it

Tekst 7 - vraag 16:
Kies bij _16_ in de tekst het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.

1. dedicated sportsmen
2. feminine guys
3. former athletes
4. skilful coaches

Tekst 7 - vraag 17:
Kies bij _17_ in de tekst het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.

1. Just as
2. Since
3. While

Tekst 8 - vraag 18:
Je wilt de zomervakantie doorbrengen in het zuidoosten van Engeland. Je houdt van een actieve vakantie en je bent helemaal gek van watersport.
Welke plaats biedt daarvoor de meeste mogelijkheden?

1. Arundel
2. Eastbourne
3. Dover
4. Epping Forest

Tekst 9 - vraag 19:
How does the writer start the article in paragraph 1 (lines 1-5)?

1. She denies a statement.
2. She expresses a wish.
3. She makes a comparison.
4. She shows irritation.

Tekst 9 - vraag 20:
“some undisclosed (but ‘legal and decent’) activity in Paris”. (lines 12-13)
Wat hield die activiteit voor de schrijfster in?
Beschrijf de activiteit in ongeveer 10 woorden.

Tekst 9 - vraag 21:
Kies bij _21_ in regel 25 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.

1. and
2. but
3. for
4. so

Tekst 9 - vraag 22:
Uit welk woord in de regels 23 tot en met 33 weet de lezer hoe de mensen in
Parijs reageerden bij het zien van Alessia (en haar ploeg)?
Schrijf dit woord over.

Tekst 9 - vraag 23:
Welk deel van een zin in de regels 34 tot en met 47 maakt duidelijk wat
waarschijnlijk de reden was dat de ploeg ongestoord kon werken?
Schrijf de eerste twee en de laatste twee woorden van dit deel van de zin over.

Tekst 9 - vraag 24:
In welk deel van de zin uit de regels 48-57 beschrijft Alessia op een beeldende
manier hoe ze door de straatjes van Parijs reden?
Schrijf dit deel van de zin over.

Tekst 10 - vraag 25:
Frank Hurrell reageert op een al eerder ingezonden brief van Dennis O’Neill.
Wat wilde Frank Hurrell met zijn brief uitdrukken?
Hij probeert

1. een verklaring te vinden voor de reactie van Dennis O’Neill.
2. te bewijzen dat Dennis O’Neill ongelijk heeft.
3. uit te leggen waarom hij het eens is met Dennis O’Neill.