Kunst drama theorie: analyse videoclip en begrippen vormgeving

Theorie
Drama 
klas 4

herhalen begrippen
analyse videoclip stromae
herhalen vormgevingsmiddellen
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Theorie
Drama 
klas 4

herhalen begrippen
analyse videoclip stromae
herhalen vormgevingsmiddellen

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
Hoe ging SE3?
Wat ging goed bij SE3? Wat ging minder goed?
Waar ga je aan werken deze periode?


Slide 2 - Diapositive

Programma vandaag
1. Terugblik 
2. Herhalen begrippen via Lessonup
3. Analyse videoclip
4. Doornemen begrippen syllabus (als er nog tijd over is)
4. Afronding

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt de begrippen (uit de syllabus) doornemen en weet welke je kent/niet kent
Je weet de verschillende onderdelen die bij theatervormgeving horen
Je kunt een volledige analyse maken van een videoclip (theatervormgeving, cameravoering, muziek, dans/beweging)

Slide 4 - Diapositive

Herhalen begrippen
Spelgegevens
Theatervormgeving
Enscenering
Mise-en-scene
Videoclip
Functie theater

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn spelgegevens?

Slide 6 - Carte mentale

Wat is een Claus?
A
De man van Prinses Beatrix
B
Een stukje tekst uit 1 of 2 zinnen uitgesproken door 1 acteur
C
Een stukje tekst uit een toneelstuk
D
Een monoloog

Slide 7 - Quiz

Theatrale middelen
Spelgegevens



7 vormgevingsmiddelen




Enscenering
- 5 W's

- decor
- attributen
-kostumering
- kap en grime
- licht
- muziek
- audiovisueel
- mise-en-scène
- vormgeving (plaatsing)

Slide 8 - Diapositive

Theatrale middelen

Slide 9 - Carte mentale

Vormgevingsmiddelen

Slide 10 - Carte mentale


7
Vormgevingsmiddelen


Decor 
Rekwisieten / attributen
Kostuums 
Kap en grime
Licht
Muziek (geluidseffecten)
Audiovisueel (beeld)

Slide 11 - Diapositive

kostuums
kap en grime

Slide 12 - Diapositive

licht
audiovisueel (beeld)

Slide 13 - Diapositive

Decor
Attributen

Slide 14 - Diapositive

audiovisueel (beeld)

Slide 15 - Diapositive

Enscenering:
"In scène zetten"
Je maakt gebruik van: mise-en-scène en de vormgeving van het stuk.

Slide 16 - Diapositive

Wat is mise-en-scène?
A
Wat wordt er gedaan met belichting tijdens een voorstelling.
B
Hoe maken de acteurs gebruik van het speelveld.
C
De scene die wordt uitgebeeld speelt zich in de mist af.
D
Het is een term die in de wetenschap wordt gebruikt.

Slide 17 - Quiz

mise-en-scène
Betekent "Plaatsing op toneel"
Dus: waar staan de acteurs ten op zichte van elkaar en het decor/attributen.

Slide 18 - Diapositive

Zo beschrijf je de 
mise-en-scène:
Beschrijf letterlijk wat je ziet, dus: 
3 spelers liggen op de grond in het midden van het toneel. 1 speler zit erbij gehurkt.
2 spelers vanaf links en 2 spelers vanaf rechts kijken naar de liggende mensen.
1 speler kijkt vanaf achteren naar de liggende mensen en 1 loopt voorlangs.

Je mag wel houdingen beschrijven, maar niet de intentie/uitleg beschrijven.
Dus: "1 speler loopt voorlangs" en niet "1 speler loopt in paniek voorlangs".

Slide 19 - Diapositive

Wat is de betekenis van de mise-en-scène in de volgende foto's? 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Functie van Theater
Vier functies van Theater zijn:
  1. Amuseren
  2. overtuigen
  3. overhalen
  4. Educatief

Slide 23 - Diapositive

Kunstvormen buiten theater
Kunstvormen buiten theater zijn:
  • literatuur
  • architectuur
  • beeldende kunst
kun je nog een paar kunstvormen bedenken naast theater?
Vul ze in de volgende slide in

Slide 24 - Diapositive

Kun je nog een paar kunstvormen bedenken naast theater?

Slide 25 - Question ouverte

Opdracht: analyse videoclip
We gaan de videoclip van Stromae's "L'Enfer" bekijken en analyseren.
Er zit een heel verhaal in deze videoclip en de tekst.

Bij analyseren bekijk je alle gegevens die je uit het getoonde kan halen en de achtergrond van de maker(s), voordat je er een betekenis aan verbindt. 

Slide 26 - Diapositive

Mening
Het is bij deze opdracht niet de bedoeling om je mening te geven, voordat je snapt waar de clip en het nummer over gaat, wie de artiest is en wat hij meebrengt in zijn muziek. 

Slide 27 - Diapositive

Analyse
Wat zie je?
- Spelgegevens: Wie, wat, waar, wanneer, waarom
- Spel: fysiek spel, mimiek, contact
- Vormgevingsmiddelen: kostuums, decor, grime, licht, camerastandpunten
- Opbouw van het verhaal, begin-midden-eind
- Thema's van de clip

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Analyse videoclip

Slide 30 - Question ouverte

En dan hetzelfde nummer, maar live uitgevoerd.
Kies 1 van de 2 live uitvoeringen.
Wat zijn verschillen/overeenkomsten?

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Vergelijken videoclip - overeenkomsten en verschillen

Slide 33 - Question ouverte

4. Doornemen syllabus
Neem de begrippenlijst in de syllabus door

Welke begrippen vind je nog lastig/ken je nog niet? Zet hier een kruisje voor

Slide 34 - Diapositive

Evaluatie

Waar kijk je naar bij een analyse? Welke onderdelen?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 35 - Diapositive

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 36 - Question ouverte

Volgende week
Gaan we verder met herhalen begrippen
Oefenen examenvragen

Slide 37 - Diapositive